[12 september 2018]
Naar Bella Bella
We vliegen om 8 uur ‘s morgens vanuit Vancouver naar Bella Bella met een groep van acht andere personen, allemaal afkomstig uit Engeland en Matt als reisleider. De nationale luchthaven is erg klein. We kunnen gelijk inchecken en van een security check lijken ze niet gehoord te hebben. Ze wijzen ons op een weerwaarschuwing vanwege de mist. We weten niet precies wat we daarmee of daartegen moeten doen. Keurig op tijd moeten we boarden en lopen we naar het kleine vliegtuigje met in totaal drie (2 om 1) krappe stoelen op een rij. Als iedereen zit, houden de piloot en stewardess hun gebruikelijke introductiepraatje. Niet lang daarna meldt de piloot zich weer: we moeten even wachten. Onderweg maken we een tussenlanding in Port Hardy en we moeten even afwachten of het zicht daar voldoende is om te landen. Even later meldt piloot zich voor de derde keer: we moeten terug naar de hal want het zicht in Port Hardy is te slecht. Een uur later proberen we het opnieuw en nu mogen we weg en sluiten we aan in een lange rij van wachtende vliegtuigen. In Port Hardy laten we wat mensen uit en in en dan moeten we opnieuw wachten op toestemming om te landen in Bella Bella. Dat duurt even want het systeem in Bella Bella doet het niet dus ze moeten nu op een andere manier contact maken.
De Island Roamer
Uiteindelijk krijgen we ook voor Bella Bella toestemming. Daar brengt de lokale taxi ons naar de Island Roamer, ons huis voor de komende dagen. Eerst wordt met de zodiac de bagage aan boord gebracht, daarna komt de zodiac ons ophalen. Behalve onze groep van 11 (Matt inbegrepen) is er nog een andere passagier die kennelijk direct via Bluewater (eigenaar van de boot) heeft geboekt en vier bemanningsleden bestaande uit Luke, de kapitein, Ethan, zijn maatje en alles-doener, Janelle, de kok en Maureen (of Mo), die naturalist is.
Het schip, een zeilboot met motor, heeft boven een binnendek met zeilen die opgerold kunnen worden en een buitendek. Op de tussenverdieping is een soort salon met banken en een tafel waar de maaltijden geserveerd worden en beneden zijn acht cabines voor elk twee personen waarvan wij er een hebben. Er zijn drie gemeenschappelijke wc’s en douches. Onze cabine bestaat uit twee haaks op elkaar staande bedden, waarbij het voeteneind van het onderbed onder dat van het bovenbed staat. Je houdt dan een klein vierkantje over waar je met twee personen rechtop kan staan, maar niet meer kan manoeuvreren. Onder het bovenbed van Rik zijn twee kastjes waar de laarzen en rugzakken ingaan, onder mijn lagere bed zijn vier laden waar de spullen voor dagelijks gebruik in kunnen. Kleren moeten ‘s nachts aan een kapstokhaakje.
Als we aan boord zijn krijgen we een uitgebreide veiligheidsinstructie en horen we wat we moeten doen bij brand, water in de boot, over boord geslagen personen, e.d. Als laatste laat de kapitein zien hoe je via knopjes op de radio hulp in kan roepen als je nog als enige in leven zijnde persoon aan boord bent. Iets zegt me dat mocht dat gebeuren, ik vast niet de juiste knopjes op tijd kan vinden en jammerlijk omkom.
De bagage wordt naar de Island Roamer gebracht in de baai bij Bella Bella