[31 augustus en 1 september 2018]
Lange reis naar Vancouver
De eerste dag, de reisdag, is gelijk een heel lange dag. We vertrekken al om voor zessen thuis om de vroege trein naar Schiphol te nemen. We zijn ruim op tijd op Schiphol en daar ontmoeten we onze reisleider, R., die samen met ons ook via Chicago naar Vancouver vliegt. Hebben we normaal altijd uren over op Schiphol, vandaag brengen we onze tijd zoek met wachtrijen. Eerst de paspoortcontrole waar we door heel lange slingers langzaam naar de controle slingeren en vervolgens naar de securitycheck waar we door even lange slingerrijen naartoe moeten. Dankzij de nieuwere apparatuur mogen laptopjes en tablets in principe in de rugzakjes blijven en mag ik – Rik niet – zelfs mijn schoenen aanhouden. Weliswaar word ik meteen apart gezet omdat ik piep. Aangezien er geen vrouwelijke beambte is om mij te bevoelen, moet ik opnieuw door het poortje. Nu piep ik niet en mag ik wel door. Ze vertrouwen me kennelijk toch niet helemaal, want steekproefsgewijs controleren ze de elektronica en mijn laptopje wordt met speciaal spul ingesmeerd om te kijken of ik er geen bom in heb verstopt. De douaneman stelt tevreden vast dat het een gewone laptop is. Hij slaat me toch iets te hoog aan als hij denkt dat ik in staat ben om van een laptopje een bom te maken! De derde rij is kort, maar duurt eveneens een flinke tijd. We willen alvast wat Canadese dollars, maar de mensen voor ons hebben zulke langdurige wensen dat we na afhandeling van onze transactie nog maar 20 minuten over hebben voor we moeten boarden.
Na een flinke tijd vliegen, moeten we in Chicago overstappen. We vliegen met twee verschillende maatschappijen en moeten daarom de bagage ophalen en weer inleveren. Daarnaast hebben ze een leuk activiteitenprogramma bedacht met lastig te hanteren doe-het-zelf apparaten om paspoort, acht vingerafdrukken en gezichten te herkennen en goed te keuren, een busritje van de ene naar de andere terminal (inmiddels weer zonder grote bagage), nogmaals paspoortcontrole nu met tien vingerafdrukken en natuurlijk opnieuw een security check. We ronden het programma zo snel af dat we nog 2,5 uur over houden tot we in mogen stappen voor Vancouver. Daar worden we uitermate vriendelijk ontvangen op een rustige, ruim en mooi opgezette luchthaven.
Met R. gaan we op zoek naar de huurauto. Het verhuurbedrijf zit een eind van de luchthaven af en nadat R. gebeld heeft, komt een busje ons ophalen. R. krijgt een enorme auberginekleurige SUV mee en zo worden we comfortabel dwars door Vancouver naar ons hotel gereden. We eten nog een hapje en na een dag van 27 uur verheugen we ons op het bed. Dat is ons nog niet gegund, want onze wc vindt één keer doortrekken genoeg voor de gehele duur van ons verblijf. Aangezien alle reparatieploegen allang naar huis zijn, mogen we – na alles wat net uitgepakt was weer in te pakken – verhuizen naar een nieuwe kamer met een uitnodigend bed en een wc die snapt waarvoor hij bedoeld is.
Wachten bij de ferry
Na een nacht welverdiende slaap, leren we bij het ontbijt de overige groepsleden kennen: F., D. en L.
F. en D. zijn echte vogelaars. De gemeente Ede blijkt goed vertegenwoordigd, want D. komt uit Otterlo en als oud-voorzitter van de lokale IVN weet hij niet allen veel van vogels, maar ook van andere dieren zoals insecten. L. uit België is net als wij geen vogelaar, hij is vooral een zoogdierenman. We rijden met twee auto's. R. rijdt onze auto, F. rijdt de andere auto en via de walkietalkie houden we contact met elkaar. Met een enorme veerpont (1300 man) steken we over naar Vancouver Island. We hadden reserveringen voor een vroege boot, maar om een of andere reden is er oponthoud en kunnen we pas om 11 uur over. In de tussentijd kijken we rond in de haven waar we de eerste vogels zien en gezellige zeehonden. Het water is zo helder dat je ze heel goed van bovenaf onder water kan zien zwemmen. Rik ontdekt in een hoge naaldboom zomaar een vogeltje dat een prachtige kolibrie blijkt te zijn.
Zeehonden bij de ferry in Vancouver
Anna's kolibrie