[17-9-2016]
Vanuit Labuan Bajo gaan we met de boot naar Komodo-eiland waar niet alleen de Komodovaraan leeft, maar waar ook veel vogels zitten. Het is een lange tocht van 3,5 – 4 uur, dus opnieuw vertrekken we vroeg: om vijf uur stappen we aan boord. Komodo -eiland maakt deel uit van het grotere Komodo Nationale Park.
[17-9-2016]
De komodovaraan komt niet alleen voor op Komodo-eiland, maar ook op enkele reservaten op Flores en wat kleinere omliggende eilanden. Door het kleine verspreidingsgebied is de soort erg kwetsbaar en van bescherming afhankelijk. Met zijn lengte van ruim 3 meter en een gewicht van 150 kg is het de grootste bestaande hagedissensoort. De meeste komodovaranen zijn kleiner; gemiddeld wegen ze 45 kg. De komodovaraan eet naast levende prooien ook aas. Door het ontbreken van andere grote vleeseters op de eilanden kon de komodovaraan zich ontwikkelen tot toppredator en zijn indrukwekkende grootte bereiken. De varanen schromen er niet voor hun kleinere soortgenoten op te vreten. De jongen leven vaak in bomen of in dicht struikgewas waar grotere dieren minder toegang toe hebben.
[17-9-2016]
Lange tijd is gedacht dat de beten van komodovaranen zo gevaarlijk waren door de gemene bacteriën die ze binnenkregen bij het verorberen van aas. Die theorie is inmiddels achterhaald. Australisch onderzoek heeft uitgewezen dat aan weerszijden in de onderkaak een in zes compartimenten onderverdeelde gifklier zit. De kleine hoeveelheid gif daarin bestaat uit maar liefst 600 verschillende verbindingen die verwant zijn aan slangengif. Het gif verdunt het bloed van het slachtoffer en verwijdt de aderen. De prooi raakt in shock en bloedt dood. De scherpe tanden van de varaan dringen gemakkelijk diep in het weefsel door, waar het gif veel gevaarlijker is, waardoor hij relatief grote prooien aan kan. Opmerkelijk genoeg hebben varanen zelf totaal geen last van het gif. Vechtende mannetjes kunnen elkaar behoorlijk verwonden, maar die wonden genezen weer snel. Ze doen nu onderzoek naar het immuunsysteem van de dieren voor het ontwikkelen van medicijnen. Het sterke immuunsysteem hebben ze gemeen met krokodillen waar ze niet verwant aan zijn.
Varanen staan bekend als zeer vraatzuchtig omdat ze in een enkele maaltijd 80 procent van het eigen lichaamsgewicht naar binnen kunnen werken. Echt genieten van hun eten is er niet bij. Ze werken grote brokken vlees snel met hun grote bek en flexibele kaken naar binnen en dankzij hun elastische maag past dat binnenin ook. Een prooi is dus zo verdwenen. Er is een beschrijving bekend van een 50 kg zwaar vrouwtje dat een 31 kg zwaar varken verslond in een tijdsbestek van 17 minuten. De komodovaraan is niet alleen een grote eter, maar hij is ook weinig kieskeurig. Varanen eten, in tegenstelling tot bijvoorbeeld leeuwen, ook de botten, hoeven en huid van de prooi op. Alleen de darminhoud wordt verwijderd door de ingewanden met de bek leeg te schudden; poep wordt niet gegeten. Harde delen als botten en hoeven kunnen worden verteerd door het sterke maagzuur van de varaan, een andere overeenkomst met de krokodilachtigen. Jonge varanen rollen zich vaak door de poep om zo niet aantrekkelijk te zijn als etenswaar.
Varanenvrouwen hadden het begrip feminisme of emancipatie niet nodig om te weten dat ze eigenlijk wel alles konden zonder mannen. Normaal gesproken leggen ze eieren na bevruchting door een man, maar hebben ze daar geen trek in, kunnen ze ook onbevruchte eieren leggen. In dat geval verdubbelt het geslachtschromosoom zich. Uit de eitjes die ze op die manier produceert, ontstaan uitsluitend mannen. Erg handig als ze in haar eentje op een nieuw eiland aankomt, kan ze zo toch voor nageslacht zorgen.
[17-9-2016]
Op het eiland krijgen we een parkgids mee. Die gids heeft erg veel geluk dat hij met ons mee mag, want Sam leert onderweg ook hem de vogels vinden en herkennen. Hij heeft de gidsen hier ook getraind. We vinden al snel de eerste komodovaraan die onderweg is naar een drinkpoeltje. Vlakbij ligt een grotere varaan plat op zijn buik onder een struik te slapen. Gezien de temperatuur hier is dat het enige verstandige wat je zou moeten. Wij sjouwen door op zoek naar vogels en natuurlijk vindt Sam die weer voor ons. Weet je wat we vandaag zien en waar we niet echt op hadden durven hopen: een heuse kaketoe. De geelkuifkaketoe (yellow crested cockatoo) komt op Komodo voor, maar zien is nog wat anders en wij zien er niet een, maar wel zes of zeven. De ondernemende en grappige kaketoes krijgen hier in vergelijking met de komodovaranen nauwelijks aandacht, terwijl je die toch ook niet elke dag ziet.
[17-9-2016]
Vanaf Komodo-eiland varen we terug richting Flores. Onderweg stoppen we bij een mangrovebos om daar te wachten tot in het donker de enorm grote kalongs – fruitetende vliegende honden, een grote vleermuissoort – uitvliegen op om de omringende eilanden op zoek naar voedsel te gaan. We moeten daar nog een flinke tijd op wachten en in de tussentijd vertelt Sam over zijn activiteiten op natuurbeschermingsgebied en hoe moeizaam dat is. Sam is een bevlogen man en hij doet veel goed werk voor de natuurbescherming op Flores. Zo traint hij de natuurgidsen die je verplicht meekrijgt op Komodo-eiland en in andere gebieden. Hoe meer die snappen hoe belangrijk behoud van en goed omgaan met de resterende gebieden is, hoe meer die kunnen meehelpen om Sam's boodschap uit te dragen. Hij verzet veel werk onder de lokale bevolking, zorgt dat op scholen aandacht is voor natuurbehoud en probeert overeenkomsten tussen lokale overheid en lokale bevolking te sluiten, maar dat gaat heel moeizaam. Daarnaast komt China weer als grote boosdoener naar voren. Aan de lokale bevolking kan Sam uitleggen dat ze met illegale kap en opzettelijke branden niet alleen het regenwoud, maar ook hun eigen voortbestaan en toekomst vernietigen, maar tegen de machtige Chinese bedrijven die dankzij corrupte overheden volledig hun vernietigende, illegale gang kunnen gaan, kan geen goedwillende Sam of lokale bevolking op.
Sam vertelt dat de vogelbescherming van Indonesië ondersteund wordt door veel NGO's en veel internationale organisaties. Hij heeft ook mensen van Vogelbescherming Nederland rondgeleid. Zijn goede Canonkijker en telescoop heeft hij van hen gekregen. Nu zien we zelf waar de bij Vogelbescherming ingeleverde oude – maar nog goed bruikbare – kijkers terecht komen. Sam zelf woont in een dorpje in de bergen. Het is een dorpje zonder elektriciteit. Als ik vraag of ze water hebben, zegt hij 'from the mountain' en dat water is volgens hem van goede kwaliteit. Ze hebben ook warm waterbronnen van verschillende temperatuur. Die gebruiken ze als douche. Als Sam weer terug moet naar zijn dorp is hij met de bus (eenmaal per dag) of achterop een motor 3,5 uur onderweg. Sam geeft ons mooie, professionele folders mee over zijn gidsenwerk en zijn werkgebied, compleet met e-mail adres en website. We zullen graag reclame voor hem maken; het is een kundige man en het is interessant om hem te ontmoeten.
[17-9-2016]
Tegen half zeven beginnen de kalongs uit te vliegen. Er blijven maar komen en ze zijn enorm groot. Een fascinerend gezicht. Terwijl er nog steeds meer komen, beginnen wij aan de terugvaart naar huis. Na een dag van 15 uur zijn we weer thuis.