[9-9-2016]
Foto: de Udayana Lodge.
We vliegen van Kalimantan eerst naar Surabaya en vervolgens naar Bali. Volgens ons schema duurt de vlucht van Surabaya naar Denpasar twee uur. We vertrekken met een half uur vertraging en als we goed en wel opgestegen zijn roept de captain om dat de landing ingezet wordt. Het blijkt dat het in Bali een uur later is en met het half uur vertraging en het uur tijdsverschil landen we exact om 8 uur 's avonds zoals op de tickets stond. Het wachten op de bagage duurt een stuk langer dan de hele vlucht, maar ook deze keer hebben de rugzakken besloten ons verder te vergezellen.
Nyoman die ons de eerste dag ook in Jakarta heeft opgevangen, staat ons weer op te wachten. Fijn om haar weer terug te zien, het is zo'n lieve en hartelijke vrouw. Met Santos de chauffeur gaan we op weg naar de Udayana lodge in Jimbaran waar we om ongeveer kwart over negen aankomen. Na het invullen van registratieformulieren en formulieren over eet voorkeuren krijgen we een uitvoerige instructie over restauranttijden, zwembad, gemeenschappelijke keuken en de friendly bar (gebaseerd op eerlijk bijhouden van een lijst met wat je gebruikt). Daarna mogen we – nadat ook die aan een grondige inspectie is onderworpen om te controleren of alles wel naar behoren werkt – eindelijk op de kamer. We zetten snel de spullen neer voor een laat diner en kunnen om half elf aan de vrije avond beginnen. Die duurt niet lang, want morgen om 6 uur gaan we met Nyoman op pad om vogels te kijken op Serangan eiland, dus de wekker gaat op kwart over vijf.
[10-9-2016]
Serangan eiland is inmiddels via een brug met het vasteland verbonden. Er waren grootse ontwikkelingsplannen met het eiland, maar daar is maar weinig van terecht gekomen en nu is het gebied met een half open begroeiing een prachtig vogelgebied waar je de vogels veel gemakkelijker ziet dan in het dichte tropische bos. Nyoman is geen gespecialiseerde vogelgids, maar weet erg veel en is een zeer getalenteerd vogelspotter, zodat we weer veel zien.
[10-9-2016]
Op Serangan eiland is ook het Turtle Conservation en Education Centre gevestigd. Zoals de naam al aangeeft zet dat centrum zich in voor het behoud en de bescherming van zeeschildpadden en ze doen veel aan educatie op scholen en onder de lokale bevolking. We krijgen een uitgebreide rondleiding van een van de vrijwilligers. Hij vertelt hoe ze de eieren een uur na het leggen opgraven en onder gecontroleerde omstandigheden uitbroeden. Als de eieren na 45-50 dagen uitkomen worden de schildpadjes met het hele legsel tegelijk overgebracht naar ondiepe zeewater basins. Daar worden de schildpadjes – strikt op leeftijd, dus gescheiden per dag – nog een week gehouden, zodat hun schildjes iets steviger zijn en ze iets minder gevoelig zijn voor predatoren. Je kan het verschil per dag zien. Niet zozeer in grootte, maar vooral in activiteit. Die van een dag oud lijken dood en bewegen alleen als ze onder de waterstraal komen, de wat oudere schildpadden zijn flink aan het zwemmen. Na die week worden de schildpadjes teruggebracht naar de plek waar de eieren gelegd zijn en moeten zelf vanaf het strand de zee in om aan het grote leven te beginnen. Naast het beschermd uitbroeden van de eieren vangen ze ook grotere schildpadden op die gewond zijn geraakt of in beslag genomen zijn. Die worden dan door de dierenarts weer opgelapt en als ze weer sterk genoeg zijn uitgezet in zee. Recent zijn 40 in beslag genomen schildpadden opgevangen waarvan er inmiddels 36 weer in zee zwemmen en vier nog herstellende zijn.
[10-9-2016]
Bij onze reis inbegrepen zit een donatie voor het project en de adoptie van een schildpad. Omdat we een officieel certificaat krijgen, mogen we een naam voor de schildpadden bedenken die dan vastgelegd wordt. Aangezien we niet denken dat onze adoptiekinderen echt naar hun naam gaan luisteren, kiezen we voor de fantasievolle namen 'turtle 1' en 'turtle 2'. Na de rondleiding is het tijd om kennis te maken met onze geadopteerde diertjes. We krijgen een emmertje en mogen uit een grote bak twee schildpadjes kiezen. Nyoman kiest er ook een uit. Met de drie kleine hummels in het emmertje stappen we vervolgens in de auto om ze naar hun eigen strand terug te brengen. Dat is erg belangrijk, omdat ze anders gedesoriënteerd raken. Als ze over 18 jaar geslachtsrijp zijn, komen de vrouwtjes namelijk terug naar exact dezelfde plek als waar ze uit het ei gekropen zijn om op hun beurt hun eieren hier te leggen. Het is onvoorstelbaar dat in zo'n klein schildpadhoofdje nu al opgeslagen wordt waar hij over zoveel jaar terug moet komen en dat dat 18 jaar lang bewaard blijft.
[10-9-2016]
De meeste ouders hebben moeite om hun kinderen los te laten, maar als je de kleine hummeltjes uit hun veilige emmertje op het grote strand zet, heb je echt met ze te doen. Ze lopen nu ze een week oud zijn een stuk moeilijker dan net uit het ei en het stukje strand is, ook al zitten ze vlak bij zee, een enorm lastig traject. De golven hier zijn geliefd bij surfers, omdat ze zo hoog en sterk zijn, maar zijn ontzettend gemeen voor onze kleintjes. Je zou ze het liefst veilig en wel uit de branding in zee zetten, maar ja ze moeten het nu eenmaal zelf doen. De eerste schildpad – Rik zegt dat het de zijne is – zwemt opeens al dapper de zee in en lijkt zich vol enthousiasme in het nieuwe avontuur te storten. De andere twee zijn nog onderweg als een grote, boze golf ze met een flinke klap een stuk verder van zee weer op het strand smijt en ze weer helemaal overnieuw moeten beginnen. Na diverse mislukte pogingen lukt het beide diertjes alsnog om in zee te komen. Ze spartelen nog even en dan duikt de eerste onder en begint aan het grote leven. De laatste lijkt de zee maar eng te vinden. Hij blijft helemaal boven zwemmen met zijn koppie boven water en straalt in alles uit dat hij het niks vindt. Maar na een zorgelijke tijd spartelen, snapt ook hij dat de zee nu eenmaal het ware leven is voor een zeeschildpad en verdwijnt hij onder water en zwemt weg. En zo zijn al korte tijd later onze adoptiekinderen weer de deur uit. Of ze nog leven zullen we nooit weten, het overlevingspercentage is niet hoog. Maar als je bedenkt dat ze in het centrum 95% van een broedsel van 80-140 eieren groot weten te brengen, kan het niet anders dan dat er voordat ze geslachtsrijp zijn er nog flink gedund wordt.