[28-9-2013]
Vanuit Goris rijden we terug over de weg van gisteren. Een stukje voorbij Getap slaan we af om via de Rode Kloof naar Noravank te rijden. De Rode Kloof is echt rood en vooral in het begin is de kloof ontzettend smal en steil en rijd je tussen twee loodrecht opgaande muren in. Na korte tijd wordt de kloof breder, maar hij blijft prachtig rood.
Al snel komen we bij Noravank bij het klooster. Het complex ligt net als alle kerken in Armenië op een prachtige, hoog gelegen, uitstekende punt tegen de achtergrond van de rode rotsen. Er staan twee kerken en een ruïnekerk. De kerk is in 1105 door bisschop Hovhannes gebouwd en in de 90-er jaren gerestaureerd. De kerk herbergt veel graven van de Orbelians (familie van de caravanserai-bouwer) en wordt daarom ook wel Burtelashen naar zijn patroon Burtel Orbelian, genoemd. De kerk heeft een bijzondere architectuur en bestaat uit twee etages. Beneden is een vrij kale ruimte, die gebruikt werd als grafkelder. Boven is de echte kerk met de koepel. Om die te bereiken, moet je een smalle stenen trap (treden van 25 cm breed en 40 cm hoog) op, die tegen de voorgevel aan gebouwd is, geen leuning heeft en die tot vier meter hoog is. Als je valt, val je heel hard op de stenen vloer beneden. We slaan de bovenkerk maar over. Naast de grote kerk staat een kleiner kerkje dat oorspronkelijk een grafkelder was. Er zijn prachtige khachkars en een van de graven draagt de beeltenis van een leeuw omdat de overledene erg moedig was. Bij het klooster is een mooi bloementuintje en langs het pad staan meer fraaie khachkars. Het uitzicht is erg mooi. De vallei is een vogelgebied en we horen veel kleine vogels en zien veel zwaluwen, maar het mooiste is toch wel de prachtige visarend die we een tijd langs de rotsen zien zweven.