[21-9-2103]
Ushguli heeft de triestheid van alle dorpjes die aan het eind van de wereld liggen: huizen die niet meer in gebruik zijn en geleidelijk tot ruïnes vervallen, modderige en vieze onverharde wegen en gebouwtjes die van allerhande toevallig aanwezig materiaal opgetrokken zijn. Daarnaast heeft Ushguli een overdaad aan koshkebi (meervoud van koshki, de verdedigingstorens), die wel mooi zijn, maar toch de verlatenheid niet kunnen verhelpen.
[21-9-2013]
Het allermooiste van Ushguli is de kerk. De kerk staat bovenop een heuvel aan de rand van de stad en kijkt uit op Mount Shkhara, met zijn 5056 m de hoogste berg van Georgië. Jammer genoeg is het bewolkt als wij in Ushguli zijn, zodat we steeds maar een stukje van de hoge besneeuwde berg kunnen zien. Het kerkje stamt uit de 12e eeuw en is nog helemaal origineel. Een monnik opent voor ons het lage deurtje van de kerk. De kerk is heel donker en piepklein en met drie mensen vol, maar zo bijzonder en sfeervol. In de boog boven het altaar zijn nog enigszins verweerde fresco's te zien. In het halletje van de kerk staat een groot vat gemaakt van aan elkaar geklonken koperen platen. Zo'n vat hebben we gisteren ook in het museum gezien. Het vat is net zo oud als de kerk en werd vroeger gebruikt voor grote dieroffers.
[21-9-2013]
Vanaf het kerkje lopen we naar beneden om een indruk van de rest van het dorp te krijgen. Het museum slaan we over omdat twee etnografische musea in twee dagen iets te veel van het goede is. Na het rondje dorp is het tijd voor de lunch. Onze lunch bestaat vandaag uit een zak koekjes, twee geschilde kleine komkommertjes van gisteren en een flesje drinkyoghurt voor samen. In Mestia was nog niets te koop toen we vertrokken, vandaar deze geïmproviseerde lunch. Het is raar dat zo'n Georgisch reisbureau daar niet beter in voorziet. Met een kleine bijbetaling regel je dat goed voor de gasten. David wil wel – net als gisteren – lunch bij zijn pension gaan halen, maar dat hoeven we niet voor een tweede dag; koekjes zijn ook goed voor een dag.
[21-9-2013]
De kerk wint het in Ushguli, maar op de directe tweede plaats komen de varkens. Overal lopen varkens rond, vaak zeugen met een hele sliert leuke gevlekte biggetjes. Als je de biggetjes meetelt, wonen er vast meer varkens dan mensen (290) in Ushguli. De varkens voelen zich zichtbaar tevreden in de heerlijke modder van Ushguli.