Extra veel bagage
Qua comfort en bagage is de reis niet luxe. Onze onderkomens houden de meeste nachten het midden tussen een homestay en een guesthouse en tijdens een trekking slapen we twee nachten in een provisorisch kampje. Daarom moeten we dus veel bagage mee: slaapzakken, slaapmatjes, muskietennetten en vanwege het onbestendige weer en de bergen poncho’s, laarzen, paraplu’s en kleren voor temperaturen tussen 0 en 35 graden. We hopen dus maar dat de vogels al die moeite een beetje gaan waarderen, aan ons ligt het niet.
Het past niet
Eigenlijk moet ik deze reis al beginnen op de avond voor vertrek. Omdat we zoveel bagage hebben, hebben we ruim van tevoren proef ingepakt en kunnen constateren dat alles – zij het met moeite – paste. Ook over ons gewicht – voor de binnenlandse vluchten gemaximeerd op 20 kg – waren we tevreden. Maandagavond gaan we de definitief ingepakte bagage bestaande uit een rugzak met daar bovenop een weekendtas definitief inpakken, maar dan weigert het pakket om nog in de vliegtuighoes te passen en door alle ‘laatste dingen’ is de bagage opeens ook te zwaar. Wat we ingeschat hadden als een een karweitje van tien minuten wordt een gevecht met een weerbarstige rugzak, weekendtas en hoes die niet van inschikken willen weten. We zijn dik twee uur aan het rommelen met ompakken, nadenken wat we achter kunnen laten en dingen uitruilen, tot Rik op het lumineuze idee komt om te kijken of we ook twee stuks bagage mee mogen. Dat vindt geen enkel vliegtuig een probleem en nu past de rugzak gemakkelijk in zijn hoes, terwijl de weekendtas moeiteloos zijn spiksplinternieuwe vliegtuighoes (aangeschaft als regenhoes) aantrekt. Door in Jakarta nog wat uit de grote bagage in de handbagage te proppen, komen we ook aardig in de buurt van de 20 kg voor de binnenlandse vluchten.
Bagagewagen bij de ferry naar Waigeo