Over El Salvador
El Salvador is het kleinste land van Midden-Amerika (ongeveer de helft van Nederland) en met vijf miljoen inwoners ook het dichtst bevolkte. Het is het enige land in Midden-Amerika dat geen kust langs de Atlantische Oceaan heeft.
El Salvador is pas laat door de Spanjaarden veroverd, maar door de pokken epidemie die Midden-Amerika via de Spanjaarden trof, was al 80% van de inheemse bevolking gesneuveld, voordat de veroveraars in levenden lijve kwamen. In 1524 kwamen Pedro de Alvarado en zijn broer Gonzalo vanuit Guatemala het huidige El Salvador binnen met hun leger van veroveraars dat gedeeltelijk bestond uit gevangen genomen inheemse Mexicanen. In eerste instantie waren de Spanjaarden teleurgesteld over het gebrek aan goud en juwelen, maar al snel zagen ze de voordelen van de vruchtbare vulkanische grond. Door de weerstand van de lokale bevolking duurde het tot 1526 voordat El Salvador geheel ingenomen was. De Spanjaarden noemden het 'Provincie van Onze Heer Jesus Christus, De Redder (in het Spaans El Salvador) van de Wereld'. Omdat dat nogal een mond vol was, werd het kortweg El Salvador.
Ook El Salvador is in 1821 onafhankelijk geworden, heeft daarna tot 1841 deel uitgemaakt van de Federale Republiek en is vervolgens zelfstandig geworden. In 1896 vormden Honduras, Nicaragua en El Salvador één republiek, maar die viel in 1898 alweer uit elkaar. In de tweede helft van de 19e eeuw was de economie vooral gebaseerd op koffie en het land werd bestuurd door een rijke elite van koffieboeren van afwisselend liberale en conservatieve komaf, die alleen oog had voor de belangen van de koffiehandel. Ze verbeterden de infrastructuur voor het koffietransport, elimineerden gemeenschappelijke en kleinschalige koffieplantages voor vergroting van eigen landbezit en regelden voldoende arbeidskrachten op de plantages door gedwongen migratie van de lokale bevolking.
In 1930 waren de eerste vrije verkiezingen, maar de regering van de gekozen president Arturo Ajauro werd al na negen maanden omvergeworpen door een groep jonge officieren geleid door Generaal Martinez, een felle anticommunist. De VS erkenden al snel de regering van Martinez die in 1934 verkiezingen uitschreef die hij won. Dat was niet zo'n knappe prestatie, aangezien hij de enige kandidaat was. Tegelijkertijd nam het verzet toe en Farabundo Martí organiseerde met anderen het verzet, dat bloedig werd neergeslagen en zijn trieste hoogtepunt in 1932 bereikte in 'de Matanza' (de Slachting), waarbij 30.000 mensen omkwamen. Drie van de vier verzetsleiders – waaronder Martí – werden geëxecuteerd. In de jaren na Martinez werd het land afwisselend bestuurd door democratische en dictatoriale regeringen.
In de jaren 70 ontstond steeds meer verzet onder de bevolking tegen de repressieve regeringen en in alle geledingen (boeren, studenten, arbeiders) ontstonden verzetsbewegingen die door doodseskaders werden bestreden. De FMLN (Front Faribundo Martí voor de Nationale Bevrijding) had duizenden actieve leden en honderdduizenden sympathisanten. Bang voor de 'linkse invloeden' organiseerden de VS een tegenjunta en riepen Duarte terug uit Venezuela om die te leiden. Het protest was echter te hevig en Duarte kon het niet meer stoppen. Een van de meest aansprekende verzetshelden was Monseñor Romero, aartsbisschop van San Salvador, die het onrecht en de massamoorden door de regering aan de kaak stelde. Hij werd door een doodseskader vermoord terwijl hij de mis las en veel historici zien deze gebeurtenis als het begin van de burgeroorlog die van 1980 tot 1992 duurde.
In 1992 hebben regering en FMLN een door de VN opgesteld vredesakkoord getekend en sinds die tijd kent het land vrede en zijn er sociale en economische hervormingen doorgevoerd. Sinds 2009 is Mauricio Funes van de FMLN-partij president van het land. Van een gids horen we dat er op 2 februari verkiezingen zijn geweest, maar dat er net als in Costa Rica een tweede ronde nodig is. Die vindt plaats op 9 maart en gaat tussen de FMLN en een rechtse partij. De FMLN heeft de beste kansen, maar Mauricio Funes wordt geen president. In El Salvador mag de president geen twee achtereenvolgende termijnen dienen. Naast al het menselijke geweld kent El Salvador ook het nodige natuurgeweld. Het ligt in een gebied met een hoge tektonische activiteit en aardbevingen en vulkaanuitbarstingen komen geregeld voor.
In 2001 veroorzaakten twee zware aardbevingen meer dan 1.000 doden. Bij de meest recente vulkaanuitbarsting in 2005 spuwde de Santa Ana vulkaan as, lava en brokstukken over de omringende dorpjes, waarbij twee doden vielen.