El Salvador > Ruta de las Flores > Joya de Cerén
Vandaag richting Ataco
None

[26-2-2014]

Foto: muurschildering onderweg in San Bartolomé Perulapía.

In Suchitoto worden we opgehaald door Alfredo die voor de komende twee dagen onze Engelstalige gids is. De eerste dag gaan we met Alfredo via Joya de Cerén en het Nationale Park Los Volcanes naar ons overnachtingsadres vlakbij Ataco.

Vulkaanuitbarsting 1917
None

[26-2-2014]

Voordat we bij Joya de Cerén zijn, stoppen we bij een lavaveld van een vulkaanuitbarsting van de Salvador vulkaan in 1917.

Bijzondere Maya ruïne
None

[26-2-2014]

Foto: kaart die de ligging van Joya de Cerén ten opzichte van andere ruïnes in Midden-Amerika laat zien.

Joya de Cerén is de eerste Maya ruïne van onze reis, maar gelijk ook een heel bijzondere. Rond het jaar 200 – de bronnen noemen verschillende data – werd het gebied bedolven onder dikke lagen as door een eruptie van de Iloponga vulkaan. Een paar honderd jaar later, toen de vulkanische as verweerd was tot vruchtbare grond, rond het jaar 500, ontstond er een boerengemeenschap in het gebied. Aan het eind van de 6e eeuw kwam daar een abrupt einde aan door een uitbarsting van de Loma Caldera die de nederzetting onder een 5-7 m dikke aslaag bedekte. Onder de aslagen ligt nu één van de best geconserveerde precolumbiaanse dorpjes.

Gewassen achterhaald
None

[26-2-2014]

Foto: restanten van een opslagruimte. Let op de lemen wanden met de takken erdoor.

De site is in 1976 bij toeval ontdekt toen bulldozers de grond afgroeven voor het plaatsen van silo's en op een lemen structuur stuitten. De archeologen vonden vervolgens een dorp waarbij het leek alsof de bewoners net even de deur uit waren. Potten nog gevuld met bonen, schalen met vingerafdrukken van iemand die bonen had gegeten, voorraadschuren waar de maïs te drogen lag en complete velden met gewassen. Natuurlijk zijn de gewassen door de vulkaanhitte volledig verbrand, maar via gipsmodellen van de door de verbrande planten achtergelaten ruimtes kon achterhaald worden welke gewassen werden verbouwd. Kennelijk waren de bewoners op tijd gealarmeerd, want er zijn geen lichamen aangetroffen. De twee gevonden skeletten zijn van een muis bij de voorraadschuur en een eend.

Opgravingen gestaakt
None

[26-2-2014]

Foto: resten van de gemeenschappelijke centrale keuken.

Door de vulkanische as is het complex min of meer ter plekke bevroren en daarom is het zo bijzonder. Daarnaast hebben de meeste archeologische sites betrekking op de elite: piramides, rituele plaatsen enz. Dit is een agrarisch dorp geweest en de plek geeft veel inzicht in het leven van alledag. Er zijn schalen gevonden, kruiken voor vloeistoffen, kleien kruikjes met geplette zaadjes in de keuken, die vermoedelijk als specerij werden gebruikt en maalstenen. De kralen van jade dienden waarschijnlijk voor de handel. Uit de schelpen en andere dingen van buiten de gemeenschap blijkt dat ze handel dreven met andere gemeenschappen. Er is maar een gedeelte van het complex opgegraven. Alfredo vertelt dat er geen opgravingen meer plaatsvinden. De site staat op de werelderfgoedlijst en wordt het best bewaard door niet op te graven. Het kost nu al moeite om het opgegraven deel goed te beschermen tegen rot en insectenvraat. De UNESCO heeft nu bepaald dat er daarom niet verder gegraven mag worden, maar ze vermoeden dat het dorp zo'n 5.000 inwoners had en er nog veel begraven ligt. Andere reden om niet verder te graven is dat er dan in het druk bewoonde en gebruikte gebied, boeren onteigend moeten worden.

Sjamaan
None

[26-2-2014]

Foto: de woonruimte van de sjamaan met vooraan het lage deurtje. De sjamaan zit op de verhoging.

Er is veel op de site te zien. Voor het grote gemeenschapshuis, dat fungeerde als vergaderruimte en gebouw voor de rechtspraak, is een forse kruik met een soort chicha (maïsbier) gevonden. Het opslaggebouw en de gewone huizen zijn opgebouwd uit vier palen met wanden van modder met een raster van takken erdoor. Het dak is van een soort grasachtig materiaal. Het stoombad heeft een lage ingang en werd met vulkaanstenen warm gemaakt. Door over de stenen water te gieten ontstond dan het stoombad dat alleen voor mannen toegankelijk was. Bij uitzondering mochten vrouwen erin voor ze gingen bevallen.
De werkplaats van de sjamaan bestaat uit een soort T-vormig gebouwtje met aan de voorkant een raampje en aan de achterkant een stoeltje en een hoger raampje. Gewone mensen mochten niet naar binnen; de hoger geplaatsten misschien wel, maar dan moesten ze door het lage deurtje, zodat ze heel diep moesten bukken. De grote gemeenschappelijke keuken werd bij speciale gelegenheden gebruikt voor het bereiden van gezamenlijke maaltijden. De huizen zijn min of meer vierkant, waarbij de helft van de ruimte hoger was en gebruikt werd als bed. Wat de plek extra leuk maakt zijn de vele prachtige blauwe motmots overal.

Op het complex gevonden schaal in het museum
foto-serie Joya de Cerén [1/9]
Turquoise-browed motmot (wenkbrauwmotmot)
foto-serie Joya de Cerén [2/9]
Achter de temazcal (badruimte); vooraan woonhuizen
foto-serie Joya de Cerén [3/9]
Het stoombad
foto-serie Joya de Cerén [4/9]
Woonhuis met lemen wanden en een hoog en laag deel
foto-serie Joya de Cerén [5/9]
Resten van de gemeenschappelijke centrale keuken
foto-serie Joya de Cerén [6/9]
Opslagruimte bij de gemeenschappelijke keuken
foto-serie Joya de Cerén [7/9]
De ribbels waar ooit de maïs op geplant was
foto-serie Joya de Cerén [8/9]
Bloeiende boom bij Joya de Cerén
foto-serie Joya de Cerén [9/9]
naar volgende pagina:
volgende: PN Los Volcanes