[2-10-2007, St. Petersburg]

In onze laatste dag hier proberen we nog zoveel mogelijk te doen. Als eerste gaan we naar het Peter en Paul fort. Als je de gebouwen in wilt, moet je betalen, maar buiten mag je vrijelijk rondkijken.

[2-10-2007, St. Petersburg]

Vanaf het Peter en Paul fort lopen we naar de ‘Kunstkamer’, met daarin het rariteitenkabinet van Peter de Grote. Peter de Grote was zeer geïnteresseerd in de wetenschap en heeft zowel van Ruijsch als van Seba (ook een Nederlander) verzamelingen opgekocht. Een groot deel van de expositie bestaat uit teratologische (=monster) schatten: vitrines vol misvormde foetussen, kippen met vier poten en poesjes met twee lijven. Verder is er een keur aan organen als hart, longen, darmen, geslachtsorganen en blaas, die met een speciale techniek door Ruijsch geprepareerd zijn, waardoor je de bloedvaten kon zien. Grappig is dat door de contacten van Peter de Grote met Nederlandse geleerden (Ruijsch, van Leeuwenhoek, Boerhaave) er ook veel over Nederland is, zoals de universiteit van Leiden en de anatomiezaal daar.