Myanmar > Inle meer > eerste dag Inle meer
Over het Inle meer
None

[6-1-2016]

Bij de jetty stappen we over op de boot, want in het Inle meer gaat al het vervoer per boot. Het meer heeft een lengte van 22 km en een breedte van 10 km, alhoewel de kustlijn niet scherp gedefinieerd is. Die is afhankelijk van het droge of natte seizoen, net als de waterdiepte. Het meer ligt op een hoogte van zo'n 1000 m en is het op een na grootste meer van Myanmar. In en rond het meer zijn veel dorpjes en de meeste huizen staan op palen in het water. De bevolking leeft hier niet alleen van de visvangst, maar ook van een serie uiteenlopende ambachten, zoals gewone smeden en edelsmeden, botenbouwers, pottenbakkers, wevers (van zijde, katoen en lotusbloemvezels) en van akkerbouw.

Drijvende tuinen
None

[6-1-2016]

Overal op het meer kom je de drijvende tuinen tegen. De drijvende tuinen zijn gemaakt door het natuurlijke verlandingsproces een handje te helpen en drijvende eilandjes te verstevigen en te vergroten. Het slib van de bodem wordt als meststof gebruikt. De tomaten van het Inle meer zijn in heel Myanmar beroemd.

Bedreigingen van het Inle meer
None

[6-1-2016]

Foto: onze boot legt aan bij een klooster middenin het meer.

Alhoewel het Inle meer en omgeving prachtig is, kent het meer ook vele bedreigingen. Door de toenemende populatiedruk en het opkomende toerisme wordt het oppervlak aan open water steeds kleiner. Ook de toename van de drijvende tuinen zorgt voor afname van het wateroppervlak, omdat ze na gebruik veranderen in vaste eilandjes. Houtkap en niet duurzame landbouw (afbranden na de oogst) veroorzaken aanvoer van slib en voedingsstoffen in het meer, met als gevolg een explosieve groei van waterplanten en algen. Vooral de waterhyacint, die hier niet inheems is, verdringt andere planten, verbruikt de zuurstof uit het water en verstopt de smalle kreekjes. Verreweg de meeste huishoudens lozen hun afvalwater direct op het meer. Het lijkt erop dat projecten om dat te verbeteren hier en daar succes hebben. Een nieuwe bedreiging vormt het plan om uitheemse vissoorten te introduceren om de opbrengst van de visvangst te vergroten. Gelukkig is er ook goed nieuws. Het Inle meer is een belangrijk natuurgebied, vooral voor trekvogels. Sinds 1985 is er in het gebied een vogelreservaat waar grote aantallen vogels nestelen en trekvogels op hun route neerstrijken. Sinds vorig jaar is het gebied door UNESCO toegevoegd aan het Wereldwijde netwerk van Biosfeer Reservaten.

Eenbenige roeiers
None

[6-1-2016]

Het Inle meer is beroemd om zijn eenbenige roeiers. De vissers gebruiken hier een speciale techniek. Ze staan op de voorpunt van hun kleine vissersbootje en roeien met één been om de roeispaan geslagen. Gelijk als we op het meer zijn, krijgen we een demonstratie te zien van een soort evenwichtskunstenaar. Hij kan niet alleen met een been roeien, maar ook met zijn andere voet de viskorf optillen en in alle mogelijke posities manoeuvreren zonder daarbij zijn evenwicht te verliezen. Overigens kan hij beide dingen nog net niet tegelijkertijd. Hij laat zien hoe hij de kegelvormige korf met net in het water laat zakken en hoe hij door de touwtjes bovenaan het net te manipuleren de vis onderin het net kan vangen. Hij demonstreert ook hoe hij de veeltandige, vervaarlijk uitziende, lange vork in het net steekt. Die gebruikt hij niet om de vis aan te spiesen, maar om ze te laten schrikken, zodat ze het net in zwemmen.

Met stokken op het water slaan
None

[6-1-2016]

Even verderop zien we een groep vissers die hard met lange bamboestokken op het water slaat. Zij jagen gezamenlijk de vis op in de richting van een groot net dat in het water hangt.

Jumping Cat Monastery
None

[6-1-2016]

Onze eerste bootstop op het meer is bij het Nga Phe Chaung klooster. Het is een geheel houten klooster dat op palen in het meer staat. Het klooster is in Shan stijl en heel anders ingericht dan de kloosters die we tot nu toe gezien hebben. Op het centrale platform staan aan vier kanten Boeddha's opgesteld, maar alle boeddha's zitten hier op grote tronen die fraai bewerkt zijn met inlegwerk. De bijnaam 'jumping cat monastery' heeft het klooster te danken aan een vroegere hoofdmonnik. Die hield van katten en hij had de katten – tegen beloning met wat lekkers – geleerd om door een hoepel te springen. De toeristen vonden dat natuurlijk leuk om te zien en zo kreeg het klooster zijn bijnaam. Vandaag valt de voorstelling van de katten tegen. Een paar jaar geleden is de hoofdmonnik overleden en zijn opvolger vond het monniken onwaardig om katten door een hoepel te laten springen, dus hij heeft het hoepelspringen afgeschaft. Het leek ons voor de monniken juist wel een leuke afwisseling met het mediteren. De katten zijn er nog wel. Ze liggen tevreden in het zonnetje of lopen wat rond. Er staan genoeg bordjes eten voor ze, dus ze komen niets tekort.

Phaung Daw Oo pagode
None

[6-1-2016]

In de Phaung Daw Oo pagode, ook de pagode van de vijf Boeddha's genoemd, staan in het midden van de tempel, op een flinke verhoging – geen toegang voor dames! – vijf hompen waar je met de beste wil van de wereld geen Boeddha in herkent. Boeddha's worden in heel Myanmar met piepkleine blaadjes bladgoud beplakt en deze Boeddha's hebben zoveel bladgoud te verwerken gekregen dat ze totaal hun figuur verloren hebben.

Wonderboeddha
None

[6-1-2016]

Eens per jaar – in oktober – maken de Boeddha's een uitstapje. Hun boot – de Karaweikboot, een goudkleurige, koninklijke boot in de vorm van een mythische vogel die Karaweik heet – gaat dan voorop in een lange processie van boten, het meer rond en doet in 19 dagen de dorpjes langs het meer aan. Ze overnachten in de plaatselijke kloosters. Daarna keren ze weer terug naar hun tempel. Tegenwoordig mogen maar vier van de vijf Boeddha's mee. Tot 1965 mochten alle Boeddha's mee, maar in 1965 is de Karaweik-boot omgeslagen en zijn de Boeddha's in het water getuimeld. Vier van de Boeddha's konden gered worden en hebben geschrokken hun rondreis vervolgd, maar de vijfde Boeddha werd niet teruggevonden. Toen de vier Boeddha's na 19 dagen terugkwamen van hun rondgang, stond Boeddha nummer vijf doodgemoedereerd op zijn vaste plek in de tempel, de waterplanten nog op zijn hoofd. Sinds die tijd blijft deze wonderboeddha thuis tijdens de feestdagen. Tegelijkertijd met de rondgang van de beelden zijn er ook bootraces op het meer. Uit alle omliggende dorpen doen grote boten vol mannen en vrouwen mee aan de races. Op de foto's ziet het er erg spectaculair uit.

Padaung
None

[6-1-2016]

Een van de minderheidsgroepen die langs het meer woont zijn de Padaung, ofwel de langnekstam. Die naam dragen ze niet zomaar. De Padaungvrouwen krijgen al vanaf hun vroege jeugd ringen om hun nek. De ringen worden als een spiraal om hun nek gewonden en elke paar jaar krijgen ze er een paar ringen bij tot ze in totaal 21 dikke ringen om hun nek hebben en ze een heel lange nek hebben. Ze kunnen hun hoofd nauwelijks draaien en ze bewegen omzichtig. De ringen kunnen ze nooit afdoen, want de nekspieren zijn teveel opgerekt en te verslapt, dus hun nek zou gewoon doorknakken. Eerlijk gezegd vind ik het er een beetje luguber uitzien. Je vraagt je ook af hoe het met hun nekwervels en de tussenwervelschijven zit. Hoe overbruggen die de grote tussenruimte? Het zaakje zal vast niet helemaal loszitten. Ze hebben ook ringen om hun benen, net onder knie. Dat ziet er een stuk gezonder uit. Oorspronkelijk leefden de Padaung op de beboste berghellingen, maar nu hebben ze zich ook rond het Inle meer gevestigd. De achtergrond van de ringen is tweeledig. Allereerst kan je er je rijkdom mee tonen. Daarnaast beschermde het de vrouwen tegen aanvallen van tijgers, omdat die hun tanden stukbeten als ze de keel van het slachtoffer probeerden door te bijten. Mannen waren uiteraard van zichzelf al sterk genoeg. Heel waarschijnlijk klinkt de laatste verklaring nou ook weer niet.

naar volgende pagina:
volgende: Inle meer, impressies 1