[23 t/m 27 augustus 1998]
In Darwin brengen we één nachtje door, daarna gaan we door voor een vijfdaagse tour naar Kakadu National Park. Kakadu is één van de beroemdste wetlands (= gebied met veel plassen en natte gedeelten) ter wereld en uitermate vogelrijk. Omdat er zoveel te zien valt, gaan we vijf dagen. We hebben ingetekend op een kampeertocht, met vervoer per 4 WD en een programma dat wel goed lijkt.
Onze tocht is domweg een grote sof. De nadruk van de tocht ligt op het zwemmen. Er moet heel veel gezwommen worden. Voor vogels kijken is geen tijd ingeruimd. Afgezien van twee keer even bij een meer kijken en een boottocht komt het onderdeel flora en fauna niet aan bod. Onze gids, Desmond, weet daar ook weinig vanaf en vertelt er weinig over. De meest algemene dieren kan hij van een naam voorzien, maar dat kunnen wij inmiddels ook. Eén van de redenen om juist deze tocht te kiezen was dat de folder iets vertelde over de gidsen. De gidsen waren volgens de beschrijving enthousiast, en de meesten waren geschoold als bioloog of ecoloog. Desmond is niet enthousiast en elektricien. Elektricien is natuurlijk een heel mooi beroep, maar niet de meest geschikte vooropleiding voor een gids in een natuurpark.
Desmond heeft het programma omgegooid. De route door het park is nu erg inefficiënt. De eerste dag is bijna uitsluitend een rijdag. Ons ‘voertuig’ (niet nader omschreven in de folder) is een klein jeepje waar we met negen passagiers opgepakt inzitten. Uit het raam kijken kan je niet omdat je daar met je rug naar toe zit, en de overburen voor het andere raam zitten. Echt comfortabel zitten doen we niet. Op de onverharde wegen die Desmond op topsnelheid neemt, worden we volledig door elkaar gerammeld.
[23-8-1998]
Absolute topper van de eerste dag (en eigenlijk van alle vijf de dagen) is de boottocht over Yellow Waters. Het is er zo mooi: watertjes vol met witte en blauwe waterlelies afgewisseld met stukken bos met paperbark trees (de bast van die bomen bladdert af en lijkt op papier, en wordt ook als papier gebruikt) of palmbomen, met grote drijvende rietvelden en kleinere kreekjes. We zien er veel zoutwaterkrokodillen, die erg gevaarlijk zijn en ook in zoetwater kunnen leven. En we zien massa’s en massa’s vogels, waarvan de Jabiru, een heel grote ooievaar met een donkerblauw glanzende hals, wit lijf met zwarte vleugels en feloranje poten, wel de meest spectaculaire is. Deze boottocht is ook een reden waarom we juist deze tour gekozen hebben.
De winter van Zuid Australië hebben we al een tijd achter ons. We zitten alweer ruim boven de keerkring bij tropische temperaturen. Overdag schijnt een onbarmhartige felle zon en is het 35º of warmer.
[24-8-1998]
De tweede dag rijden we niet veel, maar gaan we de hele dag naar een kloof om te wandelen en te zwemmen. Aan allebei doen we niet zo erg mee. We vertrekken pas om half 11 voor de wandeling als het al erg heet is en moeten in de felle zon over de rotsen in de kloof klauteren. Zo’n wandeling is veel te heet voor me, dat kan ik, omdat ik niet echt goed tegen hitte en zon kan, domweg niet aan. Rik en ik blijven op de eerste zwemplek samen achter. De rest van de groep heeft aan het eind van de dag acht keer gezwommen. Natuurlijk stond in de folder dat er af en toe tijd was om te zwemmen, maar acht keer op één dag is toch (naar onze mening) wat veel van het goede.
[25-8-1998]
Desmond is in alles vrij laconiek en vooral volledig vrij van verantwoordelijkheidsgevoel. Terwijl iedereen en iedere gids je voortdurend op je hart drukt dat je om uitdroging te voorkomen hier veel moet drinken, speelt hij het klaar om de derde dag geen drinkwater meer aan boord te hebben. Zijn reactie: “Oh, geen zorgen, vanmiddag tappen we wel vers”. Ongeacht wat je vraagt, of dat nu de zwaarte van de wandeling, de tijd van vertrek of wat je mee moet nemen is, krijg je één van de volgende antwoorden:
- “Ik weet het niet”
- “Maak je maar geen zorgen”
- “Het is in orde zo”
Vandaag wandelen we eerst naar de Barramundi Gorge voor het onvermijdelijke zwemmen, 's Middags naar Nourlangie Rock voor de (deze keer wat interessantere) rotstekeningen. Overnachting bij Sandy Billabong.
[26-8-1998]
Op de vierde dag staat een tocht naar bovenaan de Twin Falls beloofd. Die tocht bestaat uit een echt steile klim van een half uur, gevolgd door een uur lang minder steil tot vlak lopen. De klim is erg lastig, aangezien er geen pad is, en je over onregelmatige rotsen moet klimmen. Ieder weldenkend mens zou bij deze temperaturen zo’n wandeling alleen ’s morgens vlak na zonsopgang doen. Onze groep wordt geacht daar om half 3 ’s middags in de volle zon aan te beginnen.
Wij doen bij voorbaat niet mee vanwege de hitte (ik), de steilte (Rik) en een op de eerste dag (bij het zwemmen) opgelopen gekneusde teen (Rik). De rest van de groep gaat zonder te weten hoelang ze moeten lopen op pad. Boven is hun zwemmen beloofd. Aangezien het water boven goed drinkwater is (volgens Desmond) hoeven ze geen drinkwater mee. Een klein beetje is genoeg, boven kan je koel nieuw water tappen. Ze kùnnen ook geen water mee, de trailer met de voorraad water staat 15 km verderop op de camping. Natuurlijk heeft niemand genoeg aan zijn halve liter water of minder bij zo’n inspannende klim. Aan het eind van de middag vinden veel mensen Desmond een stuk minder aardig.
Wij gaan vandaag wel zwemmen zolang de anderen aan het klimmen zijn, ondanks alle waarschuwingsborden. In het water zijn allerlei netten bevestigd die de krokodillen buiten moeten houden. Daar vertrouwen me maar op.
[27-8-1998]
We moeten er lang op wachten, maar de laatste dag zien we dan toch waar Desmond’s kwaliteiten en talent ligt. Luister naar het verhaal dat werkelijk gebeurd is in de ruige wildernis van Kakadu. Het verhaal over hoe het Mooie Blonde Meisje gered wordt door de Stoere Held.
Rolverdeling:
Mooie Blonde Meisje: chauffeur van de truck van Northern Territory Adventure Tours ( = NT-AT). Uiterlijk: Lief uitziend Martini on the rocks reclame meisje. Hoofdrol in verhaal.
Stoere Held: onze eigen stoere, sterke Desmond die de ruige wildernis met één hand bedwingt. Uiterlijk: held uit Caballero reclame, maar dan minder knap. Ongekamde haren, verweerd gebruind gezicht en altijd een drie dagen oude baard. Eveneens een hoofdrol.
Plaats van handeling: de weg vanaf Jim-Jim Falls naar de hoofdweg. De weg is heel, heel slecht en dit gedeelte bestaat uit heel fijn los zand waarin je tot aan je enkels wegzakt. Onze jeep is op de terugweg van de Jim-Jim Falls, de truck van NT-AT is op weg naar de Jim-Jim Falls. De NT-AT truck is hopeloos vastgelopen en staat tot aan zijn assen in het zachte diepe zand. Mooi Blond Meisje is radeloos. Al het geschep om de truck uit te graven, en al het geduw tegen de truck heeft tot niets geleid en Mooi Blond Meisje weet niet meer wat ze moet doen. Desmond parkeert de jeep, en we moeten allemaal uitstappen om te helpen (en terecht). Stoere Held gaat Mooi Blond Meisje redden.
Desmond overziet in één oogopslag de situatie, kruipt achter het stuur van de truck en beveelt om met z’n allen, echt met z’n allen zo hard mogelijk te duwen. Eerst gebeurt er niets, maar dan langzaam, heel langzaam gehoorzaamt de truck de hand van zijn nieuwe strenge meester en rolt beetje bij beetje achteruit. Na een paar meter rijdt de truck op eigen kracht achteruit, en is hij los uit het zand.
Stoere Held is nog niet uitgered. De hindernis van het diepe zachte zand ligt nog voor de truck. Desmond roept: “Ik rijd hem er doorheen”. Iedereen zoekt een veilig heenkomen en Desmond spuit met volle vaart de truck door het diepe zand tot voorbij de gevarenzone. Daarna stapt hij uit en loopt als in een slechte western nonchalant weg, kijkend alsof er niets gebeurd is. Mooi Blond Meisje laat hij achter met een dankbare blik in haar mooie ogen (verder zal ze zich niet zo fijn voelen). Haar groep is ook erg dankbaar. Gisteren is de truck ook al vastgelopen. Ze hebben toen 40 minuten door het enkeldiepe hete zand terug naar de camping moeten lopen. Ook andere tours zijn dus niet alles.
Wij hebben wel genoten van de Redding. Een toneelstuk met zo’n klassiek thema zie je niet elke dag. En wat we verder ook van Desmond mogen vinden, het loskrijgen van de truck is echt een staaltje vakmanschap. Het is echt knap werk, en lang niet elke chauffeur in Kakadu zou het hem nadoen.
[28 en 29-8-1998]
Foto: de luxe jeugdherberg in Darwin.
Na vijf dagen stof happen en hitte, en vier nachten wildkamperen zonder douche (heet 'ongerept') zijn we wel blij dat we op de 27e terug zijn in Darwin. Na een heel uitgebreide douche en heerlijke frisse schone kleren gaan we eten met een heel grote ijs toe. Daarna terug naar de schone kamer met een schoon zacht bed. Wat kan comfort toch heerlijk zijn.
We doen ook de hele vieze was: vieze rode broeken, stinkende shirts en gore handdoeken en nu is alles weer schoon. Af en toe een rommeldagje is wel nodig en ook wel aangenaam. Nu is alles weer keurig op orde voor de komende 15-daagse trip van Darwin naar Perth.