[28-5-1999]
Vanuit Chivay klimmen we weer een stukje naar een hoogvlakte. Sinds Arequipa zijn we de echte woestijn uit, maar de begroeiing is nog steeds niet uitbundig.
[29-5-1999]
Foto: Plaza de Armas, Cusco.
Rondom Cusco blijven we relatief lang, er is veel te doen.
Cusco, uitvalsbasis voor Machu Picchu de beroemdste Inca-ruïne, is een toeristische stad met op westerlingen afgestemde restaurants, toeristenwinkels, massa’s fotowinkels en nog meer reisbureautjes. In ons programma staat de Inca-trail. Een vierdaagse wandeltocht naar Machu Picchu. Wij hebben ervan afgezien om te gaan lopen. De tocht is zwaar (klim van 2700 m naar 4200 m op dag 2), de route overbevolkt omdat je hem “gedaan moet hebben” en wijzelf met onze groep + dragers + koks + gids met zo’n 50-70 man gaan. Veel van de groep (iedereen gaat behalve wij en nog één iemand) denken dat ze het achteraf leuk vinden en er achteraf van genieten. Wij gaan met de trein zodat we ook van het moment zelf kunnen genieten. Dan maar niet sportief.
[30-5-1999]
Foto: muur van grote stenen, Sacsayhuaman.
Voordat de anderen de Inca trail gaan doen en wij naar Machu Picchu gaan, gaan we eerst nog een nacht naar Pisac. Eerst nog een bezoek aan Sacsayhuaman, iets hoger gelegen dan Cusco met een mooi uitzicht op de stad.
Het is een soort citadel uit de Inca tijd met drie verdedigingswallen en daarbinnen een stadje. Van de wallen is alleen het onderste stuk over, maar dat geeft al een goed beeld. De stenen in de onderste wal zijn het grootst, er is er een bij van 6 meter hoog en een ander van 350 ton. De stenen zijn aangevoerd van ca. 50 km afstand via rollende boomstammen en constructies om hellingen te nemen, Naar schatting is er 100 jaar aan gewerkt, met telkens gelijktijdig 20000 man voor de constructie en 20000 man voor het transport. De stenen zijn zeer ongelijk van grootte en vorm, maar ze zijn naadloos passend gemaakt. De muren staan ca. 10 tot 12 graden naar binnen om aardbevingen beter te kunnen opvangen.