Quito-Santiago > Quito-Huanchaco > jungletrip, deel2
Junglekamp
None

[4 t/m 7-5-1999]

Tijdens onze reis hebben we al heel vaak niet ter zake doende informatie moeten geven, voor de meest onbenullige dingen. Paspoortnummer bij aanschaf van een boek, vader’s voornaam bij ophalen poste restante brieven, of beroep bij het bezoeken van een museum. We hebben afgeleerd om naar een reden te vragen, we vullen braaf in wat ze willen weten. Standaardgrap is daarbij: “Zullen we onze schoenmaat ook maar invullen, die is ook vast nodig”. Laten ze nou bij de jungletocht echt naar onze schoenmaat informeren! Het blijkt dat iedereen een paar kaplaarzen aangemeten krijgt.
Al snel zijn we ervan overtuigd dat de kaplaarzen één van de meest zinnige attributen zijn die we bij ons hebben. Adonis, onze gids, heeft al gewaarschuwd dat we het regenseizoen op zijn hoogtepunt treffen. We zitten nog geen minuut in de boot op weg naar het kamp, als ze boven de schuif helemaal open zetten. Gehuld in poncho en laarzen blijven we redelijk droog, alhoewel het via de poncho altijd wel ergens inregent. Na ongeveer een half uur is de bui leeg geregend, maar de tweede en derde bui hebben ook ieder genoeg voor een nieuw half uur.
De volgende dag gaan we voor een wandeling. Adonis weet erg veel en laat ons veel zien. De wandeling is niet zwaar, maar we waden door beekjes en door zuigende modder waar je tot ver boven je enkels in wegzakt. Hoera voor de laarzen, met wandelschoenen hadden we dit nooit gered. We besluiten de laarzen alleen nog maar uit te doen als we naar bed gaan.

Wassen in de rivier
None

[4 t/m 7-5-1999]

Onze accommodatie hier bestaat uit drie hutten. Open hutten met een houten vloer (ongeveer 50 cm boven de grond) en een palmbladerendak dat gedragen wordt door houten palen, Eén hut dient als huiskamer, eetkamer en keuken. In de andere twee hutten slapen we met z’n allen. Matrasjes krijgen we uitgereikt.
Er zijn twee bushtoiletten, met een regenton voor doorspoeling, wassen moet in de rivier. Afdalen naar de rivier is niet zonder risico, het laatste stukje is steil, glad en heel modderig en nodigt uit tot minstens één keer vallen. Op die manier word je een stuk viezer van wassen dan van niet-wassen.

De aanhouder wint
None

[6-5-1999]

Foto: onze slaaphoek.

Vanmorgen maakt Rik me in alle vroegte wakker, omdat het regent. Heb ik wel gehoord, maar lijkt me geen reden om wakker te worden. Rik blijft volhouden, en klaagt over lekkage. Nadat ik hem aangeraden heb zijn poncho aan te doen, denk ik toch wel genoeg aandacht aan het probleem te hebben geschonken. Ik wil weer lekker gaan slapen, maar nee, Rik blijft maar zeuren. Hij wordt nat, zijn matrasje wordt nat, en ik word ondertussen echt wakker. Ook mijn matrasje wordt nat, en iedereen blijkt in het midden van de overkapping waar het het droogst is te schuilen. Eenmaal wakker ben ik het er wel mee eens dat handelen geboden was. Zo’n dak van palmbladeren houdt heus de meeste regen tegen, maar laat van zo’n tropische bui genoeg door om flink nat te worden. Misschien de laatste nacht toch de laarzen ook in bed aanhouden?

Prachtige vogels
None

[4 t/m 7-5-1999]

Los van de regen, is de tocht zelf erg leuk met wandelingen en tochtjes per kano. En alhoewel dat hetzelfde klinkt als onze Brazilië tocht, zien en doen we toch weer heel andere dingen.
Tijdens deze tocht zien we ongelofelijk veel vogels, mede omdat Adonis ze heel snel ziet, en meteen de naam weet. De heel grote ara’s (papegaaien) met hun felle kleuren wonen in de Amazone. maar de meeste soorten zijn inmiddels zeldzaam. De kans om die te zien is niet echt groot, en in Brazilië hebben we ze alleen tam als huisdier gezien. Hier hebben we ontzettend veel geluk. Op één dag zien we drie verschillende soorten. De meest spectaculaire is wel de grote rode ara, waarvan we twee paar zien. Het tweede paar vliegt recht over ons heen, met de zon perfect goed op hun rug, zodat we hun schitterende kleuren prachtig kunnen zien. Zelfs Adonis, die vertelt dat je deze vogels maar zelden ziet is er opgewonden over. We boffen ook wel altijd heel erg. Na de Galapagos en deze trip zijn we voor de rest van ons leven verpest. Zoveel zien we nooit meer (Dat schreven we in 1999, maar dat bleek niet waar: toen wisten we nog niet van de latere trips in Zuid en Midden Amerika).

Secoya indianen
None

[7-5-1999]

Vóór de terugtocht naar Lago Agrio gaan we naar een nederzetting van de Secoya indianen. Helaas blijkt de plek vrijwel verlaten, want er schijnt ergens een 'congres' van de stam te zijn. De meeste van de huisjes zijn niet permanent bewoond, maar zijn er alleen voor de schoolgaande kinderen en een wat ouder familielid als oppas. De afzonderlijke gezinnen wonen verspreid. Elk gezin heeft van staatswege recht op een stuk regenwoud van 50 ha.
Onze gids is weinig enthousiast over de zendelingen die hier geweest zijn en die in 1982 door de regering van Ecuador gevraagd zijn en bloc het land te verlaten. Onder het mom van linguïstisch onderzoek hebben ze hun tijd besteed aan het afhankelijk maken van de mensen en het maken van een bijbelvertaling. Na het vertrek van de zendelingen hebben de oliemaatschappijen de 'klanten' overgenomen. Elk gezin een pakket golfijzer voor het dak en 1 miljoen sucres.

Forse boom
foto-serie jungletrip [1/5]
Zon bijna onder
foto-serie jungletrip [2/5]
Uitzicht bij slaaphut
foto-serie jungletrip [3/5]
Oever van Rio Aguarico
foto-serie jungletrip [4/5]
Veel regen
foto-serie jungletrip [5/5]
naar volgende pagina:
volgende: naar Baños