Brazilië 2024 > rondzendbrief 5
Rondzendbrief 5 Brazilië 2024

[Verzonden op 22 september 2024 vanuit Vila Mont, Atlantisch regenwoud]

Vele uren bij de kolibries

De vierde brief heb ik afgesloten met onze aankomst in de regen in Vila Mont, vlak bij Paraty. Het is ons laatste adres en we blijven er een kleine week. De eerste dag is regen voorspeld en daar houden ze zich aan, maar het plan voor vandaag is regenbestendig. We gaan naar een plek waar we overdekt veel kolibries kunnen zien.

We ontbijten pas om half acht, omdat we niet vroeg bij de kolibries hoeven te zijn. De dag begint droog en voor het late ontbijt lopen we nog naar boven naar het uitzichtpunt. Overal is het overdadig groen en prachtig. Wel is het zwaar bewolkt, hangt er een dikke laag wolken in het dal en begint het weer te regenen. We vertrekken met twee auto’s voor een rit van twee uur naar Jonas Place, officieel ‘Sitio Folhas Secas’ (plaats ven de droge bladeren) geheten. De twee Belgische echtparen in hun huurauto, wij in onze auto met Chico en Olaf. We hebben een mooie rit met uitzicht op veel stranden langs de kust. Hoort het water hier turkoois te zijn, vandaag is het vanwege de regen grauw en grijs. We rijden door een speciaal type bos, de restinga. Dat is een bostype dat alleen dicht bij de kust voorkomt, maar niet zoals mangrove in het water groeit, maar in de kustzone die bij hoge vloedgolven onder water komt te staan. In dat geval dringt het zoute water via de rivieren dieper het land in. De restinga is een bostype met voornamelijk lage bomen die tolerant zijn voor het dan ontstane, tijdelijk brakke water.

Bij Jonas stappen we een sprookjeswereld binnen. Als een zwerm bijen vliegen de kolibries af en aan. Je komt ogen en oren tekort. Ze zijn overal en met heel veel. Op het terrein hangen heel veel feeders voor ze. Dat zijn flesjes met suikerwater die een uitstekende energierijke voedingsbron vormen voor de kolibries die met hun snelle vleugelslag heel veel energie verbranden. Het zijn er zo waanzinnig veel dat je buiten adem raakt van wat je ziet. Alsof dat nog niet genoeg is, zijn er takken waarop bananen liggen. Daarop zitten de drie meest kleurige pagina’s vogelboek tegelijk. Groene honingzuigers, knalblauwe vogeltjes en tangares – een zangvogel die gemiddeld de grootte van een vink heeft – in alle kleuren van de regenboog. Zo knalrood als de Braziliaanse tangare is, is geen enkele andere vogel. Chico hoeft vandaag geen vogels te zoeken voor ons, wie ze hier niet ziet, is ernstig toe aan een bril. Jonas sjouwt voortdurend rond om feeders te vervangen of nieuwe bananen neer te leggen In 20 minuten zijn alle bananen weer op. We blijven er uren en uren kijken en nog is het jammer als we weg moeten. Via een andere route, rustiger dan de heenweg, rijden we door prachtig regenwoud weer terug. Na een stop voor een late lunch, zijn we net voor donker terug.

Braziliaanse tangare, Brazilië

Braziliaanse tangare

Witkinsaffierkolibrie in de regen in het Atlantisch regenwoud, Brazilië

Witkinsaffierkolibrie in de regen

Mambucaba

We vertrekken de tweede dag vroeg naar een gebied op 1,5 uur rijden in de buurt omdat daar in de vallei een vogel zit die nergens anders voorkomt. Bovendien zijn er ook massa’s andere vogels te ontdekken. Natuurlijk hebben Olaf en Gustavo niets weten te regelen zodat we ook vandaag met twee auto’s en onze privégids met de groep op stap gaan. We hebben het geluk dat het aardige en rustige mensen zijn die net as wij alles leuk vinden en waar goed mee te leven valt. Maar toch.

Onderweg stoppen we voor ontbijt dat hier voor zevenen al gewoon te krijgen is. Vandaag moeten we een stuk harder werken dan gisteren, toen we op een stoeltje gezeten zonder verrekijker de vogels konden zien. Nu speurt Chico ze weer tussen de blaadjes vandaan en moeten we erg ons best doen om ze te spotten voordat ze alweer achter andere blaadjes zitten. We vinden onze bijzondere vriend – de black-hooded antwren (roodrugmiersluiper) voor de liefhebbers – die nog geen seconde op dezelfde plaats blijft zitten en absoluut niet de neiging heeft om zich eens even rustig aan ons voor te stellen. Maar stukje bij beetje zien we zowel het mannetje als het vrouwtje helemaal. Een van de Belgen spot een toekan. Het is de groefsnaveltoekan die ook al weinig geduld heeft en een poosje kiekeboe blijft spelen. De trogon, een prachtige en kleurige vogel gedraagt zich beter en poseert goed zichtbaar op een tak.

We zien opmerkelijk veel vinkjes en andere zaadeters. Die komen af op de zaden van de bloeiende bamboe. We hadden altijd gedacht dat bamboe alleen in Azië voorkwam, maar dat klopt niet. Ook in Zuid-Amerika hebben ze van nature bamboe, maar wel kleinere soorten. De bamboe groeit zo’n vijf à zes jaar en komt dan in bloei, ontwikkelt zaden en sterft dan in zijn geheel af om daarna aan een nieuwe cyclus te beginnen. Al deze zaadetende vogeltjes komen nu op de overvloed aan bamboezaden af. Natuurlijk kunnen ze niet vijf of zes jaar wachten tot er weer zaden zijn. Net als de reuzenpanda eten ze van meerdere soorten bamboe. Ze trekken van gebied naar gebied om de bloeiende bamboe te volgen.

Onder het terugrijden stoppen we nog bij een meer open terrein. Daar staat een boerderij dichtbij en de mensen van de boerderij houden net zo min van mensen als onze toekan van daarnet. Er wordt een hoop geschreeuwd en zelfs als Chico uitlegt dat we alleen vogels kijken – we hebben allemaal verrekijkers om, maar ook fototoestellen – zijn ze niet gerust. Chico vertelt dat ze denken dat wij, vanwege onze buitenkleding, regeringsfunctionarissen zijn die komen controleren. Bij dat soort controles moeten wapens en illegale waar snel worden weggeborgen, maar gewaardeerd worden dat soort controles – en nu dus wij – niet.

Chico had verteld dat we ook strandplekken aan zouden doen. Strand moet wat ons betreft vermeden worden, maar Chico gaf aan dat er vogels waren. Dan mag het strand. We stoppen dan ook om naar het strand te lopen, maar komen uit bij een – gelukkig gesloten – strandtent die eruit ziet als een uitdragerij. We zouden hier gaan lunchen, maar helaas. Olaf vindt de gesloten strandtent een prachtige plek, omdat er niemand is. Wij begrijpen best dat geen hond op zo’n zwerfplek wil zijn. Verderop staan parasols, dus daar is wel iets open. We trappen op de rem. Vogels op het stand is goed, maar eten op een armoedig strand met niets, terwijl het veel te lang gaat duren, gaan we niet doen. Olaf valt bijna om van verbazing. Hij heeft heel wat jaren gegidst, maar nog nooit meegemaakt dat iemand het niet leuk vond om op het strand te lunchen. Nu dus wel. Maar goed, het wordt snel opgelost. We dumpen de Belgen bij de parasols die het wel een geweldige plek vinden en wij rijden door naar de stad waar we bij de supermarkt broodjes kopen. Prima opgelost.

Een koude douche

Het kost geen moeite om goed wakker te worden. De eerste ochtend wordt mijn douche niet warm. Ik blijk de verkeerde kraan te hebben gebruikt, omdat ik zonder bril niet kan lezen wat warm en koud is, maar ook bij Rik is het water hooguit 15 seconden warm en wordt dan weer koud. Olaf kijkt en zegt dat we de kraan helemaal open moeten draaien. De volgende dag volgen we de instructie nauwgezet op. Het resultaat: we hebben beiden 20 seconden warm water, zo snel kunnen we niet douchen. Olaf belooft de technische man te appen. Aan het eind van de dag vragen we of het nog gelukt is met de douche. Olaf denkt van wel, wij denken de volgende ochtend van niet. Er is nu helemaal geen warm water. Olaf appt opnieuw. Nu komt de technische man wel, maar met slecht nieuws. De geiser is stuk en moet vervangen, maar 1 minuut warm water lukt, voordat hij afslaat. Op het terrein zijn naast ons huisje nog een groter huis en een centrale ruimte. We kunnen nu in het grote huis warm douchen. We snappen dat een geiser niet à la minute vervangen kan worden, dus dat is een goede noodoplossing, maar wel veel gedoe. We accepteren dus maar de koude douche voor de resterende duur. Die ene minuut warm water hebben we niet mogen meemaken.

Vandaag twee gidsen

Wat met de meeste problemen niet gebeurt, gebeurt met het probleem van onze privégids wel: het lost zich vanzelf op. Olaf is er op de voorgaande twee dagen niet in geslaagd een extra gids te regelen en Gustavo heeft gezegd dat Olaf erg zijn best doet en daar blijft het bij. Vandaag vertrekken de vier – uitermate sympathieke – Belgen naar hun volgende bestemming en daardoor blijven we vanzelf met een privégids over. Maar we moeten Olaf nageven dat hij wel zijn best heeft gedaan. Lucas de vervanger van Chico, die er tegen de afspraken in maar drie van de vijf dagen is, is er al op Chico’s derde en laatste dag. Ze komen samen om zes uur aan voor een vogeltocht voor het ontbijt. Het lijkt er op dat we de vroege excursie nu nog met z’n achten gaan doen en na twee dagen met een groep van zes (plus Chico en Olaf), hebben we daar echt geen trek meer in. Als het nodig is, kan ik bijzonder duidelijk zijn, waarop Olaf zo verstandig is om aan Chico te melden dat het beter is om de groep te splitsen. Lijkt ons ook en wij claimen de ons beloofde Chico. Tot Chico’s verrassing zien we een koekoek die zich bijna nooit laat zien en als we de Belgen roepen voor de koekoek, spotten we nog een prachtig toekanpaartje met de merkwaardige Nederlandse naam vleksnavelpepervreter.

Vleksnavelpepervreter in Atlantisch regenwoud, Brazilië

Vleksnavelpepervreter

We nemen afscheid van de Belgen die hier aan hun reis begonnen zijn en gaan met Lucas en Chico op weg naar een bos om daar te wandelen. Het bos, La Ranjeiros, ligt in de buurt van een terrein met dure vakantiewoningen van rijke Brazilianen uit Rio of Sao Paulo. We moeten door het eerste toegangshek met slagboom van de vakantiehuizen om bij het bos te komen. Het bos is uitermate rustig en zo mooi. Vandaag is het bos helemaal voor ons alleen. Het grootste deel ligt op het terrein van een verlaten boerderij. De boerderij is in de jaren 60 van de vorige eeuw verlaten en nu is het gebied overgenomen door het bos. Chico wijst een plek aan waar en poos geleden een aardverschuiving is geweest. Als je de diepe vallei inkijkt kan je je goed voorstellen dat daar heel wat aarde in kan verdwijnen. De vroegere weg vormt nu een aangenaam wandelpad.

Cicade (ca 8 mm) in Atlantisch regenwoud, Brazilië

Cicade (ca 8 mm)

Het blijkt dat we ons vandaag ingeschreven hebben voor de cursus ‘moeilijke vogeltjes zoeken’. De vogels die Lucas en Chico vinden, houden er allemaal van om achter blaadjes te zitten en dan ook nog voortdurend achter andere blaadjes. Het kost Lucas en Chico nauwelijks moeite om ze te vinden, maar des te meer moeite om ze ons te laten zien. Ze hebben heel veel geduld met ons en met behulp van hun lasers – die we soms ook niet vinden – zien we uiteindelijk bijna alles en opnieuw weer zulke mooi getekende vogeltjes. Wonder boven wonder slaagt Rik er zelfs in om een flink aantal op de foto te zetten. Grappig genoeg vliegt er een grote vogel over waar ze allebei helemaal van uit hun dak gaan. Het is de zwartmaskergoean, een van de zeldzaamste vogels van Brazilië en inmiddels ernstig bedreigd. Hij schijnt lekker te smaken en wordt daarom fors bejaagd, alhoewel dat inmiddels geruime tijd illegaal is. Deze goean maakt hun dag helemaal goed. Na een lange tijd vogelen keren we na een late lunch in de stad terug naar huis. We nemen afscheid van Chico die zaterdag een marathon van 58 km – in dit bergachtige gebied – gaat lopen en daar 8 uur over denkt te gaan doen.

Terug van het eten bij opa en oma (resp. Adamir en Laura die qua leeftijd tussen Rik en mij in zitten) waarschuwt Lucas ons voor een grote spin. Een soort bananenspin die behoorlijk agressief kan zijn en giftig is. De beten zijn uitermate pijnlijk en je moet ermee naar het ziekenhuis. We bekijken hem wel, maar geven hem alle ruimte. Lucas waarschuwt dat ze ook binnen kunnen komen en dat je daarom bedden en schoenen moet controleren. We doen nu toch maar een lichtje aan als we er ‘s nachts uit moeten.

Rondom Paraty met o.a. mangrove

Na een nacht zonder gevaarlijke spinnen in bed staat om kwart voor zeven het ontbijt klaar en na het ontbijt rijden we richting Paraty om bij de mangrove te kijken. Het water staat erg laag en in de dikke blubber zien we leuke krabbetjes hun holletjes in en uit klauteren. Met hun grote wenkschaar zwaaiend verdedigen ze allemaal hun eigen holletje. Een donkerblauw gekleurde reiger is om heel andere redenen dan wij erg geïnteresseerd in de krabbetjes. We klauteren nog wat tussen grotachtige rotsen door en opnieuw vindt Lucas een kleurig vogeltje met een lange snavel die we anders nooit gezien hadden. Lucas is een ontzettend goede gids die alle vogels na kan doen en ze ongelofelijk goed weet te spotten. Omdat hij de voor ons onzichtbare vogeltjes blijft volgen achter de blaadjes, slagen wij er ook in om ze te vinden. Echt geweldig.

We gaan door naar een nieuw en ook weer prachtig bos dat er weer heel anders uitziet dan het bos van gisteren. Meer open en met andere bomen, waardoor het verschillend voelt van het bos van gisteren. We vinden nog best veel, maar vandaag is het warm en rond 11 uur houden de meeste dieren het voor gezien. We besluiten om terug te gaan naar Vila Mont om daar in de schaduwrijke vallei achter het huis van opa en oma rond te kijken. Het is een prachtige vallei met een groot pal-menbos. Dat hoort hier thuis, maar is vrij uitzonderlijk, omdat veel bomen gekapt worden om palmharten te oogsten. Ook als je alleen het bovenste topje uit een palm afsnijdt, sterft de palm af en zo is door de palmhartenoogst een dergelijk bos schaars geworden. Lucas zoekt nog driftig naar een grote roofvogel die hij wel hoort, maar die zich niet laat zien. Als ook de andere vogels het af laten weten vanwege de warmte, gaan we terug. Lucas helpt ons nog de tientallen kolibriefoto’s van de eerste dag op naam te brengen. Heel fijn, want dat lukt ons achteraf thuis nooit meer. Later op de middag proberen we de grote roofvogel opnieuw, maar die werkt opnieuw niet mee.

Atlantisch regenwoud met mistflarden, Brazilië

Atlantisch regenwoud

Als we weer teruglopen, stelt Lucas voor dat we koffie gaan drinken bij opa en oma. We eten daar wel, maar zomaar binnenvallen voor de koffie? Opa en oma wonen er ook niet alleen. In ieder geval woont hun zoon er met zijn zoontje (zijn vrouw is overleden). Verder is er vaak nog een zoon en schoondochter met hun dochtertje. Iedereen zit in de huiskamer met keuken waar wij eten. Maar de dreigend blaffende, aangelijnde herder wordt even vastgehouden en we zijn welkom. De tafel staat gedekt met brood, boter en koffie. Wij denken dat de familie zo gaat eten, maar nee. Wij schuiven aan tafel, krijgen koffie en worden uitgenodigd om brood te eten. Dat slaan we af, maar even later krijgen we de door oma vers gebakken cassavekoekjes geserveerd. Ondertussen praat Lucas, die voor het eerst voor Olaf werkt en hier nooit geweest is, met de familie alsof hij ze al jaren kent. Na een half uurtje wordt de hond weer vastgehouden en onder dankzegging gaan we langs de hond naar buiten. We gaan ervan uit dat Lucas de gebruiken hier beter kent dan wij. Bij ons zou je toch niet zomaar aanbellen omdat je zin in koffie had. Grappig om mee te maken.

Lucas stelt voor dat we na het eten voor een nachtwandeling gaan, altijd leuk om slangen, kikkertjes en klein grut te zoeken. We worden begeleid door hondengeblaf, want elk huis heeft hier minstens drie honden die onmiddellijk aanslaan als ze een onbekende horen. Gelukkig kwispelen ze er vriendelijk bij. Echte waakhonden worden alleen ‘s nachts losgelaten. Lucas vindt meteen een schattig, klein slangetje, een jonge false coralsnake, die geen Nederlandse naam heeft. Het is een volstrekt ongevaarlijke slang die niemand kwaad doet. Om niet zelf opgegeten te worden heeft hij het kleurenpatroon van de giftige koraalslang geïmiteerd, vandaar zijn Engelse naam. We zien nu maar liefst twee van de gevaarlijke bananenspinnen die zich samen uitstekend vermaken, terwijl ze bezig zijn veel nieuwe kleine gevaarlijke spinnenkinderen te maken. We horen heel vaak een fluisterend uiltje waar Lucas heel hard naar zoekt, maar dat niet tevoorschijn wil komen. Bij het zoeken moeten de hoofdlampjes uit als hij de uil nadoet. Dan is het echt heel spannend donker in het bos.

False coral snake in Atlantisch regenwoud, Brazilië

False coral snake

Ninho da Cambacaca

Op onze laatste reisdag heeft Lucas weer een leuke andere bestemming gezocht. We gaan naar Ubatuba en van daaraf naar een lodge die Ninho da Cambacaca heet (vertaald nest van het suikerdiefje, een klein vogeltje). Daar hebben ze net als bij Jonas heel veel feeders – flesjes met suikerwater – voor de kolibries. Het is er net zo druk, maar hier vinden we een paar andere soorten.

Goudmaskerspecht V+M
Goudmaskerspechten (vrouw en man) in het Atlantisch regenwoud, Brazilië

Goudmaskerspecht V+M

We ontmoeten er bekenden: de vier Belgen logeren hier. Zij vertrekken morgen via Sao Paulo naar de Pantanal. Na een poosje kijken gaan we met Lucas de trail lopen. Zitten kolibries nooit stil, bijna op het eind van de wandeling is de rode heremietkolibrie zo aardig om op een takje neer te strijken en daar gewoon te blijven zitten. Lucas’ laser heeft het begeven, dus we moeten langer zoeken, maar rode heremiet wacht geduldig. Hij wacht zelfs tot Rik zijn andere camera gepakt heeft, en als we helemaal tevreden zijn, stapt hij pas weer op. Zulke vogels begrijpen wat wij nodig hebben. Het is de kleinste heremietkolobrie die er is in Brazilië en hij is zo mooi.

Terug bij het terras van de lodge zien we nog een schoonheid, de gekraagde koketkolibrie, veel meer naam dan vogel. Een piepkleine kolibrie al fraai van kleur, maar wat hem echt tot topper maakt is een rood kuifje dat hij prachtig rechtop kan zetten. Ik kan niet meer kiezen welke ik het allermooiste vind.

Gekraagde koketkolibrie bij Ninho da Cambacaca, Brazilië

Gekraagde koketkolibrie

Geen weer voor de boottocht

Het plan was om vanmiddag een boottocht door een mooie baai te maken. Niet voor de vogels, maar vanwege het fraaie, fjordachtige landschap. Vannacht hebben we flinke regen en onweer gehad en dat is voor vanmiddag ook voorspeld. Het ziet er inmiddels dreigend uit. Olaf heeft contact met de bootsman gehad en die durft nog niet te zeggen of we met de boot kunnen of niet. Het antwoord komt vanzelf. De lucht trekt steeds verder dicht en onderweg hebben we forse regen. Geen goed plan om dan met een open boot op het water te zitten. We gaan dus richting huis. Met Lucas maken we nog een klein ommetje, maar ook dat korten we in vanwege de dreigende lucht.

De laatste avond eten we niet bij opa en oma, maar bij Chico thuis waar ons pizza beloofd is. Chico’s familie woont een stuk lager aan de weg waar Vila Mont is. Het beloofde onweer met bijbehorende regen barst voluit los als we om 7 uur op weg gaan naar Chico en de pizza. Het onweert, bliksemt en stort van de regen en we krijgen de waarschuwing dat het bij Chico glad is als het regent. Onderweg vraag ik me dan ook af of ik het niet goed vind om geen pizza te gaan eten. Bij aankomst schuifelen we samen in de stromende regen in het donker via een onbekend pad naar beneden en naar boven. Er is verlichting en een groot gedeelte gaat via een trap, maar we zijn op ons hoede voor gladde stukken. De regen stroomt als een waterval over de bovenste treden en we zijn blij als we de hindernisbaan genomen hebben. Chico’s vader staat als een echte pizzabakker in de keuken, we krijgen een Engelse menukaart van ‘pizzeria Ytororó’ en buiten op het terras is een originele pizzaoven. Chico heeft de 58 km wonderlijk goed doorstaan en schuift de pizza’s in de oven. Het zijn heerlijke knapperige pizza’s, maar wie verwacht nou een pizzeria op zo’n afgelegen berghelling. Na het eten is het gelukkig droog. We nemen nogmaals afscheid van Chico (en familie). We zetten Lucas af bij de bushalte en nemen ook van hem afscheid. We hebben aan allebei een geweldige gids gehad.

Einde van de reis

Morgen gaan we nog en rondrit maken naar Paraty en omgeving en dan is de pret echt over. Rond het middaguur vertrekken we vanaf hier naar Sao Paulo waar we ‘s avonds opstappen voor de vlucht naar huis. Maandag horen we dan weer in Nederland aan te komen.

Jaguar met ver geopende beek in de Pantanal, Brazilië

Toegift van de Pantanal

We hebben zo’n mooie reis gehad en zoveel prachtige dingen gezien. In elk opzicht heeft deze reis de verwachtingen overtroffen. De gidsen waren allemaal prima en sommigen zelfs meer dan prima. En op een enkele kleinigheid na was de reis ook perfect georganiseerd. We keren volledig tevreden weer terug en verheugen ons nu op dagen zonder zonnebrand, zonnepetje en extreme hitte.

Nog een laatste opmerking over het Portugees dat we niet beheersen. Lezen gaat nog redelijk, maar verstaan, ho maar. Het klinkt wat slepend en slissend met veel sj’s er in. Tot onze verbazing spreken ze een aantal letters anders uit. Paraty wordt ‘Parasjie’, Barreiras wordt ‘Baheras’ en cerrado ‘cehado’. Ze kunnen of willen de ‘r’ niet zeggen.