[25-9-2013]
Tussen Vanadzor en Dilijan passeren we nog een dorpje waar volgens Narek uitsluitend orthodoxe Russen wonen, die tijdens de Sovjettijd uit Rusland gevlucht zijn. De mannen hebben lange baarden maar geen snorren, alle vrouwen dragen een hoofddoek. Ze worden moloko genoemd, melkboeren, vanwege hun blanke huid.
In Dilijan lopen we nog even het dorpje in, maar daar valt werkelijk niets te beleven. We lopen ongeveer een kilometer de ene en 500 m de andere kant op, maar verder dan wat winkeltjes met een leuk, piepklein slagertje en wat afgetakelde huizen komen we niet. Later komen we er achter dat we een gerestaureerd authentiek houten dorpswijkje en het centrale plein gemist hebben. Dat gaan we morgen inhalen.
De mevrouw van het pension kookt eten voor ons en tijdens het eten hebben we nog een leuk gesprek over namen. Narek vertelt dat achter elke Armeense achternaam ‘yan’ staat – denk maar aan Khatchaturian – om aan te geven dat je met een achternaam te maken hebt. Ik leg uit waarom ik drie voornamen heb en Narek legt uit dat hij zijn voornaam te danken heeft aan een visioen dat zijn oma had.