[9-9-2013]

We gaan vandaag richting het noorden voor een bezoek aan Quba en Xinaliq (spreek uit Genálik). Bijna tot aan Quba is het landschap overwegend vlak, droog en kaal. Er is hier en daar wat schaarse begroeiing en geregeld zien we de jaknikkers die olie uit de grond halen. Een stukje voor Quba wordt het droge, schrale landschap interessanter. Er komen appel-, perzik- en walnotenboomgaarden en de eerste bergen beginnen te verschijnen.

In Quba stoppen we bij een moskee. Ryzwan geeft ons uitleg over de verschillende stromingen binnen de islam, waarvan de soennieten en de sjiieten de grootste zijn.
De sjiitische moskee is mooi; binnen ligt een prachtig tapijt. We bekijken de mihrab en de trap met negen treden voor de religieuze leiders in oplopende hiërarchie. De onderste drie treden zijn voor de moellah, de drie treden daarboven voor de mujtahid die het islamitisch recht kan interpreteren en de bovenste drie zijn voor de hoogste geestelijke de marja ‘al-taqlid, ook wel ayatollah genoemd.

[9-9-2013]

We stoppen ook even bij een tapijtfabriek, want Azerbeidzjan is beroemd om zijn goede kwaliteit handgeknoopte tapijten. De fabriek bestaat uit een grote hal met aan twee kanten weefgetouwen – een stuk of acht aan weerskanten – met aan elk weefgetouw twee vrouwen. Als wij er zijn, zijn er maar een paar vrouwen, omdat het lunchpauze is. Ze werken van een patroon dat er net zo uit ziet als een borduurpatroon en gebruiken materiaal (katoen of wol) dat met natuurlijke kleurstoffen gekleurd is. De hal is ruim met grote ramen aan weerszijden en het lijkt wel dat de vrouwen in een aangename omgeving werken.