[9-9-2013]
Foto: het lunchrestaurant met boven het zitgedeelte, onder de keuken.
Vanaf Quba rijden we algauw door een bosrijk gebied met overal picknickplekken met gedekte tafels en kleine restaurantjes. Bij een van de restaurantjes stoppen we voor lunch. De eigenaar moet eerst even opgetrommeld worden, maar maakt dan een prima lunch van omelet met tomaat voor ons. Volgens goed Azerbeidzjans gebruik krijgen we daar een pot thee en kleine glaasjes bij.
[9-9-2013]
Foto: een ander restaurantje onderweg.
Na de lunch rijden we steeds verder de Hoge Kaukasus in en het landschap met de doorgaans beboste bergen wordt spectaculair. We zien prachtige door de Qudiyalcay rivier uitgesneden steile kloven, enorme rotsblokken die van de berg losgeraakt zijn nadat de rivier zijn loop heeft verlegd, landslidings, watervallen, grote arenden die over het dal glijden en vergezichten met overal bergen. Eén canyon bestaat uit prachtige rode stenen, die zo recht staan dat ze gestapeld lijken. Doet een beetje aan Petra in Jordanië denken.
Onderweg zien we opmerkelijk veel kleine dorpjes in de bergen, allemaal met een eigen school, een eigen taal, een eigen EHBO post en een helikopter die opgeroepen kan worden voor noodgevallen. We maken geregeld fotostops en op een van de stops ontmoeten we een lokale bewoner, die bezig is om het gras voor het hooi van de winter te verzamelen, maar nu even uitrust en een praatje maakt met Ryzwan. Hij vertelt dat verderop een grot is en samen met hem en Ryzwan klimmen we naar de grot bijna bovenop de berg. Het is een indrukwekkende grot van wel 12 m diep. Ook vertelt de man dat ze vrijwel dagelijks wolven zien. Ik vraag gelijk of we dan hier niet kunnen overnachten. De wolven komen wel in de buurt, maar durven niet in het dorp te komen. Ik zeg dat ze ook erg schuw zijn en mensen liever mijden, maar Ryzwan vindt dat wolven erg dapper zijn. Dat baseert hij op het feit dat een wolf het aandurfde om een kudde schapen die door vijf grote, gevaarlijke schapenhonden werd bewaakt, aan te vallen. Het is hem niet gelukt een buit te veroveren. Ik vertel hem dat de wolf niet dapper was, maar waarschijnlijk wanhopig van de honger en daarom tot deze aanval is overgegaan. Ik vraag of ze ook wel wolven doodschieten. Het antwoord wist ik eigenlijk al en is ja. Tja, een beetje kan je je wel voorstellen dat je wolven als je vijand ziet als ze je schapen opvreten, maar ik blijf toch voor de wolven. Terug bij de auto krijg ik een bosje veldbloemen van de chauffeur; die heeft hij geplukt tijdens zijn wandelingetje. Lief toch.