Kopenhagen werd gesticht in de middeleeuwen en werd aan het eind van de middeleeuwen de hoofdstad van Denemarken. De meeste monumentale panden in Kopenhagen dateren uit de 17e eeuw, toen onder Christiaan IV de stad werd verfraaid. De binnenstad is ruim van opzet. De naam Kopenhagen gaat terug op Købmandshavn (Koopmanshaven). Die benaming is geen accurate omschrijving meer: het is geen havenstad meer en de industrie is grotendeels vertrokken. Anno 2024 is Kopenhagen voornamelijk een dienstenstad.
De stad staat vol grote gebouwen, prachtige kerken en heeft ongelofelijk veel straatjes met kleurige huisjes. Het kleurigst van al zijn de grote koopmanshuizen van Nyhavn. In de 17e eeuw was Nyhavn de plek waar luidruchtige zeemannen hun vertier zochten. Vandaag de dag herinneren enkel de dobberende zeilschepen nog aan deze tijd. Een van de bekendste bewoners van Nyhavn was Hans Christian Andersen. De sprookjesschrijver heeft in drie verschillende huizen aan de haven gewoond.
Het 400 jaar oude Slot Rosenborg ligt in een mooi park ligt. Oorspronkelijk was dit het zomerverblijf van Christian IV. Sinds 1838 kan je het bezoeken en de kroonjuwelen zien. Veel vertrouwen in hun koningshuis hebben de Denen kennelijk niet. De zittende koningin draagt de overdadig versierde juwelen een paar keer per jaar bij bijzondere gelegenheden en mag het land dan niet verlaten. Het eeuwenoude beursgebouw met toren met vier draken staat nog wel op de kaart, maar zullen we niet vinden. Half april dit jaar is het gebouw door een grote brand verwoest, inclusief de drakentoren.
Onderweg naar het verplichte beeldje van de zeemeermin passeren we Kastellet, een vestingwerk uit de 17e eeuw in de vorm van een vijfhoek met vijf bastions. Het geheel is goed bewaard gebleven en is niet alleen een mooi fort, maar dankzij de 1.750 meter lange, hoge wallen, de gracht en al het groen ook een aangename wandelplek. Het complex is eigendom van het Deense Ministerie van Defensie en naast dat het een monument en een mooi wandelpark is, heeft het nog steeds een militaire functie. Dat het er echt groen is, zien we als we terug van de ‘Lille Havfrue’ weer langs het fort lopen. Twee vossen liggen relaxed in het gras vlak voor de bosjes lekker te luieren. Ze zijn totaal niet schuw.
De Ronde Toren moet je ook gezien hebben. Het is Europa’s oudst werkende observatorium. De toren werd in de 17e eeuw gebouwd onder koning Christian IV als astronomisch onderzoekscentrum voor de Universiteit van Kopenhagen. Je wandelt al draaiend (7,5 keer) door de toren heen naar de top. Niet over treden, maar door een traploze gang die in spiraalvorm naar boven loopt. Vanaf boven heb je een spectaculair uitzicht over de stad, met al zijn torens en kleurige gebouwen.
Na een bezoek aan de dierentuin (vrij ver lopen vanuit het centrum) besluiten we de lange dag met een leuke rondvaart. We varen dan onder meer langs de wijk Christianhavn. Dit is Kopenhagen op zijn Amsterdams. De gelijkenis is geen toeval, want aan het begin van de 17e eeuw werden Hollandse bouwmeesters naar Denemarken gehaald om in het toenmalige moerasgebied te bouwen. De stad heeft vele branden gekend, maar deze wijk is altijd gespaard gebleven en zo varen we langs Amsterdams uitziende oude grachtengeveltjes.