Onze laatste dagen van deze vijfenhalve week besteden we aan een speurtocht in groepsverband naar de Iberische lynx. We reizen met een kleine Nederlandse groep van zes personen en de Engelssprekende Spaanse gids Sergio. We bezoeken eerst de Sierra Morena en daarna de Cota de Doñana, beide kansrijke gebieden voor de lynx. Uiteraard kijken we ook naar andere mooie dingen, zoals vogels, herten en wat er nog meer langskomt.
De Iberische lynx is een relatief kleine lynxensoort. Net als alle lynxen heeft hij pluimoren, maar daarnaast heeft hij prominente bakkebaarden. Hij jaagt vooral op konijnen, waarvan hij er ongeveer één per dag vangt. Omdat zijn dieet voor 85-90 procent uit konijnen bestaat, stortte de populatie dramatisch in toen het konijn door het myxomatosevirus bijna uit Spanje verdwenen was. In 2000 bleek de populatie in tien jaar tijd afgenomen te zijn van zo’n 1100 dieren tot maximaal 100. Dankzij fok- en herintroductieprogramma’s is de populatie nu weer aardig tot het oude niveau teruggebracht en in 2021 werd de populatie in Spanje weer op ruim 1100 en die in Portugal op 200 geschat.
Aan het eind van de eerste middag gaan we voor onze eerste excursie en dus op zoek naar de lynx. We stoppen bij een vallei waar we een goede kans op de lynx hebben. Sergio heeft een telescoop maar wij mogen wandelen langs de weg op zoek naar de lynx. Hij heeft ieders telefoonnummer genoteerd, zodat hij kan bellen als hij wat ziet. Zou de lynx daarop wachten? Helaas zien we vandaag geen lynx. Wel vogels waaronder een prachtig overvliegende Spaanse keizerarend en heel veel dam- en edelherten. Er zijn veel groepjes met telescopen op dezelfde weg als waar wij kijken en niemand heeft vandaag iets gezien. Twee dagen geleden is een lynx gesignaleerd bij de rivier, maar helaas heeft die niet op ons gewacht. Al tijdens het wachten krijgen we het gevoel dat we deze hele reis geen lynx gaan zien. Alle gidsen verklaren dat het dit jaar moeilijk is, waarschijnlijk vanwege de droogte en de warmte. We zijn pas om half tien terug en vinden het dan hoog tijd voor het diner.
De volgende dag wordt de groep opgesplitst. Wij gaan met nog een vrouw naar de hide (schuilhut), de anderen gaan met Sergio naar de rivier om otters te spotten en morgen draaien we het om. Onderweg naar de hide horen we van de hide-gids dat er massa’s vogels te zien zijn. Ook de hide staat op privé terrein en vormt ook een aardige inkomstenbron. De hide valt tegen. Hij is prachtig aangelegd met ruim zicht en vlak ervoor een waterplasje waar alles zou moeten komen drinken, maar behalve een houtduif komt er niemand. In het begin zien we alleen eksters, later een patrijs en wat kleine vogeltjes. De kleine vogeltjes komen op het voer af en kunnen we goed zien, maar in de eigen tuin komen meer vogels. Op zeker moment staat onze hutgenoot op, omdat ze een alarmkreet van een vogel dacht te horen. Zij ziet de lynx aankomen, maar hij is zo snel weer verdwenen dat Rik die naast haar zit net nog een glimp van zijn rug ziet, en ik – ik zit verder weg naast Rik – helemaal niets zie. Hij kwam van opzij en verdween onmiddellijk achter de schuilhut. Dit was naar ons idee onze beste kans en die is nu verkeken. Al met al een teleurstellende ochtend.
Aan het eind van de middag gaan we naar een groot privé terrein. Deze eigenaar is de natuur goed gezind en samen met het WNF zijn er maatregelen genomen om het de lynx naar de zin te maken. Zo zijn er kunstmatige konijnenholen gemaakt. We denken dat de konijnen dat wel zelf kunnen maar ze hebben ook konijnen geïntroduceerd. Allemaal omdat de lynx zo graag konijn eet. Ook voor konijnen geldt: als iets te mooi is om waar te zijn, dan is het dat vaak ook. Ze krijgen een gratis huis, maar alleen maar om later opgegeten te worden. Ik denk dat kleine konijntjes al heel jong leren dat ze braaf moeten zijn en goed moeten luisteren omdat anders de grote boze lynx ze opeet. Het is een mooi gebied met diepe, groene valleien waar hier en daar bomen staan. Overal hier liggen enorme granietrotsen, getuigen van de vulkanische oorsprong van het gebied. Net als gisteren parkeren we de auto ergens langs de weg, stelt Sergio de telescoop op en mogen wij rondlopen om uit te kijken naar de lynx. We vinden het allemaal nogal een vreemde manier om de lynx te zoeken, want welk wild dier komt als je heen en weer loopt? Opnieuw komen we zonder lynx om half tien ‘s avonds thuis.
De volgende morgen wisselen de groepjes om en gaan wij met Sergio naar de rivier om de otters te spotten. We zijn er om zeven uur en het is echt een idyllisch plekje. We worden ontvangen door de nachtegalen die het hoogste woord hebben. Tussendoor laat ook de wielewaal zijn jubelende dudlejo horen en later mengt ook de Europese kanarie zich in het koor. Na ongeveer een uur doet ook de hop met zijn oe-poe-poegeluid mee. Laten de ijsvogel en de wielewaal nog wel een glimp van zichzelf zien, de otters zijn solidair met de lynx en laten zich heel de ochtend niet zien. Om half elf geven we op en rijden we naar verschillende, kansrijke plekken om de lynx te zien. We zien opnieuw helemaal niets. Bij de rivier spreken we de hide-gids die hier met twee andere gasten is. Ook hij heeft nog niets gezien. De gidsen hier hebben onderling contact en niemand ziet iets. Ze wijten het aan het warme weer. Natuurlijk zie je hem dan niet midden op de dag, maar hij moet toch eten, dus verwacht je dat hij dan misschien vroeger in de morgen of later in de avond komt, maar nee, het blijft oorverdovend stil op lynxengebied. De anderen die vandaag in de hide zaten hebben behalve vogels ook niets gezien.
Tot nu toe is dit laatste uitstapje in onze reis minder dan de voorgaande. De reisorganisatie heeft vooraf meer beloofd dan ze waar kunnen maken. Zo staat in de reisbeschrijving dat december en januari de beste tijd is, maar dat deze tijd ook heel erg goed is, omdat de moeders dan jongen hebben en moeten jagen om aan voldoende voedsel te komen. Daarom gaat de reisorganisatie in deze tijd. Sergio, onze gids, vertelt een ander verhaal. Dit is juist een slechte tijd, omdat de moeders met hun nog kleine jongen zich amper laten zien. December en januari is ook volgens hem de beste tijd en juni, juli als de jongen naar buiten komen eveneens, maar dan is het qua temperatuur niet meer te harden. We voelen ons dus aardig in de maling genomen door het reisbureau, dat naast de lynx nog allerlei andere dieren opnoemt, die de gids onmogelijk weet op te sporen.
Waarschuwingen lijken overbodig
Na de lunch gaan we richting Cota de Doñana, een natuurreservaat in Andalusië. Cota de Doñana verschilt in alles van de Sierra Morena. De bergen zijn verdwenen, het gebied is heel vlak en in plaats van grote granietblokken is er hier alleen maar heel veel zand. Doñana nature reserve omvat Doñana National Park en Natural Park. Het nationale park beslaat 543 km2 , waarvan 135 km2 beschermd gebied is. Het is in 1969 opgericht en bestaat uit moerassen, stroompjes, zandduinen en bos. Het gebied is biologisch gezien zeer divers en belangrijk voor duizenden Europese en Afrikaanse trekvogels en voor veel andere dieren als herten, dassen en niet te vergeten de lynx. Het natural park is in 1989 opgericht en in 1997 uitgebreid en vormt een bufferzone om het nationale park. Ondanks het belang van het gebied wordt het gebied ernstig bedreigd. Naast de toenemende droogte die heel Spanje teistert en zorgt voor droogstaande moerassen, wordt op veel plekken illegaal water onttrokken uit het gebied voor landbouwdoeleinden. In 1998 is een dam bij een mijn doorgebroken waardoor giftige stoffen de Guadiamar, de voornaamste waterbron voor het park, ernstig vervuilde. De Spaanse overheid heeft toen de moerassen in tien jaar tijd hersteld en die ‘groene zone’ functioneert nog steeds. Maar van alle uitgestrekte moerasgebieden zijn nu nog slechts twee (grote) natte plaatsen over. De overheid van Andulusië is volgens Sergio een ramp. Zelfs de EU heeft de Spaanse regering in gebreke gesteld ten aanzien van de bescherming en het behoud van de Doñana.
Om zes uur gaan we opnieuw op pad en nu lijkt het perspectief beter. We staan aan de rand van een groot uitgestrekt gebied waar graag konijnen komen grazen en waar lynx dan ook uit eten gaat. We wachten eindeloos lang tot om kwart over negen de zon echt heel erg onder is. We zien wel wat vogels, maar geen spoor van de lynx. Wel mooi om de schaduwen langer te zien worden en het landschap te zien verkleuren in de ondergaande zon. Pas om 12 uur zijn we klaar met het avondeten.
Omdat ze hier pas vanaf acht uur ontbijt serveren, mogen we de volgende dag uitslapen. Na het ontbijt gaan we weer op zoek en Sergio speurt overal waar ooit wel eens een lynx gezien is, maar natuurlijk zijn we nu al veel te laat om de kat nog te zien. Na de zoveelste vergeefse speurtocht, gaan we naar een van de overgebleven natte gebieden, dicht bij het bezoekerscentrum. Daar treffen we een weelde aan vogels aan, echt genieten. Lepelaars, ooievaars en vooral heel veel ibissen. Er zwemmen verschillende soorten eenden, waaronder de bedreigde en mooie marmereend. Omdat er een mooie marmereend redelijk dichtbij zwemt, roep ik tegen Rik: ‘Kijk, links, links’, waarop Sergio als door een wesp gestoken reageert. Zie ik de lynx?
Aan het einde van de middag rijden we naar Rocío aan de andere kant van het Doñana park. Rocío met 700 inwoners, is een beroemde pelgrimsplaats waar met Pinksteren een miljoen pelgrims, voornamelijk te paard en met huifkarren, naartoe komen. Alle wegen zijn breed en van zand ten behoeve van de paarden. Bij alle huizen zijn stallen en balken om de paaren vast te zetten. Veel huizen zijn van broederschappen (een soort katholieke geloofsgemeenschap) van Spaanse steden. Andere huizen zijn van beroemdheden als filmsterren, acteurs en andere glamourpersonen. In het kerkje staat in glamourkleren de beroemde maagd van Rocío en tegenover de kerk is een devotie kapel waar je kaarsen op kan steken en waar enorme afzuigers zorgen dat het met alle kaarsen niet te heet wordt.
Nadat we bij het meer gekeken hebben, rijden we het park in om voor de negende keer de lynx te zoeken. We houden bij een splitsing van wegen met een bord van het park stil. Hier is drie dagen geleden de lynx gespot, dus hier gaan we wachten. Terwijl we er staan, komen er voortdurend bussen, jeepjes, wandelaars en mensen te paard langs. Het is een stuk drukker dan in onze straat thuis. We zijn er dan ook met z’n allen van overtuigd dat het geen zin heeft om hier op de lynx te wachten. Maar Sergio zegt dat ze gewend zijn aan verkeer, omdat ze hier leven, dus we blijven braaf wachten. Als er ook nog een auto naast ons stopt, die eerst met veel misbaar keert en waaruit vier mensen stappen die met de deuren slaan, de kofferbak openen daar van alles uitpakken en die ook weer met een klap dichtslaan, geloven we er helemaal niet meer in. De vier lopen pratend en wel zonder kijker of fototoestel met een biertje in de hand naar een zijpaadje. Op dit soort publiek zit je niet te wachten als je wild wil zien of toch wel?
Iberische lynx nabij Rocío
Na twintig minuten zwaaien ze naar ons, we lopen er snel op af en ja hoor, daar loopt een hele heuse, echte lynx. Rik heeft tijdens het lopen zijn fototoestel al snel ingesteld (het is tegen negenen en begint al aardig donker te worden). Het is een prachtig dier, een volwassen man met mooie oorpluimen en fraaie bakkebaarden. Hij loopt over het pad van ons af, loopt de bocht om, draait zich even om en kijkt naar ons en loopt dan weer verder en verdwijnt even later aan de andere kant weer in de struiken. Als we de man bedanken omdat hij ons gewaarschuwd heeft – wat toch wel heel aardig is – wijst hij naar een van de vrouwen. Zij is het hoofd van het natuurbeschermingsproject en leidt al veertien jaar het lynxenproject. Nogal wiedes dat de lynx haar wel meteen gedag komt zeggen. Iedereen is zo blij dat we na al dat zoeken eindelijk de lynx zo mooi hebben gezien. Ook Sergio die zo ontzettend zijn best heeft gedaan om hem voor ons te vinden, moet wel heel opgelucht zijn. Ook vanavond zijn we pas tegen 12 uur van tafel. Viel dit reisonderdeel in het begin wat tegen, de dagen in de Doñana waren fantastisch en maken weer een heleboel goed.
Likkebaardende iberische lynx nabij Rocío