Vijfde rondzendbrief Sri Lanka-India 2019
[Verzonden op 18-3-2019 vanuit Ede]
Van Pench naar Satpura
De vorige brief ligt nog in Little Rann of Kutch te wachten om gepost te worden, maar ik heb geen tijd te verliezen, dus het half uurtje tot de middagsafari om half vier gaan we alvast voor deze brief benutten. Na een ochtendsafari in Pench rijden we naar Satpura. We hebben een lange rit voor de boeg en daarom voor onderweg lunchpakketten mee. Onderweg stoppen we bij een echt Indiaas restaurantje waar je als westerling niet veilig kan eten en Mahinder vraagt of we daar de lunch mogen gebruiken en dat vinden ze meer dan prima. Ons eten – dat altijd veel te veel is – wordt uitgepakt en de uitbater heeft enkel wat omzet van de drankjes. Aangezien hij uitsluitend Sprite verkoopt, loopt dat ook niet heel erg. Toch vindt hij het geweldig dat we er zijn en wil voor we vertrekken een groepsfoto van ons. Ik mag achter een van de mannen staan die twee koppen groter en twee keer zo breed is als ik.
De rit is leuk en afwisselend. Soms passeren we een dorpje of een stad met de gebruikelijke chaos op straat, soms rijden we langs – redelijk grote – akkers met graan, sommige stukken liggen braak en soms staat er bos. Af en toe moeten we een heuvelkam oversteken en klimmen we omhoog met hier en daar leuke uitzichten, al hangt er soms nevel in de dalen. We hebben een ontzettend leuke stop bij een wekelijkse groentemarkt waar iedereen komt om verse groente in te slaan. Er ligt van alles aan bekende en onbekende groente en fruit soorten en alles ziet er even vers en kleurig uit. Ook de vrouwen die er boodschappen doen zijn uitermate kleurig om te zien. Alle groente en fruit wordt met verschillende contragewichten afgewogen op een balans die de verkoper in de hand houdt. De schaal van de balans wordt geleegd in de boodschappentas. Op een muurtje achter de markt zitten de resusaapjes te wachten tot iemand even niet oplet, maar vaak zijn de vingervlugge diefjes ze te slim af. De mensen vinden het wel bijzonder dat we er zijn en ik maak met wat vrouwen een praatje. Ze babbelen volop tegen me en ik praat maar gezellig terug over hun boodschappen, de verse groenten en wat wij gaan doen. Twee mannen willen erg graag op de foto en gaan er prachtig poserend voor staan. Ze zijn erg tevreden als Rik de foto toont. Een leuk intermezzo.
Na een rit van zeven uur komen we in het donker aan bij Reni lodge waar we een ongelooflijk mooie bungalow hebben met een grote kamer met een bed dat breder is dan het lang is, een zitje, een bureautje en als je de trap opgaat een enorm balkon. Trap af is de badkamer met een grote ruimte met twee wastafels en twee deuren met achter de ene deur een wc en achter de andere deur een douche. We worden nu het donker is naar de kamer gebracht en voor het diner weer opgehaald. De lodge ligt in de bufferzone van het park en je mag in het donker niet alleen over het terrein. Overdag is dat geen bezwaar. De eerste nacht hoort ook iedereen – behalve ik en iemand die met oordopjes slaapt – van heel dichtbij de harde alarmkreten van het axis hert (spotted deer) wat waarschijnlijk betekent dat er een luipaard dichtbij was.
Satpura Tiger Reserve
Satpura Tiger Reserve in Madhya Pradesh is genoemd naar de Satpura range en is 524 km2 groot, maar samen met twee aangrenzende parken vormt het een natuurreservaat van 2.200 km2. Het park is in 1981 ontstaan en bestaat uit heuvelachtig terrein met zandsteen pieken en bos dat erg lijkt op het bos dat we in Pench zagen. Naast het droge, tropische bladverliezende bos, zijn er ook stukken grasland, meestal als overblijfsel van vroegere dorpen. Deze graslandgebieden worden zorgvuldig in stand gehouden om zo de grazers van voldoende voedsel te voorzien. Vooraf hadden we gelezen en gehoord dat we in Satpura vooral kans hadden op luipaarden en reuzeneekhoorns en dat de kans op tijgers hier erg klein was. Die informatie blijkt niet juist.
Tijgers in Satpura
Ook in Satpura gaan we op safari. Ali, de eigenaar van de lodge, heeft na aankomst het programma verteld en hij heeft alles voor de parktoegang al geregeld. We hoeven geen paspoorten mee en het maakt hier niemand iets uit wie in welke jeep zit en waarom. Dat geeft Ali en Satpura gelijk al extra punten! We worden om half zes bij ons huisje opgehaald en gaan in de jeepjes op pad. Vandaag hebben we geluk, want Ali, die alles van het park en zijn dieren weet, gaat ook mee en zit in onze jeep. Je merkt aan alles dat de rangers en chauffeurs – alle jeeps krijgen een chauffeur en een ranger vanuit het park mee – opkijken tegen ‘Sir Ali’ en hem met respect behandelen. Het is fijn om hem mee te hebben, want het is een aangename, rustige man, hij vertelt veel achtergronden en beredeneert wat we moeten doen om de meeste kans te hebben iets te zien. Om bij het park te komen moeten we de Denwa rivier oversteken. Als de rivier hoog staat gaat dat met bootjes, nu steken we via een ponton brug over en stappen dan aan de overkant in andere jeepjes voor de echte tocht.
Tijger in Satpura, India
Al binnen een kwartier zien we de eerste tijger die hier minder te zien zou zijn dan in de twee vorige parken. Het blijkt dat er niet een maar drie tijgers zitten, waarvan we er twee goed kunnen zien en een alleen even langs zien lopen. Het zijn drie half volwassen dieren die door hun moeder zelfstandig zijn verklaard en nu bij elkaar blijven hangen omdat ze dan beter opgewassen zijn tegen volwassen mannetjes en samen beter kunnen jagen. We staan er lange tijd en genieten van wat we zien. Niet veel later wordt een andere tijger gespot en in tegenstelling tot Tadoba en Pench wordt hier wel tussen de jeepjes gecommuniceerd. We zien de tijger in het hoge gras liggen en kunnen alleen een dikke buik zien, de kop zit helemaal in het gras. Gelukkig kijkt ze af en toe op en na een hele poos wachten – veel jeepjes zijn dan al doorgereden – staat ze op en loopt ze weg. Wij rijden snel naar waar ze verwachten dat ze uit het bos komt en rijden voorop als de tijger inderdaad helemaal uit het bos komt en een heel stuk over de weg loopt. Ze doet het rustig aan, want het is een drachtig vrouwtje dat op haar laatste dagen loopt. We rijden op gepaste afstand achter haar aan totdat ze afslaat en de andere kant het bos in gaat. We blijven nog een hele tijd wachten op de plek waar Ali verwacht dat ze over de heuvel komt, maar ze komt niet en waarschijnlijk is ze ergens in de schaduw gaan liggen rusten.
We hebben weer een ontbijt meegekregen en vlakbij de picknickplek staat een olifant met jong. Ali vertelt dat ze hier werkolifanten gebruiken om te surveilleren, omdat de ranger dan beter zicht heeft en de olifanten makkelijk van het pad kunnen en overal kunnen komen. De olifanten worden buiten het park gehouden, maar deze heeft vanwege de kleine, zwangerschapsverlof. Na het ontbijt zien we nog de Malabar reuzeneekhoorn waar het park beroemd om is. Een prachtige grote eekhoorn met een beige-bruine voorkant, zwart op de kop en bij de pootjes en een schitterende roestbruine rug. Hij zit zo mooi van de vruchten van de Ficus te eten.
Lippenbeer met jong op de rug in Satpura, India
Lippenberen in Satpura
In Satpura zitten ook lippenberen en een van de beren heeft een jong. Natuurlijk willen we die beer graag zien, dus daar gaan we naar op zoek. Tijdens de middagsafari krijgen we bericht dat de beer gesignaleerd is, maar wij zitten in een heel ander deel van het park en de chauffeur rijdt ook nog eens tot twee keer toe verkeerd, dus tijdens de lange rit richting beer twijfelen we of we de beer nog wel zullen zien. Maar gelukkig, moederbeer is er nog en de kleine loopt bij haar. Het is een prachtige beer met een ondernemend jong. Moeder is druk bezig om een termietenhoop te slopen en het kleintje huppelt er een beetje omheen graaft dapper mee, klimt eens in een boom en als ze weggaan klimt de kleine op moeders rug en wordt zo door het park vervoerd. Het is geweldig.
En wat meer is, ook de volgende dag zien we op het allerlaatst de berenmoeder en haar jong opnieuw en nog veel beter dan gisteren. Moeders is weer druk met een termietennest, je hoort haar snuiven en ze graaft met zo’n kracht dat de kluiten ver weg geworpen worden. Het kleintje blijft een hele tijd achter mams, maar klimt dan op een omgevallen boomstam waar hij overheen waggelt met zijn kleine berevoetjes. Als mams weer verder gaat, spring hij weer achter op haar rug en zo gaan ze verder. Eerst loopt ze evenwijdig aan de heuvel, later klimt ze omhoog de heuvel op met de kleine parmantig op haar rug. Nooit geweten dat er beren waren die hun jongen zo vervoerden. Dit was wel de beste uitsmijter die je kon bedenken.
De luipaarden in Satpura werken niet helemaal mee. De laatste ochtend horen we harde alarmroepen van de langoeren (apen). Er moet een luipaard in de buurt zijn. We rijden terug en wachten in de hoop het luipaard te zien. We letten allemaal goed op en ik speur met mijn kijker of ik ergens iets zie. Opeens springt de luipaard niet al te ver bij ons vandaan uit de struiken en rent in een flits de heuvel op en verdwijnt uit zicht. Iedereen in onze jeep heeft hem gezien, behalve ik, omdat ik door de verrekijker keek en het luipaard veel te snel was. Zo gaat dat soms. Andere luipaarden hebben zich helemaal niet laten zien.
Van Satpura via Mumbai naar Gujarat
Na terugkomst van de ochtendsafari maken we ons klaar voor vertrek naar de luchthaven van Bhopal voor de vlucht naar Mumbai. Daar overnachten we om de volgende ochtend weer verder te vliegen. Het is een lange en drukke rit naar Bhopal. Het landschap is overwegend vlak en droog met vooral in het begin veel graanvelden. In de buurt van Bhopal komen we door grote drukke steden die een soort moedeloos makende grauwheid uitstralen met veel beton en fabrieken die vieze rook uitbraken en die de rommelige kleurigheid van India missen. We hebben een late vlucht naar Mumbai en komen daar om tegen twaalven aan. Ons hotel ligt vlak bij de luchthaven en ondanks dat we maar een korte nacht blijven, moeten alle paspoorten weer gekopieerd worden en moeten we per kamer een formulier invullen. Ik verzin een e-mailadres en een mobiel nummer, teken het formulier niet en met deze onzin zijn ze helemaal tevreden.
Onze nacht in Mumbai wordt heel kort. Hadden wij nog in de papieren staan dat we rond 12 uur ‘s morgens weer door zouden vliegen naar Diu, de werkelijkheid is heel anders. De vlucht naar Diu is gecancelled en nu moeten we naar Rajkot en die vlucht vertrekt om kwart voor acht wat betekent dat we om vijf uur weer uit het hotel moeten vertrekken. Als we op de kamer zijn wijst de klok een uur ‘s nachts aan. We kunnen jullie dus bijzonder weinig over Mumbai vertellen. Vanuit Mumbai vliegen we naar de staat Gujarat waar de laatste twee parken, het Gir Nationaal Park en Wildlife Sanctuary (of Sasan Gir) en de Little Rann of Kutch liggen. Naar Rajkot hebben we nu maar een korte vlucht, maar een veel langere rit met de auto en tegen lunchtijd zijn we bij Gir Nationaal Park.
Gir
Het in 1965 opgerichte park heeft een totale oppervlakte van 1.412 km2, waarvan 258 km2 strikt beschermd is en 1.153 km2 een wildlife sanctuary is. En in het park wordt een bijzonder dier beschermd: de Aziatische leeuw. Het is de enige plek waar het dier voorkomt en er zijn er nog maar ruim 500 (531) van over. In de 19e eeuw nodigden de Indiase prinselijke staatshoofden de Britten uit voor de leeuwenjacht, waar de Britten van harte gehoor aan gaven. Het gevolg was dat er eind 19e eeuw nog maar een handjevol leeuwen over was die allemaal in het Gir Forest zaten. Op dat moment realiseerden de Britse onderkoningen zich dat er iets niet goed ging en werd het Gir Forest een beschermd gebied. Vanuit minder dan 20 leeuwen is geleidelijk aan de populatie weer uitgegroeid tot de 500 nu. Hier worden de leeuwen goed beschermd. Ze worden gemonitord met camera’s door het hele park, je komt er net zo gemakkelijk in als bij de sterrenman in Pench en speciale rangers volgen met motoren en te voet de leeuwen. Toch doen ze iets heel erg fout hier. Mahinder vertelt dat hij met een groepje ecologen een gebied had gevonden dat qua habitat, voedselvoorziening en andere factoren, uitermate geschikt was om er een groep Aziatische leeuwen van Gir uit te zetten. De financiering was geregeld, dus het enige wat ze nog nodig hadden, waren de leeuwen. Geloof het of niet, maar de deelstaat regering wilde geen leeuwen overdragen, omdat ze het alleenrecht op de leeuwen niet af wilde staan. Dat ze daarmee zo’n kleine kwetsbare populatie aan grote risico’s bloot stellen (denk aan een ziekte die uitbreekt en goed huishoudt onder de populatie) nemen ze daarbij kennelijk op de koop toe. Commercie, want commercieel is het park, gaat nog steeds voor het natuurbelang.
Leeuwen bij eerste safari
Na de lunch hebben we gelijk de eerste safari. Het is weer een heel gedoe om de jeepjes goed ingedeeld te krijgen. Een stel dat toevallig bij Rik ingedeeld was, gaat niet mee, dus je zou zeggen dat het dan makkelijker wordt. Niet in India.
B. moet het paspoort van de vrouw die niet meegaat ophalen, want als bekend is dat het stel niet meegaat, moet Rik alleen in de jeep zitten. Ik ga dus deze middag voor een Belgische dame door en dan pas kunnen we samen in de jeep. Officieel ben ik nu niet mee, maar dat gaat me in het echt natuurlijk niet snel overkomen. Als ze logisch denken in zouden voeren en de overbodige bureaucratie af zouden schaffen, zou het leven hier een stuk simpeler zijn. We hebben een goede gids die gelijk over het park begint te vertellen en Mahinder haakt daar op in, zodat we veel horen. We horen niet alleen veel, we zien ook veel. Al vrij snel staat in de berm een man met een stok in een officieel pak. Achter hem ligt iets van de weg een jonge mannetjes leeuw. Hij is vier jaar oud, te oud om nog bij de groep te mogen blijven, maar te jong om al een eigen familie te kunnen veroveren. Hij is totdat hij groot en sterk genoeg is op zichzelf aangewezen. Alle leeuwen worden hier gevolgd door speciale rangers die ze in de gaten houden en ze richting weg te sturen, zodat het publiek ze kan zien. Zolang ze dat doen door ze lopend in de goede richting te sturen, lijkt dat geen probleem.
Na wat mooie vogels, herten en een mangoeste komen we bij een soort pauzeplek waar we even kunnen plassen. Geen aanrader want er is geen water en het stinkt enorm. Na de pauze blijven we even wachten omdat er leeuwen zijn gesignaleerd. Even later mogen we rustig oprijden en aan de linkerkant komt een moederleeuw met twee welpjes aanlopen. Moeder gaat in het zand liggen, de jonkies lopen nieuwsgierig rond en lijken zich niet in het minst aan de jeeps te storen. Ook hier staat een parkwachter (met alleen een stok) op de weg. De leeuwen kennen deze mensen en zijn aan ze gewend en kennelijk worden ze niet aangevallen. Ze doen het hier echt goed. De jeepjes worden in een geregelde volgorde langs de plek met de leeuwen gestuurd. Iedereen krijgt de tijd om foto’s te maken en te kijken, maar dan moet je plaatsmaken voor de volgende zodat de leeuwen niet te lang verstoord worden.
‘s Avonds organiseert het hotel een ontzettend leuke dansvoorstelling. Vijf mooi geschminkte mannen verzorgen een voorstelling waarbij ze dansen, vuur vreten en als klap op de vuurpijl een kokosnoot in de lucht gooien en die met hun hoofd opvangen, zodat hij stuk spat. Daarna is het na de korte Mumbai nacht echt wel tijd voor het bed, want morgen staat de wekker weer op heel erg vroeg.
Hoe ik deze rondzendbrief af moet krijgen en uit moet sturen, weet ik nog niet, want ik moet nog veel vertellen en inmiddels zitten we in de hal van het hotel te wachten op de taxi voor de vlucht naar huis. We doen ons best. Terug naar het verhaal over Gir.
Leeuwen in Gir, India
Leeuwen erg dichtbij
Ook hier hebben we op onze volle dag een ochtend- en een middagsafari. Nu we verder naar het westen zitten is het goed te merken dat het hier later licht wordt en als we in het donker staan te wachten op het papierwerk, horen we een leeuw erg hard brullen. Het is dicht bij de bewoonde wereld en dit is ook geen vrije leeuw. Ze hebben hier een opvangcentrum voor zieke en gewonde leeuwen. Deze leeuw heeft in elk geval een stem die dik in orde is. Aanvankelijk zien we vooral hertjes en wat vogels. Bij een drinkpoel staan de axisherten (spotted deer) te drinken en het is een prachtig gezicht om in het schaarse licht de druppels van hun bek te zien vallen. Op zeker moment wordt er gestopt en zien we de lopende officials weer. Dat betekent leeuw. En ja hoor even later zien we de moeder van gisteren nu met haar oudere dochter en haar welpjes van 4,5 maand verschijnen. Ze lopen gevieren wat rond en de jongen dartelen vrolijk rond en komen soms tot heel dicht bij de jeep. Moeder en dochter gaan al snel liggen, terwijl de jongen nieuwsgierig op de jeeps aflopen. Eentje komt zo dichtbij dat de afstand misschien 1,5 m is. Dan realiseert hij zich dat hij misschien eerst aan mams moet vragen of het wel goed is wat hij doet en rent hij toch maar terug. Achteraf vertelt de chauffeur dat het niet de bedoeling is om zo dichtbij te komen en dat hij bang was voor de reactie van de moeder. Later steken ze de weg over, maar dan zijn ze voor ons te ver weg. Aan de andere kant lopen ze weer terug en vlakbij ons gaan moeder en dochter liggen. De kleintjes komen even bij mam een knuffel halen en dreutelen dan weer verder. Ze staan weer op en komen richting weg en dan rijdt de jeep door om de leeuwen de ruimte te geven.
Het is natuurlijk opvallend dat we twee dagen achter elkaar zo goed de leeuwen zien en het blijkt dat het park zijn best doet om de natuur een handje te helpen. Steeds zijn er rangers te voet in de buurt van de leeuwen. Ze proberen de leeuwen in de richting van de weg te sturen zodat de jeepjes de leeuwen goed kunnen zien. De rangers volgen de leeuwen en de leeuwen zijn gewend aan de rangers. Niet helemaal natuurlijk, maar zolang mensen te voet proberen om een leeuw te bewegen richting weg te lopen in een groot park waar ze alle kanten op kunnen, kunnen wij daar mee leven. Na terugkomst hebben een aantal groepsleden een ander verhaal. Zij zagen dat de leeuwen over wilden steken, maar van de jeeps niet genoeg ruimte kregen, zodat de grote zus gescheiden raakte van de groep en in paniek raakte. Zo hoort het niet te gaan. Wij zijn gasten in hun park en zij horen alle ruimte te krijgen.
Ook leeuwloze safari's
Dat de leeuwen niet echt te dresseren zijn, ervaren we ook. Tijdens de middagsafari en de safari op de laatste ochtend laat geen enkele leeuw zich zien. Ook het luipaard werkt niet mee en blijft thuis. Geeft niets, er blijven genoeg dingen over en we hebben al zoveel gezien. Na de laatste safari in het Gir park wordt het tijd om te vertrekken voor de lange rit naar ons laatste park, de Little Rann of Kutch.
Little Rann of Kutch
Little Rann (woestijn) of Kutch is zoals de naam al doet vermoeden, een woestijn. We rijden over een grote dorre vlakte afgewisseld met acaciabosjes en hier en daar een ander groen struikje. Het park is beroemd omdat het de laatste plek is waar nog de Indiase wilde ezel voorkomt en daarom is het gebied tot wilde ezel reservaat uitgeroepen. Hoewel het ‘little’ heet, beslaat het park zo’n kleine 5.000 km2. Het gebied is niet alleen een fijn gebied voor de wilde ezel, maar is ondanks zijn woestijnachtig voorkomen rijk in biodiversiteit en herbergt diverse bijzondere diersoorten, zoals de Indiase wolf, de woestijnvos en de Indiase vos. In het gebied zijn een kanaal en een dam aangelegd zodat het moessonwater opgevangen wordt en de rest van het jaar water beschikbaar is. Dat maakt dat het ook voor vogels en dan vooral watervogels een erg fijn gebied is.
Ook al zitten we in de woestijn, als we ‘s morgens vroeg starten hebben we de jasjes nodig. We zien de zon langzaam opkomen en weerspiegeld worden in plasjes omgeven door lage dammetjes voor de zoutwinning. Zoutwinning is illegaal in het park, maar aangezien het geld oplevert, wordt het gedoogd. Hetzelfde geldt voor de garnalenvisserij. We gaan op zoek naar de gestreepte hyena, de Indiase vos en de woestijnvos. En als we heel veel geluk hebben, kunnen we ook de Indiase wolf zien. We hebben een mooie rit en zien de prachtige wilde ezels. Hun rug en flanken hebben de kleur van hopjesvla, bij hun schouders, liezen en naar de buik toe is de vacht wat lichter. Midden over hun rug loopt van voor tot achter een zwarte anaalstreep. In verhouding tot de gedomesticeerde ezels hebben ze kleine oren, maar ze zijn even vertederend als gewone ezels. De nilgai – een forse antilopesoort met kleine horens – die we behalve de eerste dag in Sultanpur weinig meer hebben gezien, komt hier in grote aantallen voor. Hoe we ook ons best doen we zien geen spoor van hyena of vos. Over de wolf praten we maar helemaal niet.
Man met dromedaris in Gujarat, India
Om bij het park te komen, moeten we een flink stuk rijden en een paar dorpjes passeren. Dat is een feest op zich. We zitten nu in het westen van India en een stuk noordelijker en redelijk dicht bij Pakistan en de mensen zien er echt anders uit. De veehoeders die dromedarissen, schapen, geiten of buffels houden, zijn schitterend om te zien. Ze zijn vanwege de hitte, volledig in wit gekleed met een witte tuniek en broek en om hun verweerde donkere koppen met een grote snor zit een met zorg gewikkelde tulband. De vrouwen zijn even kleurig als in de rest van India.
Woestijnvos
‘s Middags, je komt dan echt niet meer op het idee om een jasje mee te nemen, gaan we opnieuw op zoek naar de vos en de hyena. We zien opnieuw de ezels, de nilgais en vogels, maar geen vosje of hyena. Dat lukt ook moeilijk midden op de dag en daarom installeren we ons tegen het vallen van de avond bij een vossenhol. Omdat het, op ezels in de verte en een groep wilde zwijnen na, nog steeds heel rustig is, verwachten we ook nu heel weinig. Maar dan opeens ligt er een woestijnvosje opgekruld op het dijkje waar zijn nest is. Hoe hij daar opeens gekomen is, geen idee, maar hij ligt er rustig en houdt de omgeving goed in de gaten. Na een poosje staat hij op en loopt met een wijde boog om vier jeepjes heen naar de overkant waar wat boompjes staan. Kennelijk heeft hij iets gevangen, want je ziet hem op iets kauwen. Daarna loopt hij nog even rond en verdwijnt dan over een laag dijkje uit het zicht. We blijven staan wachten in de hoop dat hij terugkomt, maar het enige wat gebeurt, is dat de zon aankondigt dat de dag langzaam afloopt. Plotseling komt hij weer tevoorschijn en loopt voor de jeepjes langs terug naar zijn dijkje en naar zijn hol. En dan opeens plop, plop, plop, als duveltjes uit een doosje verschijnen er drie ontzettend pluizige baby-knuffelvosjes. Ze hollen met mams mee. Ze is een zorgzame moeder, want ze mogen gelijk drinken en ze blijft geduldig liggen. Na het eten drentelen de jongen een beetje om het hol heen en we kunnen ze zo goed zien. Soms glippen ze weer terug in het hol om er even later weer uit te komen. Eentje is nog zo onhandig dat hij het hol weer terug in glijdt tijden het omhoog klimmen. Terwijl de pups lekker aan het spelen zijn, gaat de moeder op een afstandje liggen en let goed op dat haar kroost zich aan de regels houdt. Later horen we van Mahinder dat het de eerste dag is dat de kleintjes buiten zijn gesignaleerd en dat het haar eerste nest is en ze is al zo zorgzaam. Mahinder vertelt dat haar moeder ook een heel goede moeder was. Goed voorbeeld doet goed volgen. Pas als moeders vergezeld van de jongen uit zicht verdwijnt en het al aardig donker is, gaan we terug richting huis. Vandaag komen we pas om over achten thuis, maar wat hebben we een mooi cadeau gehad.
De volgende ochtend gaan we niet het park in, maar naar wat meertjes buiten het park die boordevol vogels zitten en naar wat andere vogelrijke plekken. Op onze laatste excursiedag zien we grote en kleine flamingo’s, pelikanen en honderden kraanvogels. Een mooie afsluiting van onze natuurreis.
Terug naar Delhi
Na een vroege lunch wordt het tijd voor de rit naar Ahmedabad waar we op het vliegtuig terug naar Delhi stappen. Alhoewel we vooral tijd in natuurparken hebben doorgebracht, hebben we tijdens de autoritten ook onderweg een stukje India gezien. Het is duidelijk dat er ten opzicht van tien jaar geleden, toen we hier voor de laatste keer ook voor een natuurreis waren, veel veranderd is. De wegen zijn onherkenbaar verbeterd en de verkeersdeelnemers zijn ‘normaler’ geworden. Je ziet hier nu veel meer redelijk nieuwe auto’s rijden. Natuurlijk kom je nog wel de zelfgebouwde vrachtwagens en ossenkarren tegen, maar ze bepalen niet meer het straatbeeld. Ook het verkeer is meer geordend. Af en toe zie je nog auto’s of tractoren tegen het verkeer in rijden, maar ook dat gebeurt veel minder. Bij grote steden ligt soms een rondweg om de stad en aan de rand van de stad zijn grote wijken met enorme flatgebouwen verrezen. Soms rijden we onderweg zelfs langs stukken waar bijna geen afval meer ligt. In de kleinere dorpen is veel minder veranderd al loopt soms dwars door een dorp een betonnen viaduct over alles wat er al stond heen. Je moet de weg toch ergens kwijt. Maar de chaos en de troep op straat met de koeien die van de vuilnishopen eten, vind je daar nog steeds. In Delhi zijn wijken die zo uit Engeland kunnen komen met brede lanen en bermen vol met goed verzorgde kleurige bloemen.
In Ahmedabad hebben we weer het gedoe met het inchecken. Ik kom nog redelijk ongeschonden door de vrouwentak van de security, maar Rik moet weer alle toestellen, opladers, reserveaccu’s e.d. uit de rugzak halen. De official wil nu in één hand Riks rugzakje meenemen en met de andere de plastic bak met fototoestellen en aanverwanten. Dat zijn allemaal zware spullen, dus de bak kan zo kapseizen waarbij alle spullen op de grond vallen. Dat gaat niet gebeuren. Ik zeg hem – niet al te vriendelijk – dat hij de bak met twee handen vast moet houden. Als hij dreigt door te zetten, pak ik de bak met twee handen vast en blokkeer hem zo. Ik herhaal nogmaals dat hij de bak met twee handen moet dragen en eerst maar het rugzakje moet doen. Hij blijft met één hand de bak vasthouden, dus ik maak zijn vingers los en wijs dat hij met het rugzakje kan gaan en dan de bak op mag komen halen. Hij is zo verbijsterd en overbluft dat hij nooit meer teruggekomen is om de fototoestellen door de scanner te halen. Soms helpt brutaal zijn gewoon. We landen om half acht in Delhi en gaan dan snel naar het hotel voor een vlugge hap. Het wordt tijd om afscheid te nemen van de groep. Zij vliegen vannacht al terug naar huis, maar wij blijven nog een nachtje. Wij hebben onze vlucht zelf geboekt in verband met onze Sri Lanka reis en wat zekerheden ingebouwd qua aansluiting met de vlucht vanuit Ahmedabad. Van de anderen is de vlucht ook nog vervroegd, zodat ze om tien uur alweer naar de luchthaven moeten. Ze hebben een kamer om zich op te knappen, maar na het eten is het al kwart over negen, dus veel hebben ze daar niet aan.
National Zoo Park (Delhi)
Wij gaan op onze laatste dag naar de dierentuin van Delhi. Mahinder heeft nog even voor ons bemiddeld en we gaan nu met de hoteltaxi die bij de dierentuin op ons blijft wachten, zodat we zeker op tijd weer terug zijn bij het hotel. De dierentuin, National Zoo Park, is een grote en mooi aangelegde dierentuin en steekt zeker positief af bij andere Aziatische dierentuinen die we gezien hebben. Ook bij de dierentuin ontkomen we niet aan een check van de rugzakken. Dit keer gaat het niet om laptops en fototoestellen, we worden gecontroleerd op eten en rookwaar. Dat mag hier niet mee naar binnen. In de dierentuin zelf kan je ijsjes en drinken kopen, maar helemaal niets te eten. Waarschijnlijk de enige manier om te voorkomen dat de dieren gevoerd worden. De meeste verblijven zijn mooi: ruim opgezet en goed ingericht. Alle herten en antilopen soorten hebben goed de ruimte, tijger, chimpansee, neushoorn en nijlpaard hebben een verzorgd, natuurlijk verblijf en veel watervogels als ooievaars en pelikanen kunnen zo uit de dierentuin wegvliegen, maar wonen daarvoor te goed naar hun zin. De kleine katachtigen zitten nog wel in erbarmelijke betonnen verblijven. De mooie junglekat die we in Sultanpur gezien hebben doet niets anders dan nerveus heen en weer lopen. Ook de Aziatische mannetjesolifant lijkt vastgeketend te staan en schudt met zijn kop en lijkt erg ongelukkig. Maar het overgrote deel van de dieren zit in prima verblijven. De Engelse informatie bij de dieren is goed verzorgd, verder is er niets aan educatie, behalve een film, maar die is te laat voor ons. Aan opvoeden doen ze hier wel. Overal wordt gewaarschuwd dat je de dieren niet mag treiteren of voeren. Bij de krokodil staat dat het een levend wezen is en dat je geen stenen naar hem mag gooien. Zou in Ouwehand toch een beetje vreemd overkomen.
Na de dierentuin valt er niet veel meer te melden. We zitten nu in het vliegtuig onderweg naar Muscat waar we over moeten stappen voor de vlucht naar Schiphol. Als de brief klaar is en er bruikbaar internet is, stuur ik hem uit. Of dat lukt voordat we thuis zijn, weet ik niet, maar anders krijgen jullie hem vanuit Ede.