Dwars door Afrika > Serengeti-Nairobi (Kenia) > Hell's Gate
Lake Nakuru is te droog

[19-3-1997]

Foto: onderweg naar Naivasha.

Vanaf Kisii rijden we via Kericho naar Nakuru. Eigenlijk zouden we naar Lake Nakuru gaan, een sodameer. Tanzania en Kenia hebben op dit moment last van de droogte. De regentijd had al lang begonnen moeten zijn en er heerst nu overal ernstige waterschaarste met alle gevolgen voor de voedselvoorziening. Lake Nakuru is door de droogte grotendeels opgedroogd en het water is nu zo zout, dat alle flamingo's en andere vogels verdwenen zijn. We rijden nu door naar Lake Naivasha (zoet water) en willen vandaar naar Hell's Gate Park.

Theeplantages

[19-3-1997]

In de buurt van Kericho verschijnen er ineens uitgestrekte theeplantages. Daarna is het meteen weer een uiterst droog, geel landschap.

Transportfietsen

[20-3-1997]

Foto: weg naar Hell's Gate.

We kamperen bij Lake Naivasha (zoet water) en willen vandaar naar Hell's Gate Park, een natuurpark waar je mag lopen; dat mag in Kenia maar in twee parken.
Op de camping blijkt dat je fietsen kan huren, dat lijkt ons wel leuk. De afstand is volgens de reisgids vrij groot, daarnaast moet je ook nog van de camping naar de toegangspoort van het park. We krijgen zware transportfietsen mee, met een dubbele stang voor de stevigheid, wat met mijn beenlengte wat lastig is. Ik haal vanaf de stang net de grond. Van zichzelf trappen de fietsen al zwaar, maar voor het heuvel­achtige terrein hier en de zandige wegen zijn ze niet echt geschikt. We moeten hard werken. Erg hard.

Ongevaarlijk volgens de ranger

[20-3-1997]

Foto: in het begin van Hell's Gate.

Hell's Gate Park is schitterend, vooral qua landschap: veel rotsformaties, vulkanische verschijn­selen: hele hoge steile pijlers, een schitterende kloof en warmwaterbronnen. Door de kloof kan je niet fietsen, daar kan je alleen lopen. De ranger bij de ingang vertelt ons dat we een deel van het park niet in kunnen, omdat daar de buffels zitten en die zijn gevaarlijk. Daar moet je met een auto heen. Ons gedeelte is ongevaarlijk, de buffels zitten heel ergens anders.

Safari per fiets

[20-3-1997]

Het is krankzinnig om hier gewoon op een fiets te zitten en links en rechts van je zebra's, impala's en hartebeesten te zien.

impala's bij de helling
nog meer impala's
Toch buffels!

[20-3-1997]

Na een tijdje zien we vijf buffels. Als we door het kijkertje kijken, staan zij alle vijf naar ons te kijken. De eerste begint onze kant op te lopen, de rest volgt. Wij zijn afgestapt en staan te kijken wat ze doen. De eerste begint te hollen. Heel hard en regelrecht op ons af. De andere vier rennen met hem mee. De enige instructie die we hebben gekregen is dat ze gevaarlijk zijn en dat je stil moet blijven staan. Wildparken waar je mag lopen zijn opeens minder aantrekkelijk. De buffels rennen akelig hard, zijn nog akeliger groot en hebben angstwekkend grote hoorns. Wij zijn akelig klein en achter een fiets is het slecht schuilen.
Opeens, een stukje, 100 meter? 50 meter? voor dat ze bij ons zijn buigen ze af, steken voor ons de weg over en blijven aan de andere kant doorhollen tot ze bij een ver bosje zijn. Daar gaan ze weer lopen en ze verdwijnen langzaam in de bosjes, behalve die ene (de eerste) die naar ons blijft kijken. Heel langzaam en voorzichtig beginnen we te lopen. Hij blijft ons in de gaten houden, maar komt niet onze kant uit. Ik sta te trillen op mijn benen, Rik niet, de instructie was 'blijven staan' en dat heeft hij gedaan.

We stappen weer op en ook na de schrik kunnen we weer genieten van het park. Als we niet ver van het kantoor/huis van de ranger zijn, zie ik weer vier buffels. Na nog eens kijken blijken het er minstens twaalf te zijn. Ze zijn nog ver weg, maar hebben ons al in de gaten. Ze doen relaxed, grazen wat en lopen niet richting ons, maar richting weg, waar wij straks over moeten.
We staan ongeveer een kwartier/half uur te wachten en er gebeurt weinig, maar we durven niet echt verder. Gelukkig komt er dan een jeepje aan. We houden het jeepje aan, dat is van het geothermale station (elektriciteit uit warm water) en achterin zit een ranger. De ranger besluit onmiddellijk dat wij niet verder mogen, zowel de fietsen als wij gaan achterin de jeep en zo passeren we de buffels. Ook de buffels hebben last van de droogte, daarom komen ze nu naar plaatsen waar ze normaal niet zijn. De ranger verzekert ons, dat we vanaf nu geen buffels meer zullen zien en dat is ook zo. De wandeling door de kloof is schitterend, we zien er ook veel vogels.

Als we het verhaal van de buffels aan iemand hier vertellen is het antwoord steevast: 'Ze zijn gevaarlijk. Erg, heel erg gevaarlijk.'

weer in veilig gebied
Rookpluimpjes van geothermale oorsprong.
Gorge

[20-3-1997]

We worden met de jeep afgezet bij de Ranger's Post. De ingang tot de gorge daar is moeilijk te vinden. We vinden een soort toegang maar die is veel te steil. Uiteindelijk kunnen we via een glibberig paadje (begin van een stroompje, veel algen) naar beneden klauteren. Daarna wordt de kloof dieper en breder, maar het stroompje water blijft steeds smaller dan een meter.

smal en algen
colobus aap 1
Op de camping bij Lake Naivasha.
colobus aap 2
Op de uitkijk.
naar volgende pagina:
volgende: naar Nairobi