Dwars door Afrika > Zaïre > naar Bukama
Er verdwijnt af en toe wat

[13-2-1997]

Foto: altijd belangstelling

De laatste tijd kunnen we eigenlijk nooit meer echt wild kamperen. De enige geschikte plek is vaak in een dorpje, altijd onder overweldigende belangstelling van de dorpsbewoners, die in tegenstelling tot wat we tot nu toe meegemaakt hebben, bezitterig nieuwsgierig naar ons zijn. Ze willen eigenlijk alleen maar weten welke dingen ze van ons zouden kunnen krijgen. We raken ook wat spullen onbedoeld kwijt: de ovenwanten, een olielamp, deksels van plastic bakken en het slot van de achter­deur. Kasai is de rijke provincie van Zaïre en waarschijnlijk zijn ze hier door de diamant­mijnen en uiteraard de belangstelling van blanken daarvoor, gaan denken dat blanken er uitsluitend zijn om dingen van te krijgen.

transportfiets
kerk en klooster
Inspectie

[13-2-1997]

Deze brug, tussen Mwene Ditu en Luputa, moet eerst beoordeeld worden op de draagkracht voor Bertus. Deze brug is overigens nog redelijk betrouwbaar uit. Er zijn slechtere.

Open en grassig

[13-2-1997, Kasai]

Het landschap is weer vrij open en grassig. Hier en daar staan bomen en er zijn veel dorpjes onderweg. Het landschap is niet meer heuvelachtig, maar meer licht glooiend. Zeker als de lucht grijs en zwaarbewolkt is, wat vaak zo is vanwege de regentijd, doet het ons aan Ierland denken (het landschap op de foto lijkt overigens niet Iers).

Blubber

[13-2-1997, Kasai]

Na de asfaltweg gisteren in Mbuji-Mayi wordt de weg weer ontzettend slecht, er staan ongelofelijk grote diepe plassen. We graven en kruipen niet meer door Zaïre, maar zwemmen of roeien nu ongeveer door Zaïre. Het is wel grappig, de eenden zwemmen hier gewoon midden op de weg. In al die plassen lijkt het soms of Bertus eigen ideeën krijgt, af en toe maken we enorme schuivers.

Kamperen in de kerk

Vandaag moeten we in Luputa voor het eerst de tent in de regen opzetten, maar geluk bij een ongeluk, we mogen onze binnententjes, die je zonder haringen op kan zetten, in de kerk opzetten.

we zitten vast
Kasai uit, Shaba in

[14-2-1997]

Het is inmiddels de 14e en vandaag zijn we de provincie Kasai uitgereden. De douanepost Kasai-uit was erg lastig. Eerst moeten we allemaal persoonlijk langs komen. Ze vinden dat ik niet op mijn paspoort lijk, ik hoop maar dat het niet door al het overvloedige eten hier komt. Vorige keer vonden ze dat ik op een Japanse leek. Daarna moet de achterkant van de truck open en van iedereen wordt de bagage doorzocht. Ze zijn bang dat we wapens bij ons hebben, onder­weg roepen ze ook vaak 'mercenaires' (= huurlingen) naar ons. Na de achterkant moeten de zijluiken open. We zijn ervan overtuigd dat ze ook binnen alles zullen doorzoeken en onze fototoestellen zullen vinden en gaan zeuren over een foto-permit. Kennelijk is ook de douane het zat, binnen bekijken ze in twee seconden en dan worden we onder militaire escorte naar de grens gereden.
We zijn drie uur en een kwartier zoet geweest bij de grens. De sfeer bij deze grenspost was niet vriendelijk. Op de open plek waar de truck al die uren stond, waren op elke hoek gewapende militairen opgesteld. Het petje van X werd in beslag genomen vanwege het vermeende militaire karaker daarvan. Zaïre is ongeveer kruipen van politie- naar politiepost.

Niemand hoeft trouwens bang te zijn dat we vermagerd uit Afrika terugkomen. We eten erg goed, op sommige dagen eten we zowel bij het ontbijt als bij de lunch pannekoeken en we eten alle dagen 's avonds warm. Verder verkopen ze hier onderweg soms koeken, heel veel vers gebrande pinda's, die vaak nog warm zijn als je ze koopt en daardoor onweerstaanbaar lekker. Onze lichamelijke inspanning bestaat voornamelijk uit het in en uit de truck stappen, dus echt vermageren doen we niet.

Dubieuze brug

[15-2-1997]

De brug bestaat voor een deel uit spoorrails en ijzeren staven en de dwarsbalken ontbreken nogal. In zo'n geval lopen we over en blijft er maar één chauffeur in de truck. Ook worden de eigen balken gebruikt om gaten op te vullen.
Bij deze brug wordt lang getwijfeld, maar uiteindelijk balanceert A er knap overheen.

Scouts

[15-2-1997, omgeving Kaniama]

We komen een groepje scouts tegen. Ze hebben het over 'Croix Rouge' en hebben attributen bij zich voor de genezing van zieken. Het blijft onduidelijk hoe genezing werkt met twee paaltjes van ca. 1 cm bekleed met dierenhuidjes en wat apenhaar, alsmede een gevorkte stok waarvan de bast om de 15 cm is verwijderd. Speciaal voor de foto brengen ze de padvindersgroet.

de volgende brug
geulen in de weg
Angst bij de bevolking

[16-2-1997]

Vannacht hebben we gekampeerd op een redelijk vlak grasveldje bij een klein dorpje. Bij het wegrijden vanochtend zegt een man dat de chief de bevolking heeft aangeraden in de huizen te blijven omdat hij dacht dat we militairen waren.
's Middags gooien twee kinderen van een jaar of 15-16 hun fietsen op de weg en rennen het veld in. Waar ze van schrikken? Misschien ook het idee dat we militairen of rebellen zijn?

Langzaam maar zeker vooruit

Foto: geulen in de weg onderweg naar Bukama, 18-2-1997.

Zijn er überhaupt al weinig foto's van de Afrika-expeditie, van deze dagen (16 t/m 19 februari) is er bijna niets. Toch is er wel het een en ander gebeurd.

Maandag 17-2-1997

Om kwart voor twee rijden we Kamina binnen. Er hangt een onheilspellende sfeer, spookstadachtig. Alle winkels zijn gesloten, er zijn weinig mensen op straat, maar wel veel gewapende militairen in allerlei verschillende uniformen. Het moet vroeger een handelscentrum zijn geweest; op een van de gebouwen is nog heel flauw te zien dat er ooit een Porsche dealer heeft gezeten.

Op de spaarzaam bezette markt doen we met z'n drieën boodschappen en de truck gaat intussen proberen te tanken. Als we met de boodschappen op de rotonde zitten te wachten op de terugkeer van de truck komen er drie mannen op ons af van de immigratie. We moeten mee, maar we zeggen dat we eerst wachten op de chef met de papieren. Als de truck arriveert, wordt het wat chaotisch. Men heeft gehoord dat er vanmiddag hier een trein vertrekt en zes mensen gaan uitstappen. Terwijl de immigratiemensen binnen hun controle uitvoeren, zoeken de uitstappers hun spullen bij elkaar, pakken hun tenten, halen hun geld uit de kluis en willen hun deel van de smeergeldpot terug. Uiteraard moet er intussen ook nog bier voor de komende tijd georganiseerd worden.

Om kwart over vijf rijden we Kamina weer uit, nu met zes mensen minder (twee zijn er Zaïre al niet met ons in gegaan, zodat er nu inmiddels acht mensen minder zijn). Als het traject en het weer slecht wordt/blijft, zal het zwaar worden voor de achterblijvers, mede omdat een paar harde werkers in de lappenmand zitten. De uitstappers hebben op geen enkele wijze overlegd over hun beslissing en zijn zo maar gegaan.
Na een kwartier blijken we op de verkeerde weg te zitten, namelijk die naar een militaire basis, zodat we weer terug moeten. We stuiten weer eens op een roadblock met aangeschoten militairen.

Dinsdag 18-2-1997

Slechts een paar kleine wegreparaties in de ochtend. 's Middags niet uit hoeven stappen , behalve voor het verwijderen van wat takken. Wel is de weg de hele dag slecht: glibberig, ongelijk, veel modderpoelen -ook in bypasses- en binnenzwiepende takken. We rijden nu in de richting van Bukama, maar niemand weet precies waar we zijn. We zien vanmiddag wel een spoorweg, maar die staat niet op de kaart.
Totale afstand vandaag maar 68 kilometer.

Woensdag 19-2-1997

Gisteravond regen, vannacht droog. 's Morgens als we net op zijn begint het weer te gieten. Ons paadje van moddervette klei verandert al snel in een glijbaan. We besluiten te wachten met rijden tot het weer droog is, een natte weg is toch te slecht om te rijden. Na ruim twee uur, het is dan half negen, is het droog en om half tien breken we op. Veel gebeurt er niet. Bertus glijdt wat voor- en achteruit en boort zich met zes wielen zo diep mogelijk in de modderige klei. Met veel graaf- en schepwerk krijgen we Bertus meter voor meter dichter bij de hoofdweg, een gravelweg en veel harder, maar elke keer zit hij zich weer met zes wielen vast. Een paar lokalen staan het aan te kijken en als we op twee autolengtes na de hoofdweg genaderd zijn, beginnen ze dunne boompjes om te hakken en hout en takken voor de wielen te leggen. Na een poosje kunnen we volgens hun rijden en ja hoor, de laatste twee autolengtes redden we in één keer en we staan op de gravelweg. De eerste 75 meter hebben ons anderhalf uur gekost.

Na een klein stukje gravelweg hebben we een tweede obstakel, we staan vast in een grote diepe plas. We passen de truc van de lokale mensen toe en leggen weer stammetjes en takken voor de wielen van Bertus. Ook nu vindt Bertus dat voldoende om uit de plas te krabbelen. Het is al kwart over twaalf als we nog nauwelijks gereden hebben en de derde hindernis tegenkomen. Deze hindernis verbaast ons in hoge mate: het is een tegenligger die vastzit in de modder. We hebben al dagen en misschien zelfs al weken geen andere trucks meer gezien. Met een ketting trekken we de tegenliggende truck weer los. Al met al schiet je zo op een dag niet op.

's Middags hobbelen we aardig door, we rijden door dicht bos en krijgen takken, blaadjes, bloemen, bessen en beesten binnen. Eén soort plant, we weten niet welke, geeft een soort stof af waar we gruwelijke jeuk van krijgen. Het voelt alsof je door de brandnetels hebt liggen rollen. Het is wel heel vervelend, maar ook wel lachwekkend zo'n truck vol met mensen die overal zitten te krabben en kleren uit en aan zitten te trekken omdat ze gek worden van de jeuk.

We kamperen weer eens op de weg, die op de vastgelopen truck van vanmiddag na toch niet bereden wordt. Totaal 35 km vandaag. Eigenlijk heeft het helemaal niet zo hard geregend, maar de bovenlaag was toch omgetoverd in een glijbaan waar Bertus geen grip meer op had.

In de truck hebben we tweedehands kleding (uit Nederland meegenomen) om weg te geven, zoals bijvoorbeeld aan de mensen die ons vanochtend hielpen bij het vastzitten. Deze gedragen, maar gewassen, shirts zien we vaak beter uit dan de shirts die de meesten van ons na deze maanden aan hebben.

naar volgende pagina:
volgende: Shaba