[29-4-1998]
Foto: Damascuspoort Jeruzalem.
Vanaf de grens gaan we naar Jeruzalem. Israël heeft natuurlijk een vrij roerige geschiedenis, waar ze eigenlijk nog middenin zitten en dat zie je ook terug in het land, maar ook in Jeruzalem. Onderweg zien we tentenkampen van de Palestijnen. Eén van onze medereizigers vraagt of die mensen geen geld hebben om een huis te bouwen. Het antwoord van de chauffeur: het is ze niet toegestaan om huizen te bouwen.
Toen Israël (toen nog Palestina) onder Brits mandaat viel, kregen de Joden voor elkaar dat de Britten in een declaratie van 1917 hun een Joods Nationaal Thuisland beloofden. In 1948 toen de oorspronkelijke Arabieren steeds meer in opstand kwamen tegen de enorme instroom van Joden, omdat ze niet inzagen waarom zij daar slachtoffer van moesten worden, kreeg Groot Brittannië het wat benauwd. De Britten trokken hun handen er vanaf en vertrokken, waarop de Joden Israël onmiddellijk tot onafhankelijke staat uitriepen. De daaruit voortvloeiende en nog steeds voortdurende conflicten zijn bekend. In 1948 werd ook Jeruzalem verdeeld. De Palestijnen kregen de Oude Stad en Oost Jeruzalem, de Joden West Jeruzalem. Later in 1967 kwam de stad volledig in handen van de Joden, maar de verdeling in verschillende wijken bestaat nog steeds.
Naast de Arabische moslims en de Joden is de stad als plaats waar Jezus gekruisigd is ook van belang voor de Christenen.
[29-4-1998, Jeruzalem]
De oude stad is verdeeld in maar liefst vier wijken: het Christelijke Kwartier, het Armeense Kwartier (Orthodox Christelijke Kerk), het Moslimkwartier en het Joodse Kwartier. Elk kwartier en elke groep heeft zijn eigen heilige plaatsen, en het is onvoorstelbaar wat hier allemaal op en naast elkaar zit aan pelgrimsplaatsen.
Kledingvoorschriften worden wat verwarrend. Voor de Christelijke plaatsen moet je ‘degelijk’ gekleed zijn, wat inhoudt geen korte broek. Bij de klaagmuur moet ik officieel een jurk aan (maar niemand stoort zich aan lange broeken). Bij de moskee moeten de schoenen uit en moet mijn hoofd bedekt, terwijl bij de tombe van Koning David Rik weer een (kartonnen) petje op moet en ik niets. Het kartonnen petje lijkt sprekend op de friteszakjes van McDonalds. Voor de zekerheid doen we de lange mouwen aan en stop ik de moslimjurk + hoofddoek in het rugzakje. Zo zijn we op alles voorbereid.
[30-4-1998, Jeruzalem]
Foto: militairen jagen Palestijnse verkoopsters weg.
We hebben niet het verstandigste tijdstip uitgekozen. De woensdag (29 april) dat we aankomen is Remembrance Day ter nagedachtenis aan degenen die gevallen zijn in de strijd voor Israël. ‘s Avonds gaat Remembrance Day over in Independence Day. Onafhankelijkheidsdag wordt dit jaar groots gevierd vanwege het 50-jarig bestaan. ‘s Avonds is er een groot vuurwerk, er zijn kraampjes en op donderdag is veel gesloten vanwege het feest. Zowel de premier (Netanyahu) als de president (Weisman) zijn er ter inleiding van het feest. Al Gore is de belangrijkste buitenlandse gast. Uit angst voor aanslagen heeft Israël veel bewaking ingezet. 30.000 man veiligheidspolitie is in staat van paraatheid gebracht. Niet de snuggerste dag om hier als toerist rond te kijken, het blijft een gevoelig gebied, maar eigenlijk wist niemand het echt van te voren. Onafhankelijkheidsdag valt niet elk jaar op dezelfde dag, het is afhankelijk van de maanstand.
[30-4-1998, Jeruzalem]
Foto: interieur kapel langs Kruisweg.
Er valt in Jeruzalem vreselijk veel te doen en te zien. De eerste volle dag (donderdag 30 april) maken we een rondwandeling met een gids door de Oude Stad om een idee te krijgen van wat waar is. We lopen de hele kruistocht over de Via Dolorosa. De plaatsen waar wat gebeurd is (overhandiging van het kruis, ontmoeting met zijn moeder) zijn met bordjes gemarkeerd. De bordjes suggereren meer zekerheid over plaats en gebeurtenis dan historisch verantwoord is, maar vooruit. De tocht eindigt in de Sepulchrekerk, waar de tombe van Jezus wordt verondersteld. De kerk is bepaald indrukwekkend met mooie mozaïeken aan de wand. Wat nog het meest opmerkelijk is, is dat de kerk eigenlijk vijf kerken onder één dak herbergt: de Rooms-katholieke, de Grieks en Armeens Orthodoxen, de Syrische Orthodoxen en nog één die ik vergeten ben.
[30-4-1998, Jeruzalem]
Verder bezoeken we de Klaagmuur, een gedeelte van de Westelijke stadswal waar de Joden komen om te bidden en briefjes (met naar we aannemen verzoeken) tussen de muur stoppen. De mannen en vrouwen zijn gescheiden.
[30-4-1998, Jeruzalem]
De derde belangrijke pelgrimsplaats op onze eerste volle dag is de Dome of the Rock, een prachtig blauw betegelde moskee met een gouden dak. De moskee staat op een groot plateau bovenop een heuvel en is in meerdere opzichten belangrijk. Zowel Mohammed zou vanaf deze plaats opgestegen zijn naar de hemel, als Abraham hier zijn zoon (bijna) geofferd hebben.
[1-5-1998, Jeruzalem]
Foto: gezicht op de stad vanaf een kapel op de Olijfberg.
De tweede volle dag in Jeruzalem klimmen we de Olijfberg op, vanwaar je een prachtig uitzicht over de stad hebt. De weg naar boven is bezaaid met kerken die allemaal ter ere van een bijbels feit op juist die plek gebouwd zijn. In al de kerken zijn massa’s pelgrims uit Italië, Duitsland, Engeland, Spanje en een groep uit Drachten. De voorbidder leest toepasselijke stukken evangelie, waarna de mensen losbarsten in onverstaanbaar (maar vast ook toepasselijk) gezang, gevolgd door gebed. Vooral de Italianen zijn goed vertegenwoordigd. De verschillende groepen zijn te herkennen aan het verschil in de kleur van de (pelgrims)sjaaltjes die ze dragen.
[1-5-1998]
Foto: binnenplaats bij Church of Nativity.
‘s Middags gaan we naar Bethlehem wat vrij dicht bij Jeruzalem ligt. We bekijken er de veronderstelde plek van de grot/stal waar Jezus geboren zou zijn en het kribje. De os en de ezel ontbreken. Ook hier weer heel veel gelovige bedevaartgangers. Nooit geweten dat dat op die schaal bestond, en wel intrigerend om te zien.
Het openbaar vervoer hier heeft zo te zien een duidelijk gescheiden karakter. In onze bus zitten louter Arabische-Palestijnse passagiers. We worden vriendelijk ontvangen en men schuift in om plaats voor ons te maken. Een van de passagiers regelt voor ons het (niet verwachte) wisselgeld bij het betalen van de buskaartjes.