[11-8-1998]
Foto: Flinders Range NP.
Na nog een dag in Adelaide rijden we in vier dagen naar Alice Springs. We gaan nu dus echt de ‘outback’ ofwel het lege achterland van Australië in. We rijden de eerste dag naar de Flinders Range. De Flinders Range is een bergketen en een uitloper van de Dividing Range, de keten die langs de gehele oostkust van Australië loopt. De bergen hebben grote, brede, vlakke dalen en het landschap begint duidelijk droger te worden. Het is een halfwoestijn met gras en struiken en hier en daar een boom. Veel van de dalen worden gebruikt voor het houden van schapen, en soms ook koeien. In de Flinders Range zien we onze eerste wilde emoes (soort struisvogel) en veel de wedgetailed eagle, een enorme adelaar met een spanwijdte van zo’n twee meter.
Route vandaag: Adelaide-Auburn-Clare-Laura-Port Augusta-Quorn-Hawker-Blinman.
[12-8-1998]
Vandaag hebben we weinig gereden, maar wel rondgekeken en gewandeld. De meest spectaculaire wandeling is die naar Devil’s Peak. Zo’n drie kwartier – 1 uur flink klimmen en dan als beloning een kilometers ver uitzicht vanaf de top.
Eerder op de dag bezoeken we de Yourambulla Caves, waar we Aboriginal rotstekeningen van 25000 jaar oud zien. De rotstekeningen maken op ons niet meer zoveel indruk qua ouderdom. Per slot hebben wij in Namibië rotstekeningen gezien die volgens onze volslagen gestoorde en behoorlijk dronken gids 6000 miljoen jaar oud waren (het moest 6000 zijn, maar dat vond onze gids niet goed). Eerlijk gezegd staan we wat sceptisch tegenover de Aboriginal tekeningen. Ze zullen heus wel goed gedateerd zijn, maar zien er zo fris en helder uit, dat je het idee krijgt dat de winterschilder net langs is geweest.