[25 t/m 29 juli 1998]
Foto: station en hoogbouw.
Vanaf Phillip eiland gaan we naar Melbourne met de V-line bus en een trein. Melbourne is net als Sydney een enorm grote stad, maar is wel anders dan Sydney. Deed Sydney ons vooral aan Londen denken, Melbourne doet ons aan Amsterdam denken. Het is moeilijk om onder woorden te brengen wat het verschil is. Zowel in Sydney als hier in Melbourne zijn enorme flatgebouwen. In Sydney waren de meeste mooi en smetteloos, hier zijn het gewoon enorme flatgebouwen, die niet bijzonder zijn. Sydney leek ook meer af, terwijl ze hier nog steeds bezig lijken met de stad. In Melbourne is ook weer veel te zien en te doen.
Zaterdag de 25e zijn we vooral aan het regelen. We hebben nu zo’n beetje de route voor de rest van Australië gepland en de uitstapjes die we willen maken geregeld.
Melbourne is bekend om zijn vele trams, daarom beginnen we de zondag met een rondrit met de tram door het centrum. De centrum tram is speciaal bedoeld om de stad te laten zien, en onderweg geven ze informatie over de dingen waar je langs rijdt. Verder zijn we bij een concert geweest. Het programma beloofde 19e eeuwse Amerikaanse en Australische muziek, en bleek uit louter volksmuziek te bestaan. Wij hadden een kamerorkest met klassieke muziek verwacht, maar deze muziek (zang en een reeks instrumenten bespeeld door drie of vier mensen en bestaande uit gitaar, banjo, viool, accordeon, contrabas) was erg leuk. Zeker ook omdat de uitvoerders zelf er wel plezier in hadden. Als laatste zijn we naar de gigantische bibliotheek geweest in een oud en mooi gebouw. Als het lukt willen we daar nog een keer naar toe terug. De bijzondere boeken (oude Middeleeuwse boeken, reisverslagen van Cook’s reizen e.d.), kan je alleen op afspraak zien. We gaan proberen of het lukt om zo’n afspraak te maken.
Melbourne heeft enorm veel parken, en is een groene stad. We gaan ook naar de botanische tuin, waar ondanks dat het winter was toch het nodige in bloei staat. In de tuin woont ook een grote kolonie vliegende honden (grote vleermuizen). Erg bijzonder omdat ze zover zuidelijk eigenlijk niet voorkomen. Na de botanische tuin doen we nog wat hoogtepunten in de stad aan.
Letterlijk en figuurlijk een hoogtepunt is het toilet van het Sofitelhotel. Het hotel heeft een bar, lounge, suites en toiletten op de 35e verdieping van een groot flatgebouw. Op de 36e t/m 49e verdieping zijn de (superluxe) hotelkamers. Vanaf de toiletten met grote glazen wanden heb je een prachtig uitzicht over de stad. Ik bekijk de stad vanaf de ‘dames’, Rik kijkt wat verderop vanaf de ‘heren’. Vanuit een lege suite, waar de zoutjes klaar staan zien we nog een ander deel van de stad. Net als wij weglopen komt het eerste deel van de in net pak gestoken, gestropdaste zakendelegatie de suite binnen. Mooi vergezicht en helemaal gratis en voor niets.
[28-7-1998]
Foto: varens bij Sherbrooke Falls in het Dandenong Park.
Vandaag gaan we naar Dandenong Nature Park. Ongeveer een uur rijden met de trein vanuit Melbourne. In het park hebben we de hele dag gewandeld. Het eerste stuk was klimmen naar de top van de heuvel door een laag bos met voornamelijk boomvarens. Veel kaketoes, papegaaitjes en andere vogels gehoord en gezien. Later op de dag lopen we door een bos met veel Eucalyptusbomen en andere enorm hoge bomen met stroompjes en watervalletjes. Heerlijke wandeling, maar wel erg blubberige paden, met als gevolg modder op de broekspijpen en smerige wandelschoenen.
’s Avonds gaan we naar een concert van het King's College Choir Cambridge, en we ruilen de vieze kleren om voor schone, en verwisselen de wandelschoenen voor gympen. Of iemand in de concerthal ziet dat we ‘op deftig’ zijn, valt te betwijfelen. We hebben ons best gedaan, en meer kan van een mens niet verlangd worden.