[18-11-1998]
Foto: Makarora, vergezicht over breed dal (Mt Aspiring NP)
Vanaf Haast gaan we via de Haast pas meer het binnenland in, en buigen af van de westkust. We stoppen voor de nacht in Makarora middenin Mount Aspiring National Park. In het park kan je genoeg wandelen om er een paar dagen te blijven, maar dat doen we niet. Zo langzamerhand moeten we plannen welke dingen we absoluut willen zien, en wat we overslaan. Alles zien gaat ook in de 2,5 maand die we hebben, niet.
In Makarora is weer zo'n leuk Kiwifeestje. Je moet daar verkleed naar het feestje komen, en wel verkleed in een vuilniszak. Leuk hè. Onderweg van Haast naar Makarora vertelt Rik aan de bus wie we zijn (op verzoek van de chauffeur). Eén van de medereizigsters heeft een vraag aan Rik. Of hij ook vanavond meedoet met het vuilniszakverkleedfeestje, hij is van harte uitgenodigd. Gek hè, waarom zouden ze zo’n vraag nou juist aan Rik stellen. Overigens worden ter verhoging van de feestvreugde twee 50 liter biervaten en ettelijke liters wijn aangeschaft (voor 35 – 40 mensen). De volgende dag als we naar Queenstown rijden, hoor of zie je weinig van de feestvierders. Verkleden is niet nodig, ze zien er vanzelf als dweilen uit.
[19-11-1998]
Foto: Lake Hawea, onderweg van Makaror naar Queenstown.
Het landschap is nu we van de kust weg zijn duidelijk veranderd. We hebben het overvloedig groene dichte bos verruild voor een meer open landschap met landbouwgrond, met struiken, begroeide heuvels en talloze ontzettend mooie meren, zoals Lake Wanaka en Lake Wakatipu, waar Queenstown aan ligt.
[20-11-1998]
Foto: uitzicht vanaf het kabelbaanstation
Queenstown is het centrum van alle avontuurlijke dingen die een mens kan verzinnen en meer. Bungeejumpen, pipeline, jet-boating, white water rafting en sledging en river surfing zijn maar een bescheiden greep uit het assortiment. En let op: in Queenstown ga ik ook voor het avontuur! We gaan omhoog met de kabelbaan gondola (geen avontuur). Vanaf boven heb je een schitterend uitzicht over heel Queenstown, het meer en alle bergen (de Remarkable, en Mount Cecil) rondom Queenstown. Wij hebben het enorm getroffen met het weer. De westkust van het Zuid eiland is één van de natste plaatsen van de wereld met een gemiddelde regenval van 8 meter per jaar. Langs onze hele tocht langs de westkust met de gletsjers en Haast hebben wij prachtig zonnig en wolkenloos weer. Soms trekt het wat dicht, maar de bewolking klaart dan later weer gewoon op. Alleen onderweg naar Queenstown hebben we regen, maar ook nu bovenop bij de kabelbaan is het prachtig, helder weer.
[20-11-1998]
En wat kan je van bovenaf de berg met zulk weer doen: paragliden. Aan een heel groot parachuteachtig scherm (samen met een piloot) van boven af de berg naar het dal vliegen. Ik heb daar al veel vaker naar staan kijken, het lijkt me (met piloot) ontzettend leuk. Om geen bovenmatige verwachtingen te wekken bij de piloot leg ik uit hoe ontzettend onhandig ik ben. Ik kan niets, durf alleen op een fiets te rijden, en val daar soms nog af (is niet waar, maar je kan niet voorzichtig genoeg zijn). Maar tijdens het vliegen hoef je zelf niets te doen. Dus ga ik mee paragliden. AVONTUUR!
Het is geweldig. Net of je een hele grote vogel bent die heel rustig rondglijdt en geniet van de thermiek om zo lang mogelijk te blijven zweven. Soms hangen we even stil, en dan worden we weer door de wind zachtjes meegenomen. We blijven heel lang rondzweven en rondcirkelen, en alles gaat even rustig en gladjes. Echt absoluut fantastisch en heel jammer dat je uiteindelijk landt. Ik had wel de hele dag willen vliegen. Ik ga weer terug omhoog met de kabelbaan waar Rik nog is. Hij moet er met zijn hoogtevrees niet aan denken, maar ik heb echt meer dan genoten.