[26 en 27-6-1998]
Foto: omgeving Mackay.
Na het park gaan we de 26e 's middags van Townsville naar Airlie Beach, waar we één nacht blijven. Airlie Beach is het uitgangspunt voor de Whitsunday Eilanden, waar je alles kan doen wat ‘Je bent jong en je wilt wat backpackers’ zoeken. Daarnaast kunnen we uit ervaring vertellen, dat je in Airlie Beach erg lekker kan eten. Het eten tot nu toe in Australië is erg goed, erg veel en goedkoop. Alle hostels hebben een goed uitgeruste keuken waar je zelf kan koken. Ons plan was ook om geregeld zelf te koken om de kosten te drukken. Tot nu toe is het er nog niet van gekomen. Voor gemiddeld ƒ 12,00 heb je hier een uitgebreide maaltijd (inclusief alles), en als de ‘special van de dag’ je aanstaat ben je vaak voor de helft uit. De kwaliteit is tot nu toe uitstekend met veel groente en zo, zodat de animo om zelf boodschappen te doen en te koken niet groot is.
Het reizen met de Oz-bus bevalt goed. Het traject Cairns-Sydney is verdeeld over acht rijdagen. Je kan of de hele rijdag mee, of waar je wilt onderweg uitstappen. De bus is een grote luxe touringcar en is bij lange na niet vol (de route omgekeerd van Sydney naar Cairns is veel drukker). Op begin- en eindpunt (zoals Airlie Beach) moet je overnachten, en word je tot aan de deur van het hostel gebracht. Op tussenstops is er één punt waar je afgezet en opgepikt wordt.
De chauffeurs zijn niet uitsluitend ingehuurd om te rijden, maar zijn ook een soort reisleider. Ze vragen ook naar welk hostel je wilt, en kunnen dan de accommodatie regelen. Aangezien wij een tweepersoonskamer willen die doorgaans schaars zijn, regelen wij dat al eerder zelf. De chauffeur is zeker niet onbevooroordeeld voor wat betreft de keuze van de accommodatie. Het kan niet anders dan dat ze van sommige hostels commissie of leuke cadeautjes (duiktripjes of zo) krijgen. De ene chauffeur stelt voor om met z’n allen een tafel te reserveren, de andere doet spelletjes in de bus, en de winnaar krijgt een biertje van de chauffeur in hetzelfde hostel/restaurant, dat kan geen toeval zijn. De aanraders van de chauffeur zijn altijd ‘fun’, ‘beer’, en ‘adventure’ adressen. Wij kiezen dus steevast voor een ander hostel. Tot nu toe hebben we alleen nog maar (het gaat afgezaagd klinken) aardige chauffeurs getroffen die je zo goed mogelijk proberen te informeren.
Vanaf Airlie Beach rijden we naar Mackay. Een korte rit, en we zijn er al om half tien. We wisten al van tevoren dat we vroeg in Mackay zouden zijn en hebben daarom voor ’s middags een tourtje geboekt naar Eungella National Park. Tours boeken we meestal een paar dagen van te voren, omdat je als je ergens aankomt en dan nog wat wilt boeken kans hebt dat de tour al vol zit, of net niet gaat als jij er bent. Vooruit boeken doen we dan telefonisch op basis van onze eigen informatie (uit de reisgids), foldertjes en advies van de mensen van de hostels of andere deskundigen ter plaatse. Meestal gaat dat erg soepel, zoniet bij de tour die we met Reeforest (reisorganisatie) in Mackay willen maken. Volgens de folder zijn er vijf uitstapjes, waarvan drie (twee halve dag uitjes en één daguitje) ons aardig lijken. De andere twee trekken minder. Eén lijkt op een ‘gezellig met de hele familie een dagje uit’ picknick. De andere is een op maat te bestellen uitstapje naar een veestation.
Rik belt en informeert naar het halve dagtourtje naar het Eungella Park. Aan de andere kant van de lijn begint een vriendelijk, maar uitermate dom meisje het programma van het familiedagje voor te lezen. Nee, dat wil Rik niet. Wij willen uitstapje 2 naar het Eungella Park. Het enorme licht aan de telefoon leest nummer 3, het andere halve daguitje voor. Ook leuk, maar Rik blijft volhouden op nummer 2. Het Licht heeft nu door dat Rik iets speciaal wil, en start met het voorlezen van uitje nummer 5, het op maat te bestellen veestation. Rik legt nogmaals uit dat we nummer 2 willen hebben naar het Eungella Park.
Deze keer komt de boodschap over bij het Licht, en uiteindelijk kan Rik haar er ook nog van overtuigen dat we dat uitje op zaterdag willen maken.
Rik gaat nu door naar programmapunt 2: het daguitje (nummer 4 in de folder) dat we ook willen doen. Het antwoord van het Licht is dit keer prompt en verbazingwekkend: “Oh, maar meneer, dat uitstapje staat wel in de folder, maar dat bestaat helemaal niet. Die tour is nog nooit gegaan”. Naar het het derde uitje (nummer 3, halve dag) heeft Rik maar niet meer gevraagd.
In ons hostel in Mackay hangt een papier over een pakket-tour o.a. met bezoek aan het Eungella Park. David, de eigenaar vertelt dat die tour ook van Reeforest is, en in feite de ‘familie-dagtour (nummer 1)’ uit de folder. In feite is die tour een combinatie van de twee halve dagtours (nummer 2 en 3, die ons allebei lijken), en helemaal geen familiepicknick, zoals je uit de folder leest. Zonder problemen regelt David voor ons dat het halve dag uitje naar Eungella, gewijzigd wordt in de gecombineerde dagtocht, die als pakket ook veel aantrekkelijker geprijsd is.
De andere dagtocht (nummer 4) naar o.a. Cape Hillsborough Park blijkt ondanks de berichten van het Licht wel te gaan, en ook die tocht regelt David voor ons. Aan goede informatie heb je toch een stuk meer, dan aan een onduidelijke folder en een dom meisje aan de telefoon!
[28-6-1998]
De eerste dag gaan we vanuit Mackay richting noorden naar Cape Hillsborough Park en Cathu State Forest. We zijn de enige twee gasten voor vandaag en gaan met Col en zijn jeep op pad. Het is een leuke gevarieerde dag, met een wandeling door prachtig tropisch regenwoud dat tot aan het strand loopt, koffiepauze op een picknickplek waar de kangoeroes en wallabies handtam zijn, en nog veel meer. We weten inmiddels dat er eigenlijk geen echt verschil is tussen kangoeroes en wallabies. Kangoeroes zijn groter en wallabies kleiner. Voor het geval de experts er ook niet meer uitkomen is er een tussenoplossing: de wallaroe. De wallaroe (de naam verraadt het al) zit tussen een kangoeroe en een wallabie in. We hebben een geweldige dag.
[28-6-1998]
Foto: tijdens een wandeling op 28 juni.
Col is een onderhoudende verteller, die en passant ook zijn hart lucht over de Oz-bus en de arrogantie van de Lonely Planet. De chauffeurs van de Oz-bus praten iedereen in de richting van ‘fun’ en ‘bier’. Tussenplaatsen op de route waar je voor de natuur heen gaat, negeren ze zo’n beetje. Toch wordt van organisaties als Reeforest wel een forse bijdrage verlangd. Soms raden chauffeurs mensen zelfs af om naar Mackay te gaan, omdat er ‘niets te doen is’.
Wij hebben dat zelf ook al gemerkt. Het publiek in de bus is doorgaans erg jong en laat zich erg gemakkelijk sturen door de chauffeur. Het zijn voornamelijk jonge kuikens die zonder enig plan of voorbereiding op pad zijn. Het voornaamste lijkt te zijn dat ze van huis zijn, en zoveel mogelijk ‘fun’ maken. Wat ze daarbij wel of niet van Australië zien is bijzaak. En oom of tante Chauffeur is zo heel anders dan paps en mams thuis. Oom en tante Chauffeur zijn ook dol op ‘fun’ en ‘bier’ (nooit tijdens de rit hoor), en weten de beste plekken.
Iemand die we spreken duidt de Oz-bus aan als de ‘kinderbus’. Overigens hebben wij weinig last van ze. Ze gedragen zich in de bus erg rustig, en we horen ze alleen als oom/tante Chauffeur vraagt: “Vonden jullie de waterval leuk?” of “En was de hamburger groot genoeg?”. In dat geval joelen ze met z’n allen. Of we horen ze wat brommen als we een plaats binnen rijden waar we stoppen, en oom/tante roept door de microfoon: “Wakie, wakie” (wakker worden). In plaatsen als Mackay zien we ze niet.
[29-6-1998]
Onze tweede trip in Mackay gaat naar Finch Hatton Gorge waar we door het regenwoud naar twee watervallen wandelen, die echt prachtig zijn. Terug worden we getroffen door een gigantische stortbui, waar we ruim een half uur in lopen. De regenjacks liggen nog in de auto en blijven fijn droog, wij niet.
[29-6-1998]
Aan het eind van de dag gaan we naar Eungella Park, waar we al steeds heen wilden. Waarom? Daar kunnen we weer het vogelbekdier zien. We staan ruim een uur (nog steeds in de stromende regen, maar inmiddels met jack aan) te kijken, en zien ze nog veel duidelijker en dichterbij dan de eerste keer in Yungaburra. Verder zien we wel honderd grote witte kaketoes die naar hun slaapbomen gaan om zich te installeren voor de nacht.
Op dierengebied komen we toch niets tekort. ’s Morgens zijn we naar een parkje geweest waar je de dieren (het is een soort dierentuin) kan voeren. De eenden, ganzen en kangoeroes zijn erg leuk, met de emu is het een beetje oppassen. Hij stormt op je af, en pikt met venijnige bewegingen met z’n grote snavel het voer razendsnel uit je hand. Beesten voeren blijft leuk. De kaketoes mag je niet voeren, maar ondanks dat blijven ze aan één stuk door ”Hello” of “Hello darling” roepen.
[30-6-1998]
Na twee leuke dagen vertrekken we weer uit Mackay, en rijden we landinwaarts naar een grote boerderij, 10 km buiten Dingo. Dingo zelf is een dorpje van niks in het volstrekte niets. De dichtstbijzijnde plaats (Rockhampton) is 160 km weg. De boerderij heeft naast het vee een goedkope overnachtingsmogelijkheid (met eten en alles), en organiseert verschillende uitstapjes. Jammer genoeg kan de excursie om het bedrijf te bekijken niet doorgaan, omdat het teveel geregend heeft (weten we alles van) en de wegen te slecht zijn.
Denk niet dat we te lui zijn om lopend het bedrijf te bekijken. De maten zijn hier anders dan we gewend zijn. Het bedrijf beslaat een oppervlak van 130 km²!
De jongens die Dingo runnen (Mecca en Scott) zijn handig in het runnen van de toeristische handel. Hun praatje over de uitstapjes is een gesmeerd verkoperspraatje, en voor ’s avonds zijn er spelletjes, lijndansen (= Australisch volksdansen) en natuurlijk de bar. De organisatie van het eten (voor zeker 60 man) loopt gesmeerd.
Ook mijn uitje (paardrijden om kwart voor 7 ’s morgens, dus ruim voordat de bus om 10 uur vertrekt) kan niet doorgaan. Het is door de regen te glibberig en daarom te gevaarlijk. Heel jammer.
De andere uitjes: saffieren zoeken in de mijnen, of een didgeridoo (= Australische Aboriginal fluit van meer dan 1 meter) maken, trekken ons niet zo. Bovendien waar laat je zo’n onmogelijk grote fluit waar je nauwelijks muziek uit krijgt. Opsturen kost ƒ 60,00 per stuk.