Als op een kaart icoontjes voorkomen, kun je meestal daarop klikken om enig houvast te krijgen over die plek op de kaart.
Soms bevat die informatie dan ook een link naar de betreffende webpagina.
[2 en 3-6-1998]
Het is bijna kwart voor 3 ’s nachts en we zitten we op het vliegveld van Honolulu te wachten tot we in kunnen stappen voor de vlucht naar Tonga. Tijd en dagen beginnen langzamerhand erg ingewikkeld te worden. We zijn op 1 juni (maandag) om ongeveer 10 uur ’s avonds naar bed gegaan en om 12 uur weer opgestaan. Nu (kwart voor 3 ’s nachts) is het dus 2 juni heel vroeg. Onderweg naar Tonga gaan we over de datumgrens. Hoewel we dus maar 5 à 6 uur vliegen, komen we woensdagochtend 3 juni om een uur of 8 op Tonga aan. 2 juni is dit jaar dus wel heel erg kort. Ergens in december als we terugvliegen zullen we de dag die we nu kwijtraken wel weer terugkrijgen.
4-6-1998]
Tonga is volledig anders dan Honolulu. Tonga ligt ten zuiden van de evenaar en bestaat uit circa 170 eilanden, verdeeld over vier hoofdeilandengroepen. In oppervlak beslaan de eilanden zo’n 360.000 km², maar als je het land (en dus niet de zee) optelt, houd je ongeveer 700 km² over.
De eilanden liggen in de Stille Zuidzee en hebben een tropisch klimaat. Wij zitten op het hoofdeiland Tongatapu waar ook de hoofdstad van Tonga, Nuku’alofa op ligt. Tongatapu is 1,5 à 2 keer zo groot als Texel. Tonga is een koninkrijk, en is in tegenstelling tot veel andere eilandgroepen nooit gekoloniseerd geweest. Het eiland wordt bewoond door Polynesische mensen die Tongalees, en gelukkig meestal ook Engels spreken.
Tonga is alles wat je je van een ideaal tropisch eiland voorstelt. De mensen zijn er uitermate vriendelijk, het tempo ligt in alles erg laag, en het eiland staat vol met palmbomen, ananasplanten, bananenbomen, cassave, watermeloen, vanille e.d. Wij zijn hier voor een week, en deze week zijn we niet op reis, deze week hebben we vakantie. We passen ons tempo moeiteloos aan aan dat van Tonga, doen elke dag wel iets, maar vooral niet teveel.
[4-6-1998]
We komen op woensdag aan, en horen dat de volgende dag (donderdag) een feestdag is. Het is dan Emancipatiedag (ter viering van de oprichting van het zelfstandig koninkrijk). Op feestdagen en op zondagen is alles in Tonga dicht, openbaar vervoer rijdt niet, en zelfs een blikje fris is moeilijk te krijgen (op donderdag, feestdag nog wel, op zondag niet). Het eiland is vrij vlak, zodat we voor donderdag een fiets huren om een tochtje te maken.
[4-6-1998]
Ook al zijn we deze week niet op avontuur uit, in Houma komen we regelrecht terecht in het sprookje van de koning van Tonga.
Het sprookje begint niet met ‘Er was eens’, maar met ‘Er is nog steeds op Tonga, een heel ver eiland, een koning. Die koning zit op zijn troon te regeren, samen met zijn ministers en zijn minister president. De minister en de minister president worden niet door het volk gekozen, maar uitgekozen door de wijze koning. Volgende maand op 4 juli is het groot feest op het verre eiland. En weet je waarom? Dan is de wijze koning jarig, en heel zijn volk viert dan feest. Alle mensen van Tonga zijn al druk bezig voor het feest, en de minister president heeft het op deze donderdag drukker dan ooit met de komende verjaardag’.
Hoe stappen wij het sprookje binnen? Wij fietsen Houma in, waar we de blowholes willen bekijken. In Houma horen we trommels, en als we op het geluid afgaan, komen we terecht bij een groep dansende mannen. De mannen hebben over hun rok (veel mannen lopen hier in een rok, vaak met een overhemd met stropdas erboven, en een soort rieten mat over de stoffen rok), een bladerrokje en een soort rinkeldingen aan hun enkels, waarmee ze geluid maken als ze stampen. Verder dragen ze de lokale speren. We installeren ons tussen het publiek, maar de zitting wordt net opgeheven. Iemand zegt dat als we een foto willen nemen, we maar even mee moeten komen. We hobbelen mee in de meute en komen op een groot gazon bij een groot huis terecht, waar we onder de hoede van een onderwijzeres terecht komen. Zij legt ons uit wat er aan de hand is. Het huis is van de minister president, en de mannen oefenen een dans die uitgevoerd gaat worden voor de koning op zijn verjaardag. Een andere dansgroep uit een andere plaats (Malapo) gaat een andere dans uitvoeren, en komt straks aan in Houma.
Vandaag worden de beide dansen opgevoerd voor het danscomité, dat moet beoordelen of de dansen goed genoeg geoefend zijn om voor de koning uit te kunnen voeren. De voorzitter van het danscomité wordt met een half uur à een uur verwacht, en dat is de prinses, de dochter van de koning.
[4-6-1998]
Foto: de jonge zoon van een nobele uit Malapo moet in het midden zitten en krijgt kussens.
De onderwijzeres vertelt nog veel meer. Over de rangen en standen van het eiland. De koning is het hoogst, de minister president die in Houma een huis heeft, is de volgende in rang. Hij is nobele. Elk dorp heeft zijn eigen nobele. Nobelen trouwen met nobelen. Voor de oudste zoon van een nobele beslist de koning met welke nobele-dochter hij moet trouwen. De nobelen worden geassisteerd door een klein groepje van Matapula’s. Ook Matapula ben je van geboorte. De titel Matapula erft over van vader op zoon. Onder de Matapula’s komt het gewone volk, en daaronder heb je nog één rang en dat zijn de slaven. De ‘slaven’ zijn in feite de mensen die vanwege een misstap veroordeeld zijn, en voor een bepaalde tijd tewerk gesteld worden. Na hun ‘slaafperiode’ keren ze terug naar hun eigen dorp en eigen baan, en worden weer als normale gerespecteerde dorpelingen behandeld.
Verder krijgen we van alle kinderen van de minister president te horen met welke nobele uit welk dorp ze getrouwd zijn, en hoeveel kinderen ze hebben en die kinderen en kleinkinderen worden ook aangewezen.
Ze vertelt verder nog over de bolla’s (grote tafel vol eten), die het dorp aan moet leveren voor de konings verjaardag en over de rieten-matten-rokken die mannen en vrouwen over hun rokken dragen en de touw- dan wel plastic sliertrokjes die vrouwen soms ook dragen. Al die versierselen dienen als eerbewijs aan de koning. Dat wij er anders uitzien geeft niets, wij komen niet van Tonga, maar voor een Tongalees zou onze kleding onacceptabel zijn.
[4-6-1998]
De dansdelegatie uit Malapo is gearriveerd. Mannen en vrouwen met prachtige kleren, versierselen te ere van de koning, bloemenkransen om hun hals en veren in hun haar. De Malapo’s installeren zich voor de dans, en na de hymne, het gebed, de bijbellezing en de toespraken van de Matapula’s uit Malapo en Houma begint hun dans. De dans (voor mannen en vrouwen) doen ze zittend, en bestaat voornamelijk uit handbewegingen en gewieg met het lichaam. Wij vertrekken na de Malapodans, want we moeten voor donker (onverbiddelijk 6 uur zo dicht bij de evenaar) thuis zijn met de onverlichte wegen en de fietsen zonder licht.
De prinses van het danscomité blijkt toch niet te komen, iemand anders van het danscomité is er wel, en de Malapo’s maken zich op voor een tweede dansuitvoering. Wij nemen afscheid van de onderwijzeres, zo’n bijzondere middag zullen we niet gauw weer meemaken. Echt geweldig, voor zulke belevenissen ben je op reis.
[5 en 6-6-1998]
Vrijdag de 5e gaan we met de bus naar het vogelpark. Leukste vogel daar is de megapode, die alleen op het meest Noordelijke vulkanische eilandje van Tonga in het wild voorkomt. De megapode ziet eruit als een mislukte kip met een in verhouding veel te klein hoofd, een bol lijf, lange poten en te grote voeten. Hij is 1/3 kip groot, en legt (zij, zo normaal zijn ze wel) eieren die groter zijn dan een kippe-ei. De eieren worden niet uitgebroed, maar diep begraven in de hete vulkanische as aan de voet van de vulkaan. Na het ingraven vindt moeders dat ze van de kopzorg af is. De jongen kruipen volledig in de veren uit het ei en zijn direct zelfstandig. Vaak zijn de eieren zo diep ingegraven dat ze twee dagen nodig hebben om bovengronds te komen. Ik wist dat de megapoden ergens in de Stille Zuidzee bestonden, en vind het ontzettend leuk om ze nu zo dichtbij hun huis in levende lijve (zij het in een dierenpark) te zien.
Zaterdag de 6e gaan we weer naar Houma, maar nu met de bus, voor de blowholes. Het is een spectaculair gezicht: zover je kunt zien zijn er spuitende blowholes en hoge golven die op de koraalachtige rotskust stukbeuken.