[16-8-1998]
We vertrekken al voor zessen om de zonsopkomst bij de Olga's te zien, zo'n 50 km van Ayers Rock. We maken daar een wandeling van ca. 8 km rond en door de Olga's. Deze rotsen doen zeker niet onder voor Ayers Rock, maar omdat het hier nu eenmaal niet één klomp is, wordt het minder bezocht.
Ook dit is weer een sacred site, maar je vraagt je wel eens af: 'wat is hier nu eigenlijk geen sacred site?'.
[16-8-1998]
Na de Olga's moeten we eerst nog het kamp opbreken bij Ayers Rock en daarna rijden we naar King's Creek Station. Onderweg passeren we Mt Connor, die qua vorm wel enige gelijkenis heeft met Ayers Rock.
[16-8-1998]
Alles is even mooi en indrukwekkend, maar wat ons totaal overdondert is de woestijn zelf. We hadden geen beter tijdstip voor onze tocht kunnen kiezen. Het heeft de voorgaande weken relatief veel geregend en nu is het warm. De woestijn is één groot bloeiend voorjaarsfeest geworden. Alles wat kan bloeien heeft besloten dat nu te doen, en de woestijn is veranderd in een grote tuin vol gele, witte, lila en rode bloemen. We hebben weer eens erg veel geluk, want zo ziet de woestijn er maar twee weken per jaar uit. Wij pikken daar vijf dagen volledig van mee. Zo hebben we de woestijn nog nooit gezien.
Als Mark merkt dat ik het leuk vind om planten te kijken, krijg ik zijn plantenboek in bruikleen. Een beter cadeau had hij niet kunnen bedenken. Zelf hebben we geen plantengids, omdat Australië zo groot en gevarieerd is, dat je elke twee weken een nieuwe nodig hebt. Nu zomaar een plantengids met zoveel bloemen om je heen is geweldig. In de korte tijd weet ik met Mark’s boek meer dan 50 soorten van een naam te voorzien, Niet echt knap, want het is maar een klein percentage van wat er in totaal staat, maar ik ben meer dan tevreden. met de fuchsia’s, de grevillea’s, de indigo (gebruikt voor blauwe verf) en de bloeiende mistletoe (overigens heeft Mark ook heel wat planten aangewezen, en heb ik niet alles zelf opgezocht; een mens moet niet overdrijven over zijn prestaties).