[17-10-1997]

Foto: kerkje in George.

Vrijdag de 17e reizen we van Oudtshoorn naar George, waar we onmiddellijk op zoek gaan naar de BMW-garage. Niet dat we besloten hebben om nu toch maar een BMW te kopen, maar om de fotocamera te laten repareren. De partsmanager van de garage repareert (volgens onze bron in Oudtshoorn) in de avonduren fototoestellen. De zoomlens (70-210) wil niet verder dan 70-135, waarom is onduidelijk. Niemand bij de garage is verbaasd dat we met een fotolens aankomen. Geoff (de partsmanager) wordt geroepen, en hij belooft er naar te kijken. De volgende morgen kunnen we de lens al dan niet gerepareerd ophalen.
Geoff kan hem jammer genoeg niet echt repareren. Weliswaar gaat hij nu weer van 70-180, maar voor hoelang weet niemand.

[18-10-1997]

Foto: station van George.

In George stappen we op de stoomtrein naar Knysna. Een rit van 2,5 uur met een gerestaureerde stoomtrein. De tocht is prachtig. We rijden langs baaien, langs mooi begroeide valleien en langs meren, en dat alles met een sukkelgangetje. Echt een geniettochtje.

[18-10-1997]

Bij het station in Knysna staat iemand te wachten op potentiële klanten voor het Knysna Caravan Park, maar die klanten zijn er niet. Claire is bevriend met iemand van Hiker's Home waar wij geboekt hebben en brengt ons daarheen. Net als in George zijn we in Knysna de enige gasten. Ook net als in George heeft de bar alleen bier en wijn en geen frisdrank. Dat zegt iets over backpackers, zoals we ook zelf wel vermoeden. In de keuken van het hostel staan de bekende teksten over opruimen, desondanks staat ook hier de afwas van enige tijd in de bak. Het hostel gaat volgens de hulp over enige tijd dicht. Wij hebben ook al geconstateerd dat de concurrentie tussen de hostels groot is; we zagen al annonces dat je ergens een gratis maaltijd krijgt of een biertje bij aankomst.

[18-10-1997, Knysna]

In Knysna gaan we naar de ‘Heads’. De Heads is aan het uiteinde van de baai, waaraan Knysna ligt, een soort klein kaapje, met aan de overkant ook een soort kaapje. De uitgang van de baai naar zee is vrij smal. Het is een mooi punt met indrukwekkende rotspartijen, grotten, en golven die met geweld stuk slaan op de rotsen. Als we teruglopen naar het dorp stopt een mevrouw voor ons (een mevrouw met auto). Willen we soms een lift? Eigenlijk wel, de weg terug is niet bijster spannend en best lang. Ze vraagt of we al boven zijn geweest. Wij wisten niet eens dat er een boven was. Ze heeft tijd genoeg (ze komt net van haar werk, ze is manager van het restaurant waar we een ijsje hebben gekocht) en het is zonde als we het uitzicht van bovenaf niet zien. Ze rijdt naar boven en gedrieën sjouwen we boven zeker een uur rond. Het uitzicht is prachtig, en ook zij (ze heet Anna) geniet ervan.

Na het uitzichtpunt zet Anna ons af in Knysna waar ze zelf ook woont. Eigenlijk weet je niet wat het leukste is: het uitje op zich, of het feit dat een wildvreemd iemand je zomaar meeneemt om te laten zien hoe mooi de omgeving is. De mensen hier zijn echt aardig. We zijn al zo vaak mensen tegengekomen die op allerlei gebied aanbieden om iets voor je te doen. Leuk.