Santiago-Rio de Janeiro > Patagonië-Paraguay > Paraguay
Naar El Palmar
None

[31-1-1999]

Foto: zonsondergang in El Palmar.

Na drie dagen Buenos Aires gaan we verder naar het noorden, richting Paraguay. De eerste dag overnachten we in ‘El Palmar’, een natuurpark met veel palmen, veel vogels en een soort uit de kluiten gewassen konijn-rat die naar de naam Vizcacha luistert. Ze zijn redelijk tam, zodat je ze gemakkelijk ziet, en ze zijn een beetje lomp met een stompe kop. Eigenlijk zijn ze een beetje lelijk.

Paraguay
None

[1-2-1999]

Foto: gehoornde kever in El Palmar.

Vanuit El Palmar gaan we naar de grens met Paraguay. De grens bij Encarnacion is dit keer een echte grens. Chili en Argentinië zijn nog tamelijk Westers, Paraguay niet. We gaan een andere wereld binnen met rommelige steden zonder stoepen en met niet afgemaakte huizen, rode modderige aarde en overal waar het maar even kan groeien overdadig groene planten. De temperatuur is inmiddels flink opgelopen en de vochtige tropische hitte is onvermijdelijk deel van de reis geworden.

Paraguay heeft lange tijd één van de meest extreme dictaturen van Zuid Amerika gehad. Generaal Stroessner en zijn Colorado partij hebben het land 35 jaar lang met ijzeren hand geregeerd. Oppositie was onmogelijk, en politieke martelingen en moorden waren onderdeel van het dagelijks leven. In 1989 is het Stroessner bewind omvergeworpen door generaal Rodríguez, overigens van dezelfde Colorado partij. Na zijn overwinning op Stroessner verscheen hij als grote winnaar met kinderen en kleinkinderen op televisie. Ironie van het geheel is dat die kleinkinderen ook de oude Stroessner met ‘opa’ aanspreken, omdat de dochter van Rodríguez getrouwd is met de zoon van Stroessner. Sinds die tijd is Paraguay een officiële democratie, wat dat dan ook hier mag betekenen. De Colorado partij is nog steeds gewend aan zijn autoritaire positie, maar hoe dan ook, er zijn nu echtere verkiezingen, oppositiepartijen zijn toegestaan en mensen kunnen publiekelijk hun mening uiten.
Economisch gezien klopt er weinig in dit land. Paraguay heeft ook geen minerale grondstoffen om het land rijk te laten worden. De voornaamste bron van bestaan is landbouw en veeteelt. Daarnaast neemt Paraguay samen met Brazilië en Argentinië deel in een gigantisch hydro-elektrisch project. De belangrijkste onofficiële industrie in Paraguay is smokkelwaar van en naar Brazilië (vooral elektronica). Verder leven er aardig wat mensen van handel in gestolen auto’s en de drugshandel. Een soort economisch verdrag tussen Brazilië, Argentinië, Paraguay en Uruguay maakt mogelijk op termijn smokkelen minder interessant. Als je nagaat dat 70% van de werkende bevolking onder het officiële minimumloon van $200 per maand zit, kan je je iets bij de illegale handel voorstellen.

Encarnacion
None

[2-2-1999]

Onze eerste stopplaats in Paraguay is Encarnacion, net over de grens met Argentinië. We overnachten eerst daar, en de volgende dag bezoeken we de ruïnes van één van de (vele) Jezuïetenmissieposten. Net als de Spaanse kolonisten hebben de Jezuïeten in Zuid Amerika handelsposten opgezet. Daarbij werden de lokale Indianen, die vaak een nomadenbestaan leefden, als arbeidskrachten gebruikt. Ze moesten daarvoor op of bij de handelsposten komen wonen, en hun nomadisch bestaan opgeven. Veel van het werk bestond uit werk op het land. In ruil daarvoor kregen de Indianen godsdienstonderricht (waar ze natuurlijk niet op zaten te wachten), onderricht in Spaans, gezondheidszorg e.d., eten, medische zorg en een soort loon. Alhoewel de Jezuïeten het waarschijnlijk goed bedoelden, heeft het de Indianen geen goed gedaan. Ziektes als griep, mazelen e.d. die de Indianen nooit gekend hadden, waren voor hun dodelijk. Wel waren de omstandigheden beter dan bij de particuliere koloniale handelsposten, zodat veel Indianen voor de Jezuïetenmissieposten kozen.

Norman Lewis
None

[2-2-1999]

Dat het allemaal nog veel erger kan, blijkt uit het boek “Zendelingen” van Norman Lewis. Hij beschrijft slachtingen en martelingen onder het oog van malafide Amerikaanse zendelingenorganisaties, waarvan je kippenvel krijgt. En dat is allemaal van vrij recente datum (ongeveer 1960) . Ook de zendelingen maakten behoorlijk vuile handen, door soms letterlijk met zweep en moorden Indiaanse ‘heidense’ tradities uit te roeien.

De leer van de “New Tribes Mission” stelt (en ik citeer nu het boek):

“Wij geloven in de nimmer eindigende bestraffing van de onverlosten”.

Het boek gaat verder:

“Hij komt niet opdat de mens in de wereld blijft leven, maar opdat hij met hem in het Hiernamaals zal zijn”.

De schrijver geeft hierop het commentaar:

“De onbelangrijkheid van een gemakkelijk leven op aarde, afgewogen tegen de dreiging van eeuwige straf in het hiernamaals, inspireert veel zendelingen tot zieltjes winnen tegen elke prijs, vaak zonder enige aandacht voor het welzijn van de bekeerlingen in deze wereld”.

Geen vrolijk boek, maar het geeft je wel enig inzicht in wat voor vreselijke dingen er onder een valse noemer hier in een toch vrij recent verleden zijn gebeurd.

Omgeving van Encarnacion
foto-serie Encarnacion [1/5]
Overzicht missiepost
foto-serie Encarnacion [2/5]
Gerestaureerde muur
foto-serie Encarnacion [3/5]
Dreigende lucht
foto-serie Encarnacion [4/5]
Bij het dorp Encarnacion
foto-serie Encarnacion [5/5]
onderweg naar Asuncion
None
Asuncion
None

[3-2-1999]

Foto: Palacio de Gobierno.

Asuncion is geen wereldstad, maar een groot derde-wereld-dorp. Aan het onderhoud van trottoirs is weinig gedaan, stoplichten zijn er nauwelijks en van zebrapaden trekt geen automobilist zich iets aan.

Sloppenwijk
None

[3-2-1999]

Direct naast de regeringsgebouwen bevindt zich bij de Rio Paraguay een sloppenwijkje.

Panteon de los heros
None
Asuncion
Botanische tuin met extra's
None

[3-2-1999]

Foto: in de bus met een houten vloer.

’s Middags gaan we met de lokale bus naar de botanische tuin, die geen botanische tuin is maar een park, en het natuurhistorisch museum en de dierentuin herbergt.
Het museum is weer zo’n museum waar je meer kijkt naar het museum zelf, dan naar de tentoongestelde spullen. Zo’n soort museum hebben we lange tijd gemist; iemand heeft heus zijn best gedaan, maar het lijkt naar niets. Heel het dierenrijk is vertegenwoordigd. In vitrine 3 hangt een hulpeloos kijkende vleermuis met wijd uitgespreide vleugels. Zijn vleugels lijken nog het meest op zwart vuilniszakkenplastic. Naast hem zit een stoffige gemeen grijnzende mandril die maar net in de kast past, en daar weer naast staan drie onschuldige kleine geitjes. De leeuwen zijn bij het opvullen zo extreem volgepropt. Hun lijven lijken op enorme dikke saucijsjes, en de kop van de leeuw is zo breed dat het lijkt of hij de bof heeft. Ook aan de vogels is zorg besteed. Een vogel met van nature ook maar een beetje kleur in zijn kop is flink bijgeschilderd met vrolijke heldere verf.
De insectencollectie is wel goed, en vooral de kevers zijn indrukwekkend. Er zijn erbij die even groot (misschien groter?) zijn als een muis met op hun snuit een lange scherpe hoorn van 3-4 cm. Ik vind dieren leuk, maar deze hoef ik niet in het echt te zien.

Naar Brazilië
None

[4-2-1999]

Foto: file en hek bij grens Paraguay-Brazilië.

Na de paar dagen Paraguay gaan we door naar Brazilië. Het is overdadig groen vandaag onderweg. We passeren de grens bij Cuided del Este (Paraguay) en Foz de Iguaçu (Brazilië). We blijven nu drie nachten in Foz.

naar volgende pagina:
volgende: Paraquay-Rio de Janeiro