[24-1-1999]

In Puerto Madryn blijven we een paar dagen, omdat we van daaruit naar Punta Tombo en Peninsula Valdes gaan. Op allebei de plaatsen zijn we verleden keer ook geweest, maar we willen ze graag weer zien.
Bij Punta Tombo is een grote pinguïnkolonie met naar schatting zo’n 1 miljoen pinguïns. Overal waar je kijkt zie je pinguïns en het leukste is dat ze helemaal niet schuw zijn. Ze waggelen op 10 cm afstand langs, en bij hun nest zitten ze je echt met scheve koppies aan te kijken. Ze lijken het net zo leuk te vinden om naar jou te kijken als andersom. De jongen, die in november geboren zijn, zijn inmiddels uitgegroeid tot met hun uiterlijk worstelende pubers, die bezig zijn hun babydons te verwisselen voor echte veren. Ze worden nog wel gevoerd, maar zijn al een beetje zelfstandig. Het pad naar zee is een drukke wandelpromenade met pinguïns die of naar zee gaan, of net uit zee komen. Eenmaal in zee is het stuntelige dat ze op het land hebben gelijk weg. Eigenlijk vliegen pinguïns wel, niet over land, maar in zee.