[27-5-2017]
Foto: de uitgebreide steppes bij Kaliakra.
De volgende ochtend gaan we alweer vroeg met ontbijtpakket op pad om de steppes bij de Kaliakra Kaap te bezoeken. Kaliakra is een smalle en lange kaap aan de Zwarte Zee in het noorden van Bulgarije die 60 km lang en 12 km breed is. De kust bestaat uit steile kliffen van zo’n 70 m hoog. Volgens een legende is de kaap zo lang geworden toen de heilige Nicolaas op de vlucht voor de Ottomanen naar de zee rende en de aarde zich onder zijn voeten bleef uitstrekken tot de Ottomanen hem uiteindelijk te pakken kregen en hem ombrachten. Zielig voor Nicolaas, maar wel een snellere manier van landwinning dan inpolderen. Kaliakra is een van de eerste beschermde gebieden in Bulgarije en is in 1966 uitgeroepen tot Natuurreservaat. Het is het laatste gebied in Bulgarije met een steppevegetatie met de daarbij behorende planten- en diersoorten.
[27-5-2017]
Foto: toegangspoort bij Kaliakra Kaap.
Naast natuurgebied is de kaap sinds 2003 ook een archeologisch reservaat. Dankzij de strategische ligging en de hoge kliffen is de plek al sinds de oudheid bewoond en lange tijd door verschillende bevolkingsgroepen gebruikt. Zijn hoogtepunt bereikte de kaap onder de Despoot van Dobrudzha in de 14e eeuw die er zijn hoofdstad vestigde. Nu zijn er nog restanten van de fortmuren, baden, verblijven van de vorst en andere gebouwen op de kaap te vinden. Aan het eind is de kaap echt heel smal en daar staat nog een klein kapelletje en iets wat op een toren lijkt.
Niet alleen op de steppe zien we mooie dingen; in zee zien we maar liefst twee soorten dolfijnen rondzwemmen. Vlak bij zee tovert Vladimir onder de rotsen vandaan opnieuw een prachtig heel donker gekleurd slangetje. Ook gisteren heeft hij er twee gevonden.
[27-5-2017]
Foto: de vallei.
Omdat we ‘s avonds naar de vallei van de oehoe willen, eten we in een klein dorpje bij een uitstekend restaurant en gaan daarna naar de vallei om op de oehoe te wachten. We zien veel boomvalken, maar geen oehoe.
Als het eigenlijk al te donker is, geven we op en gaan we richting huis. Maar Vladimir is niet voor een gat te vangen. Hij weet de plekjes waar de oehoe meestal jaagt en daar zien we de oehoe vanaf een hoge elektriciteitspaal loeren en even later met zijn grote vleugels wegvliegen. Opnieuw zijn we pas heel laat thuis, maar opnieuw hebben we weer een fantastische dag gehad.
[28-5-2017]
Foto: het landschap bij het Durankulak meer
Ook op onze laatste dag aan de Zwarte Zee maken we opnieuw van een dag twee dagen en vertrekken we weer vroeg. Dit keer zonder ontbijtpakket. De kok vond het gisteren te laat om om half elf nog ontbijt voor de volgende dag te maken en hij heeft helemaal gelijk. We halen dus iets bij een bakkertje.
Vandaag gaan we naar het Durankulak meer en de Shabla meren die vlak bij de grens met Roemenië liggen. Het is zwaarbewolkt en onderweg hebben we regen, maar als we bij het meer zijn, is het droog en stormachtig.
Terug van het Durankulak meer gaan we even koffie drinken. Op de kaart van het restaurant staan prachtige taarten, iets wat je hier niet vaak ziet en als rechtgeaarde taartliefhebbers besluiten we dat het hoog tijd voor taart is. Een kant van de kaart bevat de ijstaarten, de andere kant gebak. We gaan voor een soort bosvruchten kwarktaart, maar die is niet beschikbaar. Rik wijkt uit naar de chocolade taart, ik naar een taart met noten en zure room. We krijgen beiden een aanlokkelijke punt voorgezet, maar bij het eten blijkt er iets raars aan de hand. De taarten zijn stijf bevroren. Vladimir gaat informeren, maar ze verzekeren ons dat de taarten altijd zo geserveerd worden. Handig natuurlijk als je de taart in de vriezer bewaart, maar het komt de smaak niet echt ten goede. En geeft Riks taart nog een beetje mee, de mijne is zo hard dat ik met mijn zakmes en vorkje de taart stevig te lijf moet gaan om hem te bedwingen.
[28-5-2017]
Foto: ransuil in de buurt van het Shabla meer.
Bij de Shabla meren stoppen we op verschillende plaatsen, onder andere op een plek waar een ransuil vlak langs het pad op zijn nest zit te broeden.
[28-5-2017]
Foto: de oehoe op een rotsricheltje.
‘s Avonds gaan we opnieuw naar de vallei van de oehoe. Als wij nog lui in de auto zitten te babbelen, wachtend tot de oehoe begint te roepen, komt een Engelse vogelaar aangelopen om te vertellen dat hij de oehoe heeft gevonden. Na veel aanwijzen kunnen Rik en ik hem vinden. Vladimir heeft hem dan al in de scope gezet en deze zit veel dichterbij dan de eerdere die we gezien hebben en ook nog eens prachtig in het licht. Ik kan er niet genoeg naar kijken, af en toe zit hij met zijn mooie uilenogen strak naar ons te kijken en we zien hem een paar keer gapen. Als we om tien uur volledig voldaan thuiskomen, zijn we te moe om nog veel te doen.