[12-9-2016]
Vanaf West Bali rijden we via een andere route weer terug naar de Udayana lodge, een groene oase op het universiteitsterrein bij Jimbaran. Onderweg stoppen we bij de Ulun Danu Batur tempel en het Batur meer.
Zijn Sumatra en Kalimantan overwegend islamitisch, op Bali is het hindoeïsme de belangrijkste religie. Het is echter een andere vorm van hindoeïsme dan in India en wordt ook met de term Bali-hindoeïsme aangeduid. De tempels hebben duidelijk een ander karakter. De tempels bestaan altijd uit drie niveaus die naar boven toe steeds belangrijker worden en het hoogste niveau is alleen toegankelijk voor de echte gelovigen die er hun offers komen brengen en komen bidden. Het is altijd een complex met meerdere gebouwen en nergens is een binnengedeelte. Op een groot plein staan altaren en gebouwen voor de goden en op het plein voor het altaar mag je bidden en offeren. Belangrijke goden hebben niet alleen een altaar of een tempel, maar ook de pagode achtige toren met diverse daketages, altijd een oneven getal. Elf daklagen is het hoogste niveau dat je als god kan bereiken. Vaak is er op het complex ook nog een Chinees-boeddhistische tempel. Net als bij elk geloof hebben ook de Bali-hindoe goden hun eigen smaak op kledinggebied. Bij elke tempel moeten we allebei een sjaaltje met een vlinderstrik om en bij sommige tempels moet er over de lange broek nog een sarong. Vooral Rik ziet er met z'n sjaaltje en gebloemde sarong boven de wandelschoenen op z'n zachtst gezegd verrassend uit. Maar je hoort ons niet klagen want van deze goden mag je je schoenen aanhouden en daar zijn we na alle vieze blote voeten in Myanmar heel erg blij mee. De tempels hier zijn verder niet erg verfijnd gebouwd of mooi versierd, maar de beelden van de goden, vooral die goed en kwaad symboliseren zijn fascinerend.
[12-9-2016]
Het Batur meer is een prachtige groot kratermeer van 13 bij ruim 10 km dat ontstaan is tijdens een uitbarsting 10000-en jaren geleden en aan weerszijden door bergen omgeven wordt (Mount Agung rechts en Mount Batur links). Aan de overkant van het meer ligt een klein dorpje en Nyoman vertelt dat ze daar hun doden nog traditioneel begraven. Begraven is niet het juiste woord, want de overledene wordt onder een geurende sandalwood boom gelegd. De geur van de boom verdrijft de lijkenlucht en ze laten de natuur zijn werk doen, zodat er alleen botten overblijven. Op de hellingen van de Batur vulkaan zie je nog verse lavastromen van recente uitbarstingen. De laatste uitbarsting was in 2000, maar voor vandaag heeft de vulkaan gelukkig geen grootse plannen.
[12-9-2016]
Onderweg stoppen we nog bij een ecofarm waar ze een tuin vol nuttige gewassen en kruiden hebben, zoals vanille, nootmuskaat en kruidnagel. Je krijgt ook een groot rek met verschillende koffie- en theesoorten. Op een lijstje mag je aankruisen wat je lekker vindt, zodat je dat later in de winkel kan kopen. De lemonthee is erg lekker, maar een klein pakje kost in de winkel bijna 9 euro en dat vinden we toch overdreven.
Even verderop stoppen we bij een punt waar je mooi uitzicht over rijstterrassen op een berghelling hebt. Het bijbehorende dorpje zit tegen de helling geplakt en er is nog net ruimte voor een smalle weg. Die is echt niet berekend op alle toeristen die hier komen kijken, temeer niet daar er overal waar toeristen zijn kraampjes met souvenirs verschijnen die ook nog plek innemen. Het is een gekrioel van jewelste en het verkeer staat vooral stil.
In Ubud doen we nog een museum aan en dan is het echt tijd om door te gaan naar onze lodge in Jimbaran.