[16 t/m 18 februari 2018]
Plantage Bakkie
De dag na de mislukte schildpaddentocht reizen we weer verder. We gaan naar Bakkie. Bakkie wordt gerund door Mascha en Bas en er hoort een verhaal bij. Mascha’s opa bezat een stuk land op een voormalige plantage. Bij de afschaffing van de slavernij in 1863 bleven slaven nog tien jaar in dienst en na die tien jaar kregen ze recht op een eigen stuk grond. Mascha heeft dat stuk grond van haar opa geërfd. Bas en Mascha hebben nu het gebied weer helemaal opgeknapt en de kreek die vroeger naar zee liep, maar helemaal dichtgegroeid was, weer open gemaakt. ‘Bakkie’ – om praktische redenen niet het geërfde stuk grond, maar een plek er vlakbij – is door hun helemaal opgeknapt. Ze hebben het huis dat er stond weer in ere hersteld en bewoonbaar gemaakt en van de ruige wildernis een prachtige tuin gemaakt vol bomen en eetbare en geneeskrachtige planten. In de tuin staan drie huisjes waar je kan logeren en in hun huis is een grote kamer ingericht als museum. Het is indrukwekkend en onvoorstelbaar hoeveel werk ze verzet hebben om van een plek van niets een waar paradijsje te maken. Bakkie is alleen per boot te bereiken en om bij de boot te komen, moet je eerst nog 7 km over de weg. De bedoeling was dat we dat per fiets zouden doen, maar als we opstaan is de lucht egaal grijs en komt de regen met bakken uit de lucht. We gaan dus met de auto. Tijdens de boottocht naar Bakkie wordt het gelukkig een beetje droog en lijkt het zelfs wel op te klaren. Op Bakkie worden we met open armen ontvangen. Niet alleen door Mascha en Bas, maar ook door een leger muggen die zich massaal op je storten voor hun feestmaal.
Vanwege de muggen gaan we tijdens de hevigste muggentijd naar het museum, zodat we lekker binnen zitten en de muggen buiten moeten wachten op hun eten. Het museum is indrukwekkend. Er zijn originele boeken van Stedman waarin de gruwelijke behandeling van de slaven worden beschreven, originele kaarten van Blaeu van Suriname, martelwerktuigen die de slaven in bedwang moesten houden en een handgeschreven ziekenhuisregister waarin een handgeschreven brief van de eerste zwarte, vrouwelijke arts van Suriname zit. Omdat Bas alles zelf verzameld heeft, kan hij er ook uitermate boeiend over vertellen.
Op de tweede dag in Bakkie gaan we met een echte vogelgids de Warappa kreek in. Zie hiervoor het volgende item op deze website.
Van Bakkie naar Paramaribo
De laatste ochtend in Bakkie krijgen we van Mascha een leuke rondleiding door de tuin. Zij heeft de tuin helemaal zelf aangelegd en onderhoudt hem nu alleen. Ze heeft heel veel verschillende gewassen staan en weet van elke boom en plant wat je ervan kan eten en welke medicinale toepassingen hij heeft. Het meeste eten komt ook uit de eigen tuin. Prachtig om te zien, maar wat een werk moet dat zijn.
Om half elf komt de bootsman die om tien uur besteld was. Hij verzekert Bas dat hij ons eerst naar Nonresort vaart en ons vanaf daar met de auto naar het Bastion in Nieuw Amsterdam terugbrengt waar onze huurfietsen staan. Onderweg moeten we nog even ergens aanleggen, want er moeten plotseling nog vijf passagiers mee en tevens vertelt hij ons, dat niet hij, maar zijn vrouw ons naar het Bastion brengt. Bij aankomst in Nonresort stappen alle passagiers uit en bevestigt de bootsman dat zijn vrouw ons gaat brengen en er zo aankomt. We vertrouwen er maar op. De vijf medepassagiers bestellen bij het kioskje literflessen bier en vertellen dat zij met de auto teruggaan naar Paramaribo. Even later komt de vrouw van het gezelschap terug en zegt tegen ons: ‘Ze komt eraan hoor, ik heb haar even gebeld’. Hoe weet een medepassagier op wie wij wachten en waarom regelt zij dat? Sommige dingen moet je niet willen snappen, we zijn gewoon blij met haar hulp en bedanken haar vriendelijk. Bij het Bastion is er even gedoe over de betaling en onmiddellijk schiet de bewaker van het hotel te hulp en neemt het voor ons op. Kennelijk is hij bang dat zijn gasten opgelicht worden. Dat lijkt niet de bedoeling, de dame is niet geïnformeerd en gaat even bellen. Daarna is ze het helemaal met ons eens. Iemand die maar zo even ingezet wordt, mag natuurlijk nooit slachtoffer worden van een misverstand. De bewaker vraagt nog hoe de schildpaddentocht was en als hij ons verhaal hoort, is hij hevig verontwaardigd over onze tour en probeert ter plekke te verzinnen hoe wij alsnog naar de schildpadden kunnen.
Vanaf het Bastion stappen we weer met de fietsen – nou ja, de bootsman tilt met hulp van Rik de fietsen in de boot en zet ze neer, waarna wij voorzichtig zelf instappen – om weer naar de stadskant van de Surinamerivier te gaan. Terug naar onze stek in de stad gaat razendsnel, we hebben stevige wind mee. Na wat reorganisatie van de bagage, terugbrengen van de fietsen en een douche zijn we weer helemaal op orde. Voor ‘s avonds hebben we een heel speciaal programma. Een vriend van ons is met een reisgezelschap ongeveer tegelijkertijd met ons in Suriname en vanavond zijn we allebei in de stad. We gaan dus 9 uur vliegen van huis uit eten met iemand die zo ongeveer om de hoek woont.
Alcoholverbod bij de nabijgelegen Plantage Alliance
Green Kingfisher (Groene IJsvogel) op Plantage Bakkie
Barred Antshrike (Gebandeerde Mierklauwier) poseert voor onze kamer op Bakkie
Yellow-hooded Blackbird (Geelkaptroepiaal) op Plantage Bakkie
House Wren (Huiswinterkoning) op Plantage Bakkie
Aankomst in Nonresort
Ringed Kingfisher (Amerikaanse Reuzenijsvogel) bij Leonsberg, onderweg naar Paramaribo