Rondzendbrieven Nederland-Mongolië 2010 > rondzendbrieven > brief 3: Saaremaa - Kazan
Derde rondzendbrief Baltische Staten, Rusland, Mongolië 2010

Derde rondzendbrief Baltische Staten, Rusland, Mongolië 2010

[verzonden 12-7-2010 vanuit Kazan]

Even een berichtje vooraf: we vinden het echt leuk om mails te krijgen, alleen lukt het niet om iedereen persoonlijk antwoord te geven. Daar is de internettijd vaak te beperkt voor door lange rijdagen en internet in de hal van een hotel. Sorry daarvoor, maar blijf ons vooral mailen.
De vorige brief ben ik geëindigd in Parnu, onze eerste overnachtingsplaats in Estland. Gisteren zijn we de grens met Rusland overgegaan en we zitten nu in Veliky Novgorod, onze eerste stop in Rusland waar we twee nachten blijven.

Saaremaa

Overal bloemen op Saaremaa.

Overal bloemen op Saaremaa.

Van Parnu rijden we naar de veerpont in Virtsu waar de boot naar Saaremaa gaat. Saaremaa is een soort waddeneiland van 2200 km2, dat bestaat uit een klein eilandje (Muhu) dat met een dam verbonden is aan het echte eiland. Met de veerpont kom je aan op Muhu.
Het landschap op het eiland is prachtig. Naaldbos en berkenbos, hele bossen van onvoorstelbaar veel jeneverbes en natte moerasstukken die bestaan uit velden vol veenpluis en orchideeën. Saaremaa is echt een grote bloementuin: de graanvelden staan vol met klaprozen, korenbloemen, viooltjes en margrieten. Bij korte wandelingetjes komen we terecht in velden vol geraniums, klokjes, gentiaan, wondklaver, riddersporen, wilde rozen en nog veel meer. Het is er zo mooi dat je het bestaan van het eiland eigenlijk geheim zou moeten houden. De Russen hebben dat trouwens om strategische redenen ook jarenlang gedaan, en dat heeft de natuur op het eiland duidelijk goed gedaan.
Onderweg naar Kuressaare, de hoofdplaats ven het eiland, stoppen we bij Kaali. Op Saaremaa zijn diverse meteorietkraters, die bij Kaali is de grootste en heeft een doorsnee van zo'n 150 m. Om de kraterput staat een schuin oplopende aarden wal van een paar meter hoog, ontstaan door de inslag. De krater is zo'n 4000 jaar oud. De aarden wal is inmiddels begroeid met bomen. Beneden in de krater is een modderig groen meer.

Op Saaremaa zijn we twee volle dagen. De eerste dag is W. druk met de verpleegster van het Spa-hotel, het ziekenhuis en het regelen van zijn terugvlucht. S., M., Rik en ik maken als W. weer terug is uit het ziekenhuis met de bus een rondje over een deel van het eiland. De tweede dag gaan wij een stukje fietsen, terwijl S. en M. de stad, de burcht en het strand bekijken.
Om de andere kilometer kom je langs een plaatsnaambord en een paar huizen en verder niets. We hebben ook gezien waar de mensen van zo'n dorp hun boodschappen halen. In een van de dorpjes zien we de rijdende winkel. Het is een oude verroeste bus met gordijntjes voor de ramen. De achterklep is verbouwd tot klapdeur waar de klanten hun boodschappen kunnen bestellen. Ze kunnen niet de bus in. Niet alleen omdat er geen ingang in de bus zit, maar ook omdat de winkel bediend wordt door een vrouw van enorme omvang zowel in hoogte als in breedte met armen als heipalen. Daar komt niemand langs. Achter het stuur van de bus zit een man in een hemd. Voor wie wel eens 'Schone schijn' op tv heeft gezien: het is precies Onslow.

Over het weer op Saaremaa hebben we niets te klagen. Overdag is het weer heerlijk warm tot zelf heet, maar wel met een heerlijk verkoelend windje. Als je in de buurt van de zee komt is het meteen vrij koud. Echt extreme verschillen. Ook 's avonds koelt het vrij snel af en heb je een vestje nodig. Voor wie nog niet enthousiast is geworden over Saaremaa: we hebben in de paar dagen dat we er zijn een eland, een adder (heeft alleen M. gezien), een vos en kraanvogels gezien. De kraanvogels stonden samen met de ooievaars in een gemaaid weiland, maar ooievaars zien we zoveel dat ik die al bijna vergeet te noemen.

Adviezen van een Nederlandstalige Rus

Op zaterdag vertrekken we weer van Saaremaa om naar Tallinn, de hoofdstad van Estland, te gaan.
Bij de veerpont terug naar het vasteland worden we in het Nederlands aangesproken. Het blijkt een Rus te zijn met een Nederlandse moeder en een Russische vader die vanaf zijn 6e in Nederland heeft gewoond, in Utrecht heeft gestudeerd en vloeiend Nederlands spreekt. Hij woont nu op een heel rustig plekje even buiten Tallinn en herkende ons natuurlijk aan ons nummerbord. Als we vertellen dat we via Polen, Kaliningrad enz. hier aangeland zijn, vindt hij dat we een flinke reis gemaakt hebben. Als we vervolgens vertellen dat we via Rusland naar Mongolië gaan, kijkt hij ons aan alsof we gek zijn en zegt: 'Met dat ding', wijzend op ons busje. Het is een ontzettend grappige man, hij haalt gelijk koffie voor ons, wil weten waarom we naar Mongolië willen (er zijn hier toch genoeg Mongolen) en zegt dat hij zich niet voor kan stellen dat we het halen. Gelukkig zijn er wel veel mogelijkheden om een Mercedes te laten repareren in Rusland. De grensovergang bij Narva (waar we Rusland ingaan) is volgens hem een regelrechte ramp: drie dagen wachten kan zomaar gebeuren. Hij legt uit dat hotels een ticket kunnen regelen, waarmee je op een vastgestelde tijd door de grens mag. De procedure is dan zo gepiept (relatief gezien dan). Niet alleen de grensovergang is een ramp, ook de weg naar St. Petersburg is slecht. Ja, zeggen wij in koor, maar daar gaan we niet heen, we gaan naar Veliky Novgorod. 'Oh', roept hij, 'die weg is nog veel slechter'. We spreken af dat we hem een kaartje sturen als we in Mongolië aangekomen zijn. We informeren naar het weer in Estland. Daarover is hij net zo positief als over onze reis door Rusland: Volgens hem heeft Estland jaarlijks ongeveer drie dagen mooi weer en dat noemen ze zomer. Wij weten inmiddels uit ervaring dat ze hier dit jaar een heeeel lange zomer hebben.

Op aanraden van de Rus rijden we onderweg naar Tallinn nog langs een mooie, brede waterval bij Keila Joa. In Tallinn laden we even de bagage uit bij het hotel en gaan dan richting vliegveld voor W.s vlucht terug naar Nederland. Op het vliegveld is alles keurig geregeld. De informatie piept de rolstoel op en na een paar minuten komt een vriendelijke jongen aan met de rolstoel. Of ik soms wil zitten. Nee, dat is niet echt nodig. Ik leg uit dat de rolstoel voor W. is. De vriendelijke jongen blijft wachten tot het busje voor de deur staat, want zijn taak is om de persoon in de rolstoel te begeleiden. Na de afscheidskoffie splitsen onze wegen echt. W. wordt naar het vliegtuig gereden en wij gaan met z'n vieren terug naar het hotel. Tja, zo hadden we het ons niet voorgesteld. W. zal blij zijn als hij na de vermoeiende dagen en de terugvlucht weer in zijn eigen huis zit.

Tallinn

In het hotel informeren we naar de reservering voor de grens waar de Rus het over had. De twee receptionisten weten van niets, maar ze zijn erg servicegericht en gaan meteen op internet op zoek voor ons. Als we later op de avond terugkomen is er een derde receptionist bij de balie en die weet exact wat we bedoelen. Jammer voor ons, maar die reserveringsmogelijkheid is een maand geleden afgeschaft. De autoriteiten hebben na vijftien jaar werken met reserveringen vastgesteld dat het een oneerlijke bevoordeling was van mensen met geld die de € 20 reservering konden betalen. Wij zouden graag gezien hebben dat ze er nog iets langer over nagedacht hadden. We gaan vanuit Narva (laatste overnachtingsplaats voor de Russische grens) maar vroeg op pad met voldoende eten en drinken en zien dan wel wat het wordt.

In Tallinn moet er ook wat aan het huishouden gedaan worden. We zijn ruim twee weken op pad, dus er moeten kleren gewassen worden. Het hotel heeft wel een laundry service, maar die werkt belachelijk genoeg alleen van maandag tot vrijdag en we zijn er op zondag. Rik gaat op zoek op internet, maar wordt niet veel wijzer. Hij vindt één adres en gaat (op zaterdagavond) maar even kijken of die wasserette open is. Er is op het adres geen wasserette te vinden. Ik ga even vragen bij de receptie en daar zegt de receptionist die alles wist van de grensreservering, dat het waarschijnlijk wel lukt om de was toch te laten doen. De was in het hotel laten doen is schreeuwend duur, maar ja we hebben toch weer schone kleren nodig. De volgende morgen geven we alle vier de was toch maar bij de balie af, maar de receptionist is te optimistisch geweest: de wasserette is vandaag echt dicht. Maar opnieuw zijn ze erg aardig en na 20 minuten zoeken (zij kunnen Estse websites lezen, wij niet), hebben ze drie adressen voor ons, waarvan ze er een aanbevelen in een groot winkelcentrum aan de rand van de stad. We stappen met de waszakken in het busje, geven Goedele het winkelcentrum op en gaan daar op zoek. We kunnen ons niet voorstellen dat er in zo'n groot en luxe winkelcentrum een wasserette zit en gaan maar op zoek naar de informatie. Onderweg worden we gestopt door een beveiliger, de informatie zit in een nog gesloten deel van het winkelcentrum. We leggen hem het probleem voor. Hij weet best waar de wasserette zit en zet ons voor de deur van een piepklein stomerij-achtig winkeltje af. De mevrouw daar gaat ook pas over een paar minuten open, maar daarna wil ze best onze was doen en zorgen dat die om vijf uur weer voor ons klaar staat. Ze vraagt ongeveer 20% van de prijs die het hotel ons zou hebben gerekend en alles is weer kraakhelder.

De rest van de dag hebben we hard nodig om Tallinn te bekijken. Tallinn is begonnen als handelspost voor de Vikingen. In 1219 was het in Deense handen en de Deense koning Valdemar bouwde er een kasteel waarvan een van de torens nog steeds staat. Later werd de stad, Reval genaamd, een belangrijke Hanzestad, waarbij vooral de Duitsers veel te zeggen hadden. Uit die tijd (13e - 16e eeuw) stammen nog veel prachtige gebouwen (zoals het gildehuis) en kerken, maar vooral nog (gerestaureerde) delen van de stadswallen en torens. Je waant je echt in een Middeleeuwse vesting. Op al dat moois komen veel toeristen af en de stad is uitermate rijk aan terrasjes, souvenirwinkels en stalletjes waar dames in Middeleeuwse kledij amandelen aan de man brengen. De toeristen komen vaak in groepen, braaf een dame met een opgestoken bordje met een nummer volgend. Zelf hebben ze ook een nummer op. Die komen van de grote cruiseschepen die hier aanleggen en een half dagje Tallinn doen. Het hoogste groepsnummer van vandaag is 23. Ook groep 23 bestaat uit 30-40 personen. In Tallinn hoor je een scala aan talen. Een kleine conversatie opgetekend in de oude stad: 'Wijje koffie'? 'Nee, das sonde fan de tijd. We gaan wel naar het plaen'. Heel wat beter te verstaan dan de Estlanders. Van hun taal valt echt niets te maken. De taal is verwant aan het Fins en de woorden zijn onbegrijpelijk. Ook na een paar dagen kan je er niets van maken. Duidelijk is dat ze vooral heel veel klinkers nodig hebben. We zijn zelfs door een plaatsje gekomen met drie a's achter elkaar in de naam (de rest van de plaatsnaam ben ik vergeten).
De hele binnenstad van Tallinn staat op de werelderfgoedlijst en dat is volledig terecht. Voor het overige is Estland een modern land en internet is overal beschikbaar. In alle steden komen we parkjes tegen met bordjes van wifi-zones (vrij internet) en ook in de hotels is internet doorgaans gratis beschikbaar.

Narva

Vanuit Tallinn rijden we naar Narva, de grensplaats met Rusland. De route voert door het Lahemaa National Park. Een park met vier beboste schiereilanden die in de Baltische zee uitsteken. Het bos loopt door tot aan het strand en de rietvegetatie loopt door tot in de zee. In de zee liggen grote zwerfkeien. Verder landinwaarts zien we weer veel jeneverbessen en vochtige moerassen afgewisseld met bos en soms landbouwgrond. De berm staat vol met orchideeën en andere bloemen. Bij Käsmu maken we een wandelingetje door de keienplantage. Een naaldbos dat vol ligt met zwerfkeien die hier in de ijstijd, zo'n 12.000 jaar geleden, door de gletsjers achtergelaten zijn. De stenen zijn rijkelijke begroeid met mossen en korstmossen, in de ondergroei zien we bosbessen, kraaiheide en wintergroen.

We logeren vlakbij Narva, in Narva Jöesuu, dat aan zee ligt. Als we aankomen bij het hotel worden we onmiddellijk in het Nederlands begroet door een zekere Hans die uit Nederland komt en hier is voor zijn werk. Hij is chemicus en heeft een eigen bedrijf in Rotterdam dat in vloeibare gassen doet en is nu door de Russen benaderd om hier in Estland (Narva is meer Russisch dan Ests) iets vergelijkbaars op te zetten. We vragen of hij iets weet van de grensovergang bij Narva. Hij roept zijn tolk en fixer Nina erbij. Nina beaamt dat de grens erg moeilijk is. Ook zij weet van de reservering en weet ook dat die kort geleden afgeschaft is. Haar zoon heeft drie dagen voor de grens gestaan, is toen maar teruggegaan naar Tallinn en is daarna met de bus naar St. Petersburg gegaan. De lijndienst kan ongehinderd over de grens. Nina pakt onmiddellijk haar telefoon en heeft na een aantal pogingen iemand bij de grens te pakken. Zij vraagt hoe laat we bij de grens willen zijn en geeft ons nummerbord door. Binnen tekent ze voor ons uit hoe de grens in elkaar zit en waar de parkeerplaats is met het hokje waar we toch de afgeschafte reservering kunnen halen. Dat kost 30 EEK (omgerekend 2 €). Omdat we buitenlanders zijn, mogen we met de reservering gelijk door. Met ons ticket moeten we weer naar een ander kantoortje en als alles goed gaat, mogen we dan de brug op over de Narva die de grens tussen Estland en Rusland vormt. Extra handicap bij de grens op dit moment is dat de brug in onderhoud is met als gevolg dat er nu maar één rijstrook beschikbaar is voor het verkeer Rusland in en Rusland uit.

De volgende ochtend rijden we vroeg naar de grens en bij het hokje dat Nina uitgelegd heeft, krijgt M. zonder enig bezwaar voor 40 EEK (2,5 euro) een briefje voor de grens. We rijden via wat omwegen en de ingang voor vrachtauto's naar de goede grenspost en sluiten aan in een rijtje van acht auto's. De auto's worden per plukje door de slagboom gelaten en touringcars hebben voorrang, maar zo groot zijn we nou ook weer niet. Bij het tweede plukje mogen we de eerste slagboom door: Estland uit. Na de paspoortcontrole staan we voor de volgende slagboom te wachten of eigenlijk voor een licht ver voor de slagboom. Na een tijd wachten mogen we doorrijden de brug over. Midden door de Narva rivier loopt de grens en overal staan bewakingsposten. Aan beide kanten van de rivier staan indrukwekkende burchten, nu zonder functie, maar de bewaking van de buren is nog even streng als vroeger. Aan de andere kant van de brug willen de Russen alles van ons zien en weten. Paspoorten, autopapieren, inhoud van de bus. We hoeven geen bagage uit te pakken, maar er moet wel zoveel bagage uit dat ze de hele bus goed kunnen inspecteren. M. moet naast zijn eigen immigratie formulier ook weer een declaratie voor de bus invullen. Natuurlijk moet die weer over omdat ze vinden dat dingen op een verkeerde regel staan en ook hebben we hulp nodig bij het invullen van sommige vragen. We moeten aangeven dat we transit zijn en vullen dan dus ook in dat we uit Estland komen en naar Mongolië gaan. Dat is helemaal fout. We zijn wel transit, maar het goede antwoord is Rusland en niet Mongolië. Ook goed, wij schrijven wel op wat ze willen. Na nog een controle gaat de slagboom open en zijn we echt in Rusland. De grens waar iedereen je voor waarschuwt vanwege de dagenlange wachttijden hebben wij in twee uurtjes gedaan. Hulde aan Hans en Nina.
In Ivanograd, de Russische grensplaats hebben we mooi uitzicht op beide burchten. Als we een foto willen maken, worden we streng aangesproken door een politieman die nog onderweg naar zijn werk is. Foto's maken is verboden, de grens is nog te zien. We maken beleefd excuses, Rik had de foto toch al gemaakt.

Veliky Novgorod

Het verschil aan beide zijden van de grens is enorm. Gelijk over de grens zijn de huizen armoedig en we zien onmiddellijk de vervallen sovjetflats. We drinken koffie op een marktje waar vrouwen achter een kraampje zitten met twee bosjes rabarber of drie bosjes bloemen uit eigen tuin als enige koopwaar. Voor vier koffie betalen we 40 roebel, omgerekend 1 euro. Voor het toilet betalen we trouwens evenveel als voor de koffie.
We gaan op pad voor de 350 km van de grens naar Veliky Novgorod, onze eerste overnachtingsplaats in Rusland. Na deze eerste dag weten we al dat de kwaliteit van de wegen zeer sterk verschillend is. Sommige stukken zijn echt prima, andere stukken zitten vol gaten en M. moet echt goed op de weg letten om de gaten te vermijden. We rijden soms door stukken bos, soms langs open velden die voor niets in gebruik lijken en dan weer langs enorme graanvelden. De ooievaars zien we nog steeds, vooral op gemaaide velden. Wat we vandaag heel veel zien, zijn Perzische berenklauwen die allemaal volop staan te bloeien. Je ziet ze in Nederland soms ook wel: meer dan manshoge schermbloemen die per plant meer dan een vierkante meter ruimte nodig hebben. Onderweg komen we door kleine dorpjes met voornamelijk houten huizen vaak met een klein bloementuintje en een moestuintje. Vandaag moeten we opnieuw een uur inleveren, het tijdsverschil met Nederland is nu twee uur.

In Veliky Novgorod zijn Rik en ik drie jaar geleden met onze Mongolië reis ook geweest, maar er is genoeg te zien om nog een dagje langs te gaan. Het is de oudste stad van Rusland en in de 12e eeuw was het Ruslands belangrijkste stad. Voor die tijd was het al een belangrijke handelspost van de Vikingen en volgens de overlevering heeft de Viking, Prins Rurik, met de enigszins verbasterde naam 'Rus', zijn naam aan het volk en het land gegeven. Dat de stad echt oud is bewijst het imposante millennium beeld uit 1862 met de 127 figuren en bovenop moedertje Rusland en de Orthodoxe kerk.

Sergiev Posad

Vanaf Veliky Novgorod hebben we een lange rijdag naar Sergiev Posad voor de boeg. De normale route is al 550 km, maar we willen nog een ommetje maken naar Staraya Russa waar het zomerhuis van Dostojevski aan de rivier de Pererititsa staat. Het is een mooi groot, groen houten huis van twee etages dat uitkijkt over de rivier. Je kan je wel voorstellen dat je daar heerlijk rustig dikke boeken kan schrijven. Dostojevski heeft daar onder andere 'De gebroeders Karamazov' geschreven. Het huis is altijd familiebezit gebleven en nu museum en er is nog veel van het originele interieur bewaard gebleven. Jammer genoeg kunnen we dat niet bezichtigen. Het museum gaat om tien uur open en we zijn er om tien voor tien. Door het raam zie ik de twee suppoosten al bezig en een van de twee komt naar de deur. Niet om ons binnen te laten, maar om te vertellen dat we er niet in kunnen. Regels zijn er niet voor niets in Rusland. Gezien de lange rijdag, besluiten we niet te wachten, maar om verder te gaan richting Sergiev Posad. Het grootste deel van de dag rijden we over een drukke weg. Het lijkt een snelweg, maar er zijn wel kruisingen, zebrapaden en omkeerpunten. Het is voornamelijk een driebaansweg waarbij de middenbaan afwisselend voor de ene of de andere richting is. Als we bij Klin van de weg afslaan, komen we op een rustigere weg uit die veel prettiger rijdt. Bovendien is het landschap gelijk ook weer erg mooi. Het begint een beetje heuvelachtige te worden en soms heb je prachtig uitzicht over de velden met stukken bos en dorpjes met houten huizen. Steeds vaker zien we de ontzettend mooi bewerkte raamkozijnen bij de houten huisjes. Wat ons erg verbaasd is het grote aantal huisjes dat vlak langs de snelweg staat. Soms denken we dat ze, als de bewoners weggaan, niet opnieuw betrokken worden, maar er zijn genoeg huisjes wel bewoond en soms zien we ook nieuwe huisjes verbazingwekkend dicht langs de snelweg staan. De ooievaars zijn vandaag in de loop van de dag verdwenen. In plaats daarvan zien we nu vaak prachtige kerkjes met mooi gekleurde koepeltjes.

Voordat we de volgende ochtend weer uit Sergiev Posad vertrekken richting Suzdal, gaan we eerst het kloostercomplex bekijken. Het is een groot ommuurd kloostercomplex dat nog in bedrijf is en waar prachtige, zwartgejurkte en langbebaarde monniken zich vanuit het klooster door de kloostertuin spoeden op weg naar een belangrijke activiteit. In de Sergievkerk met prachtige gouden koepels, staat de tombe van Sergiev, een belangrijke bedevaartsplek. Mensen schuifelen in een lange rij langs de tombe en buigen zich diep over Sergiev's resten heen om de tombe te kussen. Kinderen worden opgetild zodat ook zij de tombe goed midden op kunnen kussen. Een enkeling valt voor de tombe op zijn knieën. Hier wordt oprecht geloofd.

Pereslavl-Zalesski, Vladimir, Suzdal en Nizjni Novgorod

Vrouwenklooster in Pereslavl-Zalesski.

Vrouwenklooster in Pereslavl-Zalesski.

Via Pereslavl-Zalesski en Vladimir rijden we naar Suzdal. In Pereslavl-Zalesski staat een vrouwenklooster. Het is een heel vredig plekje met een mooi bloeiende tuin en zorgzame zusters die de kerk poetsen. In 1994 zijn vier zusters hier begonnen met het opknappen van het complex en daar zijn ze goed in geslaagd. De kerk is van buiten versierd met een soort gouden filigraan randje langs het dak en de torens. Onderweg wordt het landschap mooi heuvelachtig met af en toe fraaie vergezichten over de velden. Altijd zie je wel ergens bos. Om half zeven komen we aan in Suzdal. Het hotel heeft kamers met heerlijke airco en voor het eerst in tijden kunnen we in een koele kamer slapen.
De volgende dag in Suzdal hebben we weer een feestje. Nu is M. jarig. Arme M. moet hard werken op zijn verjaardag. We hebben een lange rijdag van 500 km voor de boeg waarbij we ook nog Suzdal en Nizjni Novgorod willen bekijken. We zijn rond vier uur in Nizjni Novgorod. Een enorm grote stad met een fraai historisch centrum vol prachtige kerken en fraai gelegen aan de Wolga en de Oca. We zien grote duwboten over de enorm brede Wolga varen. Een lange trap loopt van het rood ommuurde Kremlin naar beneden naar de oever van de Wolga. In de stad hebben ze voor vandaag flink wat blikken bruidsparen opengetrokken. Overal zien we identieke bruidsparen in identieke jurken en pakken op identieke idyllische plekjes dezelfde unieke bruidsfoto's maken. In het Kremlin is veel aandacht voor de Tweede Wereldoorlog: er staat een vracht aan oorlogsmateriaal. Het laatste traject naar Cheboksary is ook weer 250 km, steeds over dezelfde drukke slechte weg. Het is echt vermoeiend voor M. met het steeds inhalen van de grote trage vrachtauto's op de weg waar je heel goed op moet letten dat je niet in de diepe sporen terecht komt. Een paar keer komen we ook in een soort opstopping voor een stoplicht of een wegreparatie.

Cheboksary

Om 9 uur zijn ze bij het hotel. Voor de incheckprocedure in een Russisch hotel moet je erg veel geduld hebben. Als je eenmaal aan de beurt bent bij de balie en alles in orde is, duurt het met vier personen minimaal een minuut of twintig om je aan te melden. Kunnen ze iets niet vinden of is er iets anders mis, kun je beter eerst een pilsje drinken, alhoewel de procedure wel ietsje sneller verloopt als je nadrukkelijk voor de balie blijft wachten en elke beweging achter de balie nauwkeurig blijft volgen. Het eerste wat ze van je willen is je paspoort. W. heeft voor vertrek nog van alle paspoorten en visa een gekleurde, gelamineerde kopie gemaakt die er als verschrikkelijk officieel document uitziet. Die leveren we steeds in, zodat we niet ons echte paspoort af hoeven te geven. Naast het paspoort willen ze dan je immigratiebriefje. Dat is een briefje dat je in tweevoud aan de Russische grens moet invullen. De ene helft houden ze gelijk bij de grens, het andere moet je inleveren als je Rusland uitgaat. Als je dat losse briefje uit je paspoort kwijtraakt, ben je echt goed zuur. Van alles worden fotokopieën gemaakt op kopieermachines die meestal net kapot zijn of in het gunstigste geval erg traag zijn. Ze willen dan ook vaak je paspoort en immigratiebriefje houden. De gelamineerde paspoortkopie mogen ze wel even houden, de immigratiebriefjes onder geen beding uit angst dat ze die zoek maken. Daarnaast vragen ze soms een registratieformulier dat we kennelijk bij het eerste hotel in Rusland hadden moeten vragen en krijgen, maar dat we niet hebben. Na herhaald aandringen geven ze dat dan maar op. Daarna kunnen ze gaan zoeken of je inderdaad onder de reserveringen terug te vinden bent en kan de registratieprocedure in het hotel beginnen. Alles moet opgeschreven: welke kamer je krijgt, nogmaals wie je bent, hoe lang je blijft enz. Als dat dan allemaal helemaal ingevuld is, krijg je je sleutel en je bonnetjes voor het ontbijt van de volgende ochtend. Boos worden of je daar druk over maken is volstrekt af te raden: het heeft geen enkele zin en je krijgt het er nog warmer van dan je het hier toch al hebt.

Brug over de Wolga

Kledingwinkel in Marinsky Posad.

Kledingwinkel in Marinsky Posad.

Inmiddels zitten we in Kazan. Van Cheboksary naar Kazan is een relatief korte rit en we hebben dus weer tijd voor een ommetje. We maken een mooi plan. We gaan bij Cheboksary de Wolga over en rijden aan de andere kant van de rivier richting Kazan via een natuurpark. Daar denkt Goedele anders over. Ze stuurt ons via een klein weggetje naar het plaatsje Marinsky Posad aan de Wolga om daar de pont te nemen. Het is waarlijk een pittoresk dorpje met houten huisjes met de meest prachtig, versierde raamkozijnen met daarvoor knalgele gasleidingen die op 2 tot 2,5 meter hoogte voor en naast de huizen lopen. Op een klein onverhard weggetje lopen we vast. Het weggetje eindigt in een grote hoop aarde dwars over de weg. We stappen uit met onze wegenatlas en wijzen in de legenda aan wat we zoeken: de veerpont. Na wat gehannes komen we eruit; er is hier in de wijde omgeving geen veerpont. Met wijzen leggen ze ons uit hoe we moeten en we keren maar weer terug. We mogen dan niet verder komen, maar zo'n leuk dorpje hadden we anders nooit gezien. We passen onze route aan en willen nu dichter richting Kazan een brug over de Wolga nemen. Ook nu stuurt Goedele ons via een andere route dan we verwachten en ze begint weer over de veerpont. Dit keer heeft ze helemaal gelijk. De op de kaart getekende brug bestaat alleen in de vorm van een spoorbrug en als je de brede Wolga over wil steken moet je met de pont. Waarom de kaart dan een brug aangeeft? Misschien waren ze die ooit van plan en is het er nooit van gekomen.
Direct na de veerpont is er voor alle verkeer politiecontrole. We snappen natuurlijk niet wat oom agent ons allemaal te vertellen heeft. We leggen uit dat we uit 'Gallandia' (Holland) komen. 'Ah, Gallandia, champion' roept de man. Hij lacht nog eens vriendelijk en wuift ons zonder enige controle van papieren vriendelijk door. Zo gemakkelijk komt geen Rus weg, nog even en zelfs Rik en ik worden nog enthousiast over het voetbal kampioenschap. Daarna moeten we stoppen voor een spoorwegovergang. Er komt een lange goederentrein met wel 64 wagons langs. Als die eindelijk voorbij is, gaan de spoorbomen nog helemaal niet omhoog. Inderdaad: er kan nog een trein komen. De volgende heeft 71 wagons en heeft ook een paar minuten nodig om te passeren. Zo volgen een derde, een vierde en een vijfde waarvan we de wagons niet meer geteld hebben.

We hebben inmiddels ook nieuws uit Nederland van W.. Het valt flink tegen. Aankomende dinsdag (13 juli) wordt hij aan zijn knie geopereerd. Ze gaan een plaat over het beschadigde deel van zijn knie zetten. Dat klinkt als een behoorlijke ingreep. Hoe lang hij in het ziekenhuis moet blijven en de revalidatie duurt, weten we nog niet. Maar vanaf hier leven we met hem mee en wensen hem alle sterkte en een snel herstel.
Zo, jullie zijn nu weer helemaal bij tot Kazan. Kazan hebben we vandaag bekeken, maar daar vertel ik jullie in de volgende mail wel weer over.

naar volgende pagina:
volgende: brief 4: Kazan - Omsk