Rondzendbrieven Nederland-Mongolië 2010 > rondzendbrieven > brief 4: Kazan - Omsk
Vierde rondzendbrief Baltische Staten, Rusland, Mongolië 2010

Vierde rondzendbrief Baltische Staten, Rusland, Mongolië 2010

[verzonden 20-7-2010 vanuit Omsk]

De vorige brief ben ik geëindigd in Kazan in Rusland. We zijn nu net aangekomen in Tobolsk, onze eerste overnachtingsplaats in Siberië dus weer hoog tijd om jullie bij te praten.

Kazan

Kremlin van Kazan.

Kremlin van Kazan.

Kazan is al een oude stad, ouder dan Moskou, en de hoofdstad van de republiek Tatarstan, het land van de Wolga Tartaren, een bevolkingsgroep verwant aan de Turken. De Russische en Turkse invloeden zie je ook goed in de stad. In het Kremlin staan zowel een orthodoxe kerk als een indrukwekkende moskee die pas in 2005 herbouwd is en werkelijk prachtig is. Om het Kremlin staat een witte muur met op de hoeken witte torens met schuine houten daken. Behalve het Kremlin is ook de universiteitsbibliotheek de moeite waard. Die is gehuisvest in een art-nouveau pand met de meest fantastische kamers. We krijgen een rondleiding van een Russische dame die even later geassisteerd wordt door een meisje dat vertaler Engels is en toevallig in de bibliotheek aan haar scriptie zit te werken. De bibliotheek is oorspronkelijk een huis dat een rijke man begin 20e eeuw voor zijn bruid liet bouwen. Het hele gebouw straalt een enorme rijkdom en overdaad uit. De kamers hebben plafonds met prachtige versieringen, deuren zijn juweeltjes op zich en op het glas van de deuren staan Chinese taferelen. De haard is gemaakt van het duurste Italiaanse marmer en ter ontspanning was er een soort wintertuin in de vorm van een grot waarvan de wanden rijkelijk met planten begroeid zijn. Oorspronkelijk stond er een fontein midden in de grot. Die is nu verdwenen en in plaats daarvan staan er nu tafels waaraan de studenten hun boeken kunnen bestuderen.
De historie toont aan dat geld niet gelukkig maakt. Het jonge stel is vrij snel gescheiden en het huis is verkocht aan de universiteit om er de bibliotheek in te vestigen. Inmiddels wil de universiteit graag een grotere en meer praktische bibliotheek. Dit gebouw zou dan met subsidie van gemeente als museum bewaard moeten blijven.
Dat we als Nederlandse toeristen opvallen blijkt wel als we in de bibliotheek nog een praatje maken en vertellen dat we onderweg zijn naar het Baikalmeer. Er zijn vandaag twee andere Nederlanders geweest die precies hetzelfde deden, S. en ... Laten wij nou precies weten wie dat zijn.

De Oeral in, naar Perm

Vanuit Kazan gaan we op weg naar Perm, een lange rijdag van 700 km, waarbij we de Oeral in rijden. Het landschap wordt geleidelijk aan echt heuvelachtig en we hebben vaak goed uitzicht over de omgeving. We zien veel graanvelden, hooilanden en enorme velden met aardappels en altijd zien we bos, vaak enorme percelen. Het bos bestaat voornamelijk uit naaldbos. We zien nog wel loofbomen, maar die zijn duidelijk in de minderheid. We zien vaak onderweg roofvogels, soms ook behoorlijk grote. Een valkachtige roofvogel heeft het gemunt op een poes die de weg oversteekt. De poes is veel te groot voor hem, maar de kat is er niets gerust op en verdwijnt snel. Wat ik steeds vergeet te vertellen is dat we onderweg geregeld over rivieren en langs meertjes komen. In al dat water zien we steeds enorm veel zwemmers en zonaanbidders. Ook in Kazan waar we aan de andere kant van de dam zaten en de dam over moesten om bij de stad te komen, wemelde het van de badgasten bij de dam.

Omdat we goed opschieten, besluiten we via Votkinsk te rijden. Daar staat in de Tsjaikovskistraat het geboortehuis van Tsjaikovski. In Ishevsk dragen we Goedele op ons naar Votkinsk te brengen. De afstand die ze opgeeft is ongeveer 25 km korter dan op de borden aangegeven staat. Als we langs een bord komen zo'n 25 km voor Votkinsk roept ze: 'Bestemming bereikt', maar daar trappen we niet in. Een stukje verderop is de weg afgesloten en staat een omleiding via een naburig dorp aangegeven. We aarzelen even of we de omleiding moeten nemen of dat we een andere weg naar Perm kunnen nemen en we proberen Goedele opnieuw. Goedele is flink de weg kwijt. Tot de Oeral wist ze het allemaal wel, maar nu heeft ze ook geen idee. Ze wendt hoofdpijn voor en laat een leeg schermpje zien. Gelukkig hebben we onze kaarten en goede kaartlezers. We volgen de omleiding, omdat ook Perm via de omleiding gewezen wordt. De omleiding moet 15 km afgesloten weg overbruggen en is ongeveer 30 km lang over een ongelooflijk slechte weg. Het voelt alsof je over een onregelmatig, onverhard pad naar Berlijn aan het rijden bent. Na heel veel tijd komen we weer op de weg met de 15 km opbreking uit en kunnen we verder. Votkinsk en Tsjaikovski laten we maar voor wat het is. We hebben nog een kleine 300 km te gaan en het is al behoorlijk laat. Via betere en slechtere stukken weg komen we weer op de 'snelweg' uit en opeens is Goedele er weer. Uiteindelijk komen we om acht uur bij het hotel aan, op zich nog best een redelijke tijd, ware het niet dat ze in Perm twee uur voor lopen. Het is opeens 10 uur en we moeten ons na het inchecken nog haasten om voor 11 uur bij de Italiaan om de hoek nog eten te krijgen.

Over ontbijt en lunch

Over eten gesproken. Ik zal ook iets vertellen over de Russische ontbijten die we voorgezet krijgen. Soms krijg je een buffet, soms krijg je het ontbijt afgepast op je tafel bezorgd. In Suzdal vinden we op de kamer een lijst waarop exact aangegeven staat waar je recht op hebt: twee koppen thee of koffie, zoveel gram boter, zoveel gram jam, zoveel ml yoghurt, zoveel gram kaas enz. Daarnaast heb je elke dag recht op een extraatje en ook dat staat op de lijst vermeld. Vandaag hebben we recht op x gram omelet. In Veliky Novgorod logeert tegelijk met ons een grote groep Japanners. Het ontbijt is in stijl: glibberige warme gerechten die voor ons als ontbijt niet aanlokkelijk zijn, maar waar de Japanners lekker van zitten te smakken. Bij alle ontbijtbuffetten is een opvallende hoeveelheid warme gerechten: vis, gekookte kip, gekookte aardappels, broccoli, bloemkool, pasta of macaroni. Verder is er een tafel vol met ingelegd zuur. Daarnaast is er heel dikke pap, kasha genaamd, yoghurt, omelet, worstjes en vaak pannenkoeken. Een keer krijgen we zelf een rondleiding bij het ontbijt. Een vriendelijk meisje laat zien dat brood, brood is, omelet, omelet en zo gaat ze elk item nauwkeurig af. Waar vind je nog zulke service.

Ook over onze lunch zal ik jullie alles vertellen. Op rijdagen zorgen we altijd dat we een lunch voor onderweg bij ons hebben. 's Morgens doen we in een supermarkt onderweg de boodschappen. We worden daar al heel behendig in en kunnen alles wat we willen hebben bestellen of aanwijzen: bruin brood, kefir (een soort dikke, lekkere karnemelk), kaas, liefst plakjes, anders smeerkaas, kleine bekertjes yoghurt en natuurlijk de vijf liter flessen met water waaruit we de kleine flessen bijvullen. Omdat variatie noodzakelijk is, hebben we de ene dag perzik-yoghurt en de andere dag bosvruchten-yoghurt. Ook de kleur van de plakjes kaas en van het brood varieert van dag tot dag. De kaas, de kefir en de yoghurt zouden we nooit goed kunnen houden als W. ons busje niet voorzien had van een koelbox die behalve op gewone stroom ook op de accu werkt. Met het hete weer is dat ding werkelijk een onmisbaar apparaat. Wordt het tijd voor de lunch, zoeken we een mooi plekje op. We laden de klapstoeltjes uit en genieten van een perfecte picknick. Eén kanttekening daarbij: zo schoon als het in de Baltische Staten was, zo vies is het overal waar je stopt in Rusland, overal ligt afval. Ander hinderlijk fenomeen zijn dazen en muggen. De dazen hebben het vooral op M. gemunt, de muggen vallen vooral op mij. Maar wie wil picknicken kan over dat soort dingen beter maar niet zeuren.

Perm

Perm, dat in de Sovjettijd 'Molotov' heette, is de vroegere hoofdstad van de Oeral. Perm is relatief welvarend door de grote hoeveelheid mineralen die er gevonden worden, waarvan zout een van de belangrijkste is. De zoutdragers kregen de bijnaam 'zoutoren', omdat ze grote zakken zout op hun hoofd droegen. Door al het zout verbrandden hun oren, zodat ze gemakkelijk te herkennen waren. In de stad staat ook een beeldje ter herinnering aan de 'zoutoren'. De stad is lange tijd (tot 1991) gesloten geweest voor alle buitenlanders en zelfs ook voor niet-inwoners vanwege de grote oorlogsindustrie die er zat en zit. De stad is groot en druk en heeft opmerkelijk veel grote winkelcentra, maar ook genoeg mooie gebouwen om er een dagje zoet te brengen.

In Perm gaan we ook op zoek naar een meer gedetailleerde wegenkaart van Rusland. Tot de Oeral hadden we kaarten van 1 op 7 km, maar vanaf de Oeral is de schaal 1 op 14 km en dat is behoorlijk grof als je een uitstapje van de hoofdroute wilt maken of als er een opbreking is, zeker met een Goedele die het ook allemaal niet meer weet. De receptie van het hotel zoekt voor ons een aantal boekwinkels op, maar in geen van de drie goed gesorteerde boekwinkels vinden we betere kaarten. Ook het VVV waar we later op de dag langsgaan, kan ons niet helpen. Als we later in Jekatarinaburg in een enorme boekwinkel met een scala aan autokaarten ook niets kunnen vinden, zijn we overtuigd. Meer gedetailleerde kaarten van dit gebied zijn niet beschikbaar (althans niet normaal verkrijgbaar). Op zich ook niet zo raar, want veel kanten kan je niet meer op. Er is een hoofdweg met afslagen naar de dorpen die een aantal kilometer van de hoofdweg af liggen en daar houdt het mee op. Als Nederlander kan je je niet echt goed verplaatsen in Russische afstanden en wegen.

In Perm hebben ze een zogenaamde 'Groene Lijn' uitgezet. Op straat loopt een dikke groene lijn en als je die volgt kom je vanzelf langs alle bezienswaardigheden van de stad. Bij elk punt staat een informatiebord met tekst in het Russisch en het Engels. De route voert onder andere langs een aantal mooie huizen. De meeste huizen zijn in de 19e eeuw gebouwd in opdracht van een 'eerzame burger van de stad Perm'. De meeste huizen zijn in 'neoclassicistische stijl met eclectische elementen', wat grofweg inhoudt dat je meestal klassieke pilaren in de gevel ziet met horizontale lijnen en verder hebben ze erbij gemaakt wat ze mooi vonden. In de Sovjettijd zijn de meeste gebouwen gebruikt als opleidingsinstituut, communicatiecentrum of onderkomen voor officieren en zijn toen sterk verwaarloosd. Vanaf de negentiger jaren is het herstel in oude stijl opgepakt. Veel van de huizen hebben ernstig te lijden gehad onder een grote brand in 1842. Een enkel huis is toen gespaard gebleven. Een van die huizen heeft een huiveringwekkende geschiedenis. Ergens tussen 1830 en 1840 liet een rijke edelman een mooi, duur huis bouwen. Omdat de bouwkosten nogal opliepen, sloopte hij op de begraafplaats stiekem de overgroeide grafstenen en liet daarvan zijn haard metselen. Toen de edelman een groot feest voor zijn vrienden gaf, werd een grote taart de feestzaal binnengereden. Toen die aangesneden werd, gebeurde het: uit de taart kwamen een schedel en een hoop botten tevoorschijn. De gasten vluchtten in paniek het huis uit en de edelman kreeg een hartverlamming van schrik en bleef dood achter. Sinds die tijd ging het verhaal dat het huis behekst was. Een gerucht dat bevestigd werd door de brand van 1842: mensen hadden gezien hoe een heks de vlammen eigenhandig bij het huis wegstuurde. Het informatiebord is zo eerlijk om te vermelden dat de geschiedenis niet met zekerheid vast te stellen is. Verder zien we het huis waar een van de Romanov's die daar in ballingschap verbleef, is opgepakt en het huis dat in Boris Pasternak's dokter Zhivago een rol gespeeld zou hebben.

Perm 36

Vlakbij Perm, bij het dorpje Chusovoi, is het beroemde voormalige Gulagkamp, Perm 36. Vlakbij betekent in Rusland trouwens op 125 km afstand van Perm. Bij het kamp worden we opgewacht door een gids. Het is een jonge jongen die heel verlegen is. Zijn Engelse zinnen zijn keurig en zijn informatie is prima, maar zijn Engelse uitspraak is af en toe nauwelijks te verstaan. We krijgen eerst buiten een rondleiding, daarna gaan we de barakken in. Het kamp heeft bestaan van 1946 tot 1987. In de eerste fase zaten er gevangen die veroordeeld waren voor diverse soorten misdrijven, zoals diefstal van aardappels op het veld na het rooien e.d. In de tweede fase zaten er officials die beschuldigd waren van corruptie en het aannemen van steekpenningen. Vanaf 1971 is het kamp gebruikt voor dissidenten, Af en toe werd er een echte zware crimineel tussen de dissidenten gezet. De dissidenten bestonden uit geleerden, wetenschappers, schrijvers, maar ook gewone mensen die per ongeluk de vis in een krant met het portret van Stalin hadden verpakt. Tijdens de laatste periode stond er om het kamp een hek dat opgebouwd was uit vijf lagen. De binnenste laag was een hek bestaande uit prikkeldraad. In de grond waren sensoren aangebracht die reageerden op trillingen in de grond. Als iemand probeerde een gat te graven, werd dat onmiddellijk gesignaleerd. Het tweede hek bestond uit prikkeldraad voorzien van stroom. Tussen het tweede en derde hek liepen waakhonden rond. Om het derde hek zat een soort net van prikkeldraad waar je volledig in vastliep zodat je er niet meer op eigen kracht uit kon komen. Het vierde hek was een gewoon hek van prikkeldraad. Tussen het vierde en het vijfde hek was de grond volledig kaal, zodat de wachten konden controleren of er voetstappen stonden. Het laatste hek was een hoog houten hek, zodat de buitenwereld geen idee had wat zich binnen afspeelde. In de eerste tijd werkten de gevangen overdag buiten het kamp, de dissidenten waren daar te staatsgevaarlijk voor, zodat een deel van het kamp werd ingericht als werkplaats voor de vervaardiging van elektriciteitsdraad.

Wachttoren in Perm 36.

Wachttoren in Perm 36.

In vier barakken waren elk 250 man gehuisvest. De slaapzalen zijn grote ruimtes waar nu (vanuit een ander kamp) kale houten britsen staan, maar waar destijds ijzeren ledikanten in twee lagen boven elkaar stonden. Sinds de tijd van de corrupte officieren hadden de bedden matrassen en een deken. De toiletten waren buiten: tien voor in totaal 1000 man. De 'gewone barakken' hadden ramen zonder tralies, de barak waar mensen met streng regime zaten niet. Daar zaten in een kleine cel vier mannen met niet meer dan een houten brits en een gat in de vloer als toilet. 's Morgens en 's avonds hadden ze water uit een kraantje als de bewaker het kraantje tenminste open zette. Er waren cellen voor kort verblijf (twee weken) waar je geen matras, deken en fatsoenlijke kleren kreeg. Er was wel verwarming via buizen, maar de temperatuur kwam 's winters niet boven de acht graden. In de cellen voor lang verblijf (tot 6 maanden) kreeg je wel een matras en een dekentje en moest je overdag werken. Je kreeg te weinig eten om van te leven en te veel om van dood te gaan. Natuurlijk heb je de verhalen over dergelijke strafkampen wel gelezen, maar als je hier staat en alles met eigen ogen ziet, zie je echt hoe verschrikkelijk en uitzichtloos het leven hier geweest moet zijn.

Waar je ook van schrikt zijn de kaarten waarop alle Russische kampen aangegeven staan. Het is onvoorstelbaar hoeveel kampen er geweest zijn en hoeveel mensen (40 miljoen) er naar die kampen zijn gedeporteerd, terwijl ze niets misdaan hadden. Samen met het kamp in Magadan is dit het enige nog bestaande kamp(museum) in Rusland. Alle andere kampen zijn vernietigd. Dit museum moet voor altijd bewaard blijven om mensen met eigen ogen te kunnen laten zien tot wat voor misdaden zijn eigen soort in staat is.

Jekatarinaburg en Ganina Yama

Perm 36 bezoeken we tijdens de rit van Perm naar Jekatarinaburg, een prachtige rit dwars door de Oeral. De hele dag rijden we door een groen heuvelachtig landschap met naaldbos zover als je kan kijken. Vandaag passeren we ook het Europa-Azië monument dat de grens tussen Europa en Azië in Rusland markeert.
Jekatarinaburg is de huidige hoofdstad van de Oeral en is de vijfde stad van Rusland. Het is een grote stad, maar wel met een gezellig centrum. De Romanovs (de Tsarenfamilie van Rusand) zijn onlosmakelijk verbonden met Jekatarinaburg. Op 17 juli 1918 is de laatste tsaar, Nicolas II, met zijn vrouw en drie kinderen hier vermoord. De lijken zijn in een mijnschacht 17 km buiten de stad in Ganina Yama gedumpt en pas recent weer teruggevonden. De orthodoxe kerk heeft nu van deze vindplaats een soort bedevaartsplaats gemaakt. De lijken zijn inmiddels overgebracht naar de Peter en Paul kathedraal in St. Petersburg waar ook de andere tsaren liggen, behalve Boris Gudonov die we in Sergiev Possad hebben gezien.

Romanov souvenirs in Ganina Yama.

Romanov souvenirs in Ganina Yama.

Met wat onduidelijke kaartjes van de receptie gaan we op pad naar Ganina Yama. Het eerste stuk vinden we nog redelijk soepel op de kaartjes, maar later moeten we steeds de weg vragen. Uiteindelijk komen we op zo'n goed stuk weg dat we wel in de buurt moeten zijn. We komen zegge en schrijven één keer een bordje tegen. Dat staat ergens aan de rand van het bos, zonder enige richting aanduiding. We verwachten een ingetogen plek in het bos. We hebben al gelezen dat er zeven houten kerken staan, een voor elke vermoorde Romanov: vader, Nicolas II, moeder, vier dochters en de kleine Alexander. Ganina Yama is een ongelofelijke kermis. Als we aan komen rijden zien we bussen vol pelgrims (compleet met slaapzakken en slaapmatjes). Het terrein is afgezet met een groot hek en via een indrukwekkende houten toegangspoort kom je op het terrein waar je onmiddellijk een winkeltje en souvenirstalletjes ziet. Rechts wordt een enorm complex gebouwd dat ongetwijfeld een hotel of pelgrimsverblijf moet worden. Voor het hotel zijn ze nog bezig met de aanleg van een grote vijver waar het water borrelt. Dat moet vast verkocht worden als heilige bron. Mensen lopen rond met foto's van de Romanovs (20 bij 15) aan een kettinkje om hun nek. De kerken zijn allemaal volledig van hout, maar wel nieuw gemaakt. Via een luidspreker wordt een mis opgedragen, waarschijnlijk door de hoogste hoogwaardigheidsbekleder van de kerk. Zijn krakende, ietwat slepende stem lijkt sprekend op die van de paus. De kerken zijn het allemaal net niet: te nieuw, te kitscherig en te goedkoop afgewerkt. Bij een soort kuil op het terrein is een omloop gemaakt die vol hangt met foto's van de Romanovs en bij de kuil staat een groot houten kruis. We vermoeden dat dat de oude mijnschacht is waar de lijken gevonden zijn.

We zijn hier vlak voor de hoogtijdag van de 'Heilige Martelaren' op 17 juli. Ook in de stad is dat goed te merken. In de stad is op de plaats van het huis waar de Romanovs vermoord zijn, een grote kerk gebouwd, met naar zeggen de duurste icoon van heel Rusland: 'the church upon the blood' met grote posters van de Romanovs met een stralenkrans om hun hoofd. Het loopt hier vandaag echt storm. We tellen 14 touringcars met pelgrims, de bruidsparen verdringen elkaar op de trappen, de pelgrims, priesters, bedelbroeders en bedelzusters ook en in de kerken lopen de zwartgejurkte geestelijken met een soort rode sjerp over hun jurk. Het is een drukke business. In de kerk staan wel zes geestelijken te luisteren naar de problemen die hun gelovigen aan ze voorleggen. De gelovigen stellen zich daartoe geduldig in lange rijen op. Bij een andere kerk hebben we een grappig gesprek. De kerkbewaarder wil weten waar we vandaan komen en vraagt: 'Berlin, Londen, New York?'. Wij antwoorden: 'Gallandia'. Dat kent hij wel en hij zegt terug: 'Ah, Amsterdam, Ajax, Feyenoord!'. Als we de kerk ingaan wil hij nog weten: catolica, protestanta? Voor de zekerheid houden we het vandaag op catolica.

Politie

Van Jekatarinaburg gaan we verder door de Oeral en Siberië in. Via Tuymen rijden we door naar Tobolsk, een rit van 550 km.
Opnieuw hebben we een mooie rit. We zijn al gauw de heuvels van de Oeral uit en komen dan in mooi vlak land met enorme grote open velden met bloemen en vooral graanvelden (maar ook maïs en aardappels). De weg is al met al van redelijke kwaliteit. Over het algemeen hebben we weinig te klagen over politiecontroles, maar vandaag worden we tot twee keer toe gestopt. Als we na het tanken en de koffie weer wegrijden bij het tankstation worden we gestopt door de politie. M. had zijn lichten nog niet aan en dat moet hier wel. De agent is reuze vriendelijk en nadat hij de autopapieren gezien heeft en gezien heeft dat het licht het doet, is hij weer helemaal tevreden en mogen we door.
Bij Tuymen worden we opnieuw door de politie tegengehouden. M. moet mee naar de politie-auto en moet instappen. M. blijft een tijdje in de politie auto, wat S. maar helemaal niets vindt, maar na een poosje komt hij ongedeerd terug. Hij is aangehouden omdat hij geaarzeld zou hebben bij de afslag en zo het verkeer in gevaar bracht. Nu willen ze geld zien. M. doet eerst of hij niets begrijpt en roept dan: 'Ah, jullie willen roebels'. Dat mag niet zo hard, de autodeur moet dicht. Ze zien in M. 's portemonnee een briefje van 500 zitten en dat willen ze hebben. M. legt in vriendelijk, doch duidelijk Nederlands uit dat dat toch echt niet gaat. Hij komt uit Nederland en ze weten toch wel dat wij met het voetbal tweede zijn geworden en zo doen we dat niet in Nederland. Hoeveel ze van het verhaal begrijpen mag Joost weten, maar ze moeten erg om zijn verhaal lachen en M. mag zonder te betalen weg. Iemand met 30 jaar ervaring als vrachtwagenchauffeur laat zich niet zo gemakkelijk meer afzetten.

Tyumen, Abalak en Tobolsk

Kremlin van Tobolsk.

Kremlin van Tobolsk.

Tobolsk ligt niet op onze route naar het Baikalmeer, maar dit ommetje vanuit Tuymen hebben we ingevoegd omdat Tobolsk een mooie stad is. Het is een relatief kleine plaats met een wit ommuurd Kremlin. De witte torens van het Kremlin hebben dezelfde fraaie houten puntdaken als die van Kazan. De kathedraal heeft mooie blauwe koepels met gouden stralen en sterren en kleinere gouden koepeltjes. Het kremlin is hoog boven op een steile wand gebouwd en kijkt uit over de stad die in het dal van de rivier ligt. De wand tussen Kremlin en stad is echt heel steil en via lange trappen kan je afdalen naar de rest van de stad. In de stad zoeken we nog het huis van de familie Mendelev op, een beroemde Russische scheikundige en grondlegger van het periodiek systeem. Zijn huis zijn ze helemaal aan het opknappen en op de foto kunnen we zien hoe het moet worden. Overigens werken ze hier ook op zondag aan dergelijke projecten gewoon door.

Via Abalak rijden we terug naar Tuymen voor de volgende overnachting. Alabak heeft twee onvergelijkbare bijzonderheden. Alabak heeft zijn eigen zeer gevaarlijke tijdbom: langs de oever van de rivier liggen paarden begraven waarop in het verleden proeven met antrax (miltvuur) zijn gedaan. Als die ooit opgegraven worden, kun je maar beter niet in de buurt zijn. Misschien wel ter compensatie is er ook een heel heilig klooster met een icoon die wonderen verricht. Of de icoon dat nu nog doet is een raadsel. In de Sovjettijd was het een opslagplaats voor tractoren en is het icoon zoekgeraakt en opgedoken in Australië. Nu hangt er een kopie.

Of kopieën ook wonderen doen weten we niet, maar in het hotel in Tuymen geloven ze niet in kopieën. Tot nu toe is elk hotel tevreden met onze prachtig gelamineerde kleurenkopie van paspoort en visum. Zo niet hier. De receptioniste wil de originelen, ook van de immigratiebriefjes, waar we inmiddels ook steeds een kopie van afgeven. Ze mag de originelen wel even hebben, maar we willen ze wel meteen terug. Als je in Rusland je paspoort of je immigratiebriefje kwijt bent, heb je echt een probleem. We geven de originelen niet uit handen. Na flink onderhandelen, twee keer bellen met de manager die een thuiswerkdag heeft en boos worden, gaan ze akkoord met direct kopiëren. We hebben al afgesproken dat ze de paspoorten één voor één krijgen. Na dit akkoord komt de receptioniste met een nieuwe eis, ze wil ons registratieformulier. Dat is een formulier dat je soms bij een hotel krijgt, maar meestal niet. We hebben er nu twee. Ze kopieert de hele handel, moet twee keer het kopieerapparaat bijvullen en dan komt ze met een volgende eis: ze wil ons ticket. We hebben geen idee wat ze nu weer van ons wil. Wat voor ticket wil ze in hemelsnaam? Dat van Tobolsk. Daar hebben we helemaal geen ticket van. Ze blijkt ons vliegticket of busticket te willen hebben. Die hebben we niet, want we zijn met de auto. Geen nood, ze bedenkt meteen een nieuwe vraag en wil nu het automerk en kenteken hebben, dat we braaf voor haar op een briefje schrijven. We overwegen of we ook maar meteen onze schoenmaten en het merk van de koelbox op zullen gaan schrijven, maar gek genoeg lijkt ze daar niet in geïnteresseerd. Ze heeft wel een volgende eis. Ze wil 95 roebel (€2,40) per persoon voor de registratie. Dat hebben we nog nooit meegemaakt. Alle hotels zijn vooruit betaald en geboekt. Opnieuw is er contact met de thuiswerkende manager en weer moet Rik met haar in overleg. Rik legt haar erg duidelijk uit wat hij van haar 'service' vindt. Onder protest gaan we akkoord, we willen niet alleen een nota, maar ook het klachtenboek. Al met al zijn we een klein uur bezig om twee al gereserveerde kamers voor één nacht te krijgen. Het zal jullie niet verbazen dat de wifi in de hal niet gratis is, maar 60 roebel per half uur kost. Als we bij de balie informeren naar het internet, wil de nieuwe receptioniste (zou de andere overwerkt zijn?) nog ons beroep weten. De internet tijd gebruiken we om via Tiara een dikke klacht over het hotel naar de Russische agent te sturen. Een beetje bureaucratie fiat, maar er zijn grenzen, ook aan ons geduld.

Naar Omsk

Vanuit Tuymen wacht ons een flinke rijdag. We gaan naar Omsk en Omsk is ver weg. De weg is voor het merendeel vrij goed, met af en toe slechtere stukken. Het landschap is nu echt vlak met eindeloze graanvelden, velden vol bloemen die vooral dienen om mooi te zijn en berkenbossen. Opvallend vaak zien we dode berkenbossen: naargeestige smalle, kale witte stammen op een kluitje met maar hier en daar een beetje groen. We kunnen eerst niet verklaren wat daar de oorzaak van is, maar later zien we dat de stammen aan de onderkant verbrand zijn. De hele dag door blijven we half en volledig verbrande bossen zien. We zien ook dat het herstel na een bosbrand snel gaat. Tussen de verbrande bomen door wemelt het van de jonge opslag en er is een rijke ondergroei met diverse soorten planten. Verdwalen lukt haast niet meer. We rijden over de enige doorgaande weg die er is. Af en toe is er een afslag naar een dorpje dat een eindje van de weg afligt, andere zijwegen gaan meteen over in onverharde paden. Langs de weg komen we geregeld verkopers tegen. Sommigen hebben een kraampje, anderen alleen een stoeltje en aan hun voeten wat emmertjes met bessen. Verder wordt er koffie en thee verkocht uit dampende samowars, gedroogde vis, sjasliek, tomaten en aardappelen (ook vaak in emmertjes). Vandaag zien we ook vaker vee onderweg, vooral grote kuddes koeien, vaak bewaakt door een ranger op een paard. Op een van de rotondes langs de snelweg van Tuymen naar Omsk staat zo'n ranger met zijn koeien langs de rotonde. In tegenstelling tot de muzikale familie uit de dodenrit van drs. P. komen wij onderweg geen wolven tegen, zodat we ongeschonden het verre Omsk weten te bereiken. Opnieuw verliezen we een uur. Het tijdsverschil met Nederland is nu opgelopen tot vijf uur.

We hebben nu zo'n 8000 km afgelegd en vandaag heeft M. geconstateerd dat de rechter voorband aan een kant hard afslijt. Omdat we aardig opschieten, besluiten we onderweg even te stoppen bij een 'shinomontasj' om de voorband te verruilen voor het reservewiel. Die band kan dan weer zo'n 4000-5000 km mee. Omdat ik geen idee heb wat zo'n reparatie mag kosten, vraag ik M. wat de prijs mag zijn. Volgens M. 10-12 euro, maximaal 15. Als de reparatie achter de rug is, schrijft de monteur de prijs in het stof op de auto. Hij begint met een 1, dan een 4 en we denken allebei: 'hij zal toch geen 1400 (€ 35) op gaan schrijven', maar nee hoor, hij stopt na de eerste nul. De reparatie van 20 minuten kost dus 3,50 euro. We geven hem 200 roebel waar hij zeer verguld mee is.

Omsk

In Omsk logeren we in hotel Flagman. Het hotel is merkwaardig. Als we aan komen rijden zien we groot Flagman staan, maar dat is een supermarkt en bij nadere beschouwing een groot winkelcentrum. Op de gevel zien we ook restaurant Flagman, bowling Flagman en, ja hoor, daar boven staat hotel Flagman. Voor het hotel moeten we het luxe winkelcentrum in, met de lift naar de 7e etage en dan kom je in de hal van het hotel. Daar worden we uitermate vriendelijk ontvangen. Alles gaat snel, vriendelijk en efficiënt, een heel verschil met gisteren.
Omsk is goed in beelden. Van Lenin staan er heel wat in verschillende formaten. Ook op het plein waar de gerestaureerde kathedraal staat, stond Lenin, recht naar de kathedraal wijzend. Dat vonden ze toch iets te ver gaan en aangezien Lenin gemakkelijker te verplaatsen was dan de kathedraal, moest Lenin verhuizen. Overigens kom je in elke stad standbeelden en/of plaquettes van Lenin tegen en elke stad heeft ook een Lenin-straat. Het schijnt wel dat de jongere generatie langzaam aan niet meer zo goed weet wie Lenin ook al weer was. Los van de Lenin beelden zijn er ook twee erg leuke andere beelden: een van een werkman met zijn helm op die net uit een put omhoog kruipt. Zijn steeksleutel ligt voor hem op de putdeksel. Het andere beeld is van de vrouw van een 19e eeuwse gouverneur die op een bankje een boek van Pushkin zit te lezen. Je verwacht dat ze elk moment op kan staan.
Ook in Omsk zien we weer een pand waar Dostojevski verbleven heeft. Dit keer zijn de omstandigheden een stuk minder aangenaam dan bij het zomerhuis in Staraya Russa. Van 1849-1853 heeft Dostojevski hier in ballingschap gezeten, waarbij hij bijna bezweken is aan de afranselingen die hij er kreeg.

Gisteravond hebben we bericht van W. gekregen. Hij is na zijn operatie weer terug uit het ziekenhuis. Nu moet hij weer revalideren en hij schreef ons dat hij zijn been zes weken niet mag belasten. Dat betekent dat we W. voor de rest van de reis zullen moeten missen. Dat een keertje uitglijden zo'n definitieve streep door onze gezamenlijke reis zou zetten, hadden we nooit verwacht. Heel erg jammer, want W. had net zo genoten van de reis als wij. Vanaf hier veel beterschap en sterkte W.!
Jullie zijn in alweer een lange brief weer helemaal bijgepraat. Groetjes van ons allemaal uit Omsk.