Zevende rondzendbrief Peking - St Petersburg 2007
[verzonden op 10-8-2007 vanuit Moron, Mongolië]
Hot Springs vervolg
We zijn weer terug in Moron na een aantal dagen bij het Khovsgul Lake en een nacht bij een ander meer. Vanaf nu gaan we naar het westen rijden richting grens Siberië. Vorige keer was ik mijn verhaal gestopt bij de regen, en het blijven steken bij de hot springs. Hoe lang we daar moeten blijven, weten we pas als het droger wordt en daar ziet het vooralsnog niet naar uit.
Aangezien er ook nieuwe mensen komen, zijn er niet genoeg gers. We zullen dus met drie tot vijf personen gers moeten delen. Sommige gers beginnen door de regen nu ook van boven en op de bedden te lekken. Op de plattegrond van het kamp staat ook een hotel getekend. Wij informeren daar naar: er zijn 17 kamers en die zijn allemaal vrij. De kamers zijn schoon, droog en warm en er zijn genoeg tweepersoons. Wij weten wel wat we willen. Nadat we Claire geïnformeerd hebben, nemen wij als enige twee een fijne kamer in het lege hotel, voor exact dezelfde prijs als de vijfpersoonsger.
Claire en Tony zijn uren met Gisele in de weer. Ze wil niet voor- of achteruit. Pas na 2,5 uur komt ze met om vier wielen een ketting als een nukkig dier terug naar de parkeerplaats. Tony en Claire zitten van top tot teen onder de modder vanwege het omleggen van de kettingen.
Aan het eind van de ochtend gebeurt waarop niemand had durven hopen. Het klaart op en wordt droog. Ook 's avonds en 's nachts blijft het droog en door de wind droogt de grond snel op. De volgende morgen kunnen we zonder al te veel problemen wel op weg.
Khorgo NP
Via Tsertserleg waar we boodschappen doen en internetten, rijden we verder naar het noorden naar het Khorgo Terkhiin Tsagaan NP. De weg mag dan beter zijn, de wegen zijn hier niet te vergelijken met Nederland. Alleen in grote steden zijn stukjes verhard, voor de rest nergens. Je rijdt voortdurend door kuilen, geulen en over wasbordribbels. Soms zijn er alleen rotsen en is er niets meer wat op een weg lijkt.
Toch zie je op veel plaatsen dat ze met de wegen bezig zijn: verbetering van het wegdek, aanleg van afvoergeulen, onderhoud aan bruggen enz. Gisele mag vaak niet over de bruggen omdat ze te zwaar is. Tony moet dan dwars door het land en dwars door de beek of de rivier over steken. Hij doet dat uiterst voorzichtig en zelfs wij kunnen wel zien dat Tony een uitstekende vakman is.
Doordat niemand van te voren weet hoe de weg er uit zal zien, valt er weinig te plannen. Zo komen we in Khorgo park pas om half 9 's avonds aan. Ook nu hebben we onderweg regen gehad en bij aankomst spet het nog zachtjes. Na aankomst komt dan nog het hele ritueel op gang: tenten uitladen en opzetten, bagage uitladen, kooktafels en gas opstellen, eten tevoorschijn halen en voor 21 man eten koken. Als extra activiteit is er nu het uitzetten van het dekzeil dat aan het dak bevestigd zit. Dat zorgt er voor dat de kooktafels en stoeltjes droog staan.
Khorgo Terkhiin Tsagaan NP.
In het Khorgo park blijven we een dag. Het is een landschappelijk prachtig park met veel bergen, een uitgedoofde vulkaan en een enorm meer. Zo'n dag is geweldig, fijn tijd om rond te wandelen en te kijken. We blijven ons hier elke dag opnieuw verbazen over de enorme hoeveelheid en variatie aan planten: gentianen en edelweiss zien we vandaag in hoeveelheden alsof het paardenbloemen zijn.
Bij het avondeten gaat de traditie ons iets te ver. Temir onze Mongoolse gids heeft beloofd een traditionele maaltijd te maken. De rest van de kookploeg moet wortels, aardappels en uien schoonmaken, verder wil hij niets vertellen. Later wordt duidelijk waarom. Om 6 uur arriveert er een busje met een levend schaap. Het schaap wordt achter de truck geslacht. Het geheel van (in stukken gesneden) schaap en groenten gaat tussen stenen die in houtvuur zijn gewarmd in een melkbus die in hetzelfde vuur verwarmd wordt.
Wat er wel en niet van het schaap in de melkbus gaat, weet ik niet.
Rik en ik hebben de pastasoep met groenten van gisteren gegeten. Vlees eten wat we daarvoor lopend op pootjes hebben gezien, kunnen we niet over ons hart verkrijgen. Natuurlijk is dat hypocriet als je thuis wel vlees koopt. Het schaap heeft het tot vandaag goed gehad, en ook de slachting gebeurt snel. Als eerste wordt zijn hart er uit gesneden, lang lijden doet hij niet. Maar toch, de confrontatie is te direct om van het bordje eten te genieten. Bij sommige tradities is lezen genoeg, en meemaken teveel van het goede.
Weerbericht
We gaan verder met een neutraal onderwerp: het weer. Iedereen wil altijd weten wat voor weer we hebben. Om daar antwoord op te geven, zal ik het weer op de wandeldag in Khorgo park beschrijven. Als we om 7 uur wakker worden horen we de regen op de tent en bij het opstaan is het zwaar bewolkt en koud. Na het ontbijt wordt het droog en ondanks de bewolking gaan we op pad met vesten en jassen aan. Onderweg komt er iets blauw in de lucht en even later gaan de jasjes uit. Tegen 12-en gaan ook de vesten uit en met de lunch komen zonnepetje en zonnebrand te voorschijn. Om half drie wordt de wind frisser. En tegen vieren haasten we ons snel terug omdat de lucht alsmaar dreigender wordt, het in de verte al regent en we onweer horen. Terug bij de tent valt er een enkele bui en steekt er een storm op die de gevulde afwasbakken weg doet waaien. 's Avonds is de lucht weer opgeklaard en is het weer behoorlijk koud.
Zulk weer hebben we dus, zal ik de andere dagen verder maar overslaan?
Naar het noorden
Vanaf Khorgo NP rijden we opnieuw naar het noorden. Het plan is om in twee dagen naar Khovsgol Lake te rijden, maar dat lukt niet. Het landschap is opnieuw veranderd. We rijden nu echt door een berglandschap, met soms beboste, soms groene en soms kale hellingen. De groene begroeiing bestaat nu echt uit alpiene planten met verschillende soorten gentiaan, hoge edelweiss en op vochtiger plaatsen een soort parnassia. Het bos bestaat overwegend uit larix en in mindere mate uit dennen, met overal een enorm rijke ondergroei. Op de stenen zien we korstmossen in allerlei kleuren.
Al de hele reis zien we veel kraanvogels, verschillende soorten adelaars en gieren. Ook verschijnen er nu geregeld meren in het landschap en vrijwel overal zie je wel een stroompje. De luchten zijn prachtig: diepblauw met altijd wolken die soms vriendelijk en dan weer dreigend zijn. De rijdagen tot het Hovsgol Lake zijn droger dan die ervoor.
Rivier oversteken
Op de eerste rijdag komen we om een uur of vijf aan bij een rivier. Die steken we door het water over. In de verte zien we wel een brug, maar daar mag Gisele gezien haar gewicht niet over. Even later blijkt dat we de verkeerde rivier overgestoken zijn. We rijden terug naar het dorpje bij de rivier om de goede rivier te zoeken. Temir wordt weggestuurd om de weg te vragen. Na anderhalf uur hebben we nog steeds de goede oversteek niet gevonden. We besluiten kamp op te zetten net buiten het dorpje bij een paar gers om morgen verder te zoeken.
Deze rivier moeten we door.
De volgende ochtend vervolgen we onze zoektocht. We staan nu voor de goede rivier, een snelstromende brede rivier. Gelukkig zijn er in zo'n groep altijd meer avontuurlijke mensen dan wij. Ron, een Australiër die zomers bij de brandweer werkt, gaat gekleed in korte broek en gewapend met een stok samen met Claire op verkenning. Het ijskoude water reikt tot boven hun knieën en door de ongelijke gladde ondergrond van rolstenen en de sterke stroming zien we ze voortdurend bijna vallen.
Het is duidelijk: dit is te gevaarlijk voor Gisele. Opnieuw gaan we terug naar het dorp en opnieuw gaat Temir vragen. Als uiterste oplossing kunnen we de truck helemaal leegmaken en de lege truck over de brug sturen, maar dan moeten we wel weten of de brug dat aan kan. Temir vindt een vrachtauto die ook door de rivier over gaat steken. Die volgen we door het dorp, we wachten op het uitladen van de deur en het ronde bovendeel van de ger en vervolgens blijkt dat de vrachtwagen wel door het te diepe water oversteekt.
We zijn weer terug bij af. Opnieuw gaan we zoeken en we vinden een plek waar de zijrivier nog niet in de grote rivier is uitgestroomd. Op het oog lijkt het hier beter en onze dappere Australiër gaat opnieuw op onderzoek uit. Het water komt nu hooguit tot halverwege zijn kuiten. Nu durft Gisele ook. We zien de weg die we moeten hebben nu lopen, van ons gescheiden door diepe geulen en massieve rotsblokken als berm. Weer moeten we zoeken hoe we verder kunnen. Uiteindelijk vinden we ook hier een doorgang en drie uur na vertrek rijden we eindelijk op een weg.
Builenpest
Het aangepaste plan is nu om Moron te halen en daar eten te kopen voor de extra overnachting voor het meer. Ook dat schiet niet op. Na de lunch moeten we nog 100 km en om half 6 moeten we nog steeds 50 km.
Om kwart voor 8 zien we een mooie stevige betonnen brug, die vlak voor Moron moet liggen. Iedereen is opgelucht: hier kan Gisele makkelijk over.
We hebben te vroeg gejuicht. De brug mag stevig zijn, voor de brug wacht ons een nieuw oponthoud: een politiewagen, een dikke oom agent en een tafel vol druk schrijvende officials, allemaal op een na voorzien van een mondkapje. We denken eerst dat het om een gewone controle gaat, we komen per slot dichter bij de grens. Uit een witte tent zien we drie volledig in witte beschermkleding gehulde figuren komen. Witte pakken, hoofdkappen, handschoenen, laarzen, ze lijken op onze vogelgriepbestrijders.
De controlepost voor builenpest.
De post blijkt een controle-/bestrijdingspost voor de marmottenziekte. Eens in de zoveel tijd breekt in geïsoleerde delen van Mongolië de builenpest uit. Marmotten zijn de dragers ervan en door een soort vliegen wordt de ziekte overgebracht op mensen. Alle voertuigen die het gebied uitgaan worden ontsmet, van de andere kant af ben je volledig vrij om het besmette gebied in te gaan.
Temir gaat met alle papieren naar de tafel met de officials. Wij mogen onder geen beding de truck uit. Veel te gevaarlijk. Verderop lopen mensen gewoon rond en staan tentjes en voor de WC mogen we er na toestemming ook uit.
Temir wacht op goedkeuring van de papieren, maar zo simpel gaat dat niet. Claire en Tony hebben namelijk een ongeldig (lees niet Mongools rijbewijs). Daar moet de chef eerst bijkomen. Jeepje na jeepje passeert ons en we staan maar te wachten zonder boodschappen, zonder eten, zonder slaapplaats, terwijl het langzaam donker wordt.
Alle snoepjes en biscuitjes gaan op en we vermaken ons met de dikke agent die wel een mondkapje op heeft, maar alleen als hij niet rookt. Temir blijft afwachten wat er gebeurt en onderneemt of vraagt niets. Er gebeurt dan ook niets tot kwart over tien.
Claire roept ons dan: we moeten allemaal uit de truck en over de mat met ontsmettingsmiddel lopen. Gisele's wielen worden een voor een afgespoten met een desinfecteringsmiddel. We zijn door de controle. Het offer dat we daarvoor betaald hebben is inbeslagname van Temir's papieren en paspoort. In het donker speuren we naar een kampeerplek wat helemaal niet meevalt. Uiteindelijk zetten we om 11 uur de tenten op en eten we instant soep en kale witte bonen in tomatensaus die allebei voortreffelijk smaken.
Volgende keer meer over het meer en onze tocht vanuit Moron naar de grens. We verwachten dat dat pas in Almaty kan, maar ja, je weet maar nooit.