Rondzendbrieven Peking-St Petersburg 2007 > Rondzendbrieven > brief 08: Barnaul
Achtste rondzendbrief Peking - St Petersburg 2007

Achtste rondzendbrief Peking - St Petersburg 2007

[verzonden op 19-8-2007 vanuit Barnaul, Siberië]

We zijn nu in Barnaul in Siberië. Ik geloof niet dat we daar horen te zijn, maar dat vertellen we nog wel. Barnaul is een grote stad met 575000 inwoners en echt westers. De vorige mail was ik net voorbij de brug in Moron in Mongolië blijven steken, waar we na uren door mochten onder achterlating van Temir's (gids) papieren.

Khovsgol Meer

De volgende ochtend haalt Temir zijn papieren op als wij ontbijten en kort daarna bereiken we ongeschonden Moron, waar we weer snel e-mailen. Vanaf Moron gaan we verder naar Khovsgol Lake, een van de grootste (134 km lang en op het breedste punt 38 km breed) meren van Centraal Azië en het diepste (262 m) van Mongolië. Het meer ligt beschermd in het gelijknamige natuurpark en zowel meer als omgeving en natuur (prachtige bergen, veel bebossing, steenbok, wolf en rendier) zijn prachtig. De provincie waarin het meer ligt heet ook Hovsgol en hier leeft in geïsoleerde berggebieden het zogenaamde rendiervolk. In een uiterst bar klimaat en een barre omgeving trekken deze mensen met de halfgetemde rendieren rond. In plaats van in een ger wonen ze in een soort wigwammen. Ze gebruiken de melk en de wol van de rendieren en alleen in nood doden ze de dieren.
Het is alleen voor doorzetters weggelegd om het echte rendiervolk te bezoeken. Je moet bereid zijn om minstens drie keer bijna dood te vriezen in je tent, je in leven te houden met zelf gevangen vis die je bereidt op een zelfgestookt vuur. En natuurlijk wekenlang met zware bepakking over gevaarlijke bergpassen trekken.

Het rendiervolk.

Het rendiervolk.

Het mag duidelijk zijn dat wij het rendiervolk en de rendieren zo niet gaan zoeken. Toch is een zoektocht naar de rendieren en een eventueel verblijf bij het rendiervolk als optie voorgehouden. Ons verblijf is een keurig ger-kamp met een eigen ger, een restaurant, wc's en douches. Misschien toeristisch, maar veel comfortabeler dan een wigwam. We kunnen nu op een excursie naar de rendieren en natuurlijk doen we dat.
Met een groep gaan we op pad. We wandelen wel zeker ruim 500 m over de weg en dan ...., wat een geluk hebben we: links van het pad staan twee wigwams. En ja hoor, keurig opgesteld in een cirkel liggen 14 rendieren, allemaal netjes vastgebonden aan hun eigen paaltje. De twee mensen die er bij staan innen het geld: $ 3 voor een foto en $ 5 voor een video. Een leuk hertenkampje zo. Voor het hertenkamp is een heel circus van souvenirsstalletjes met sloffen, mutsen etc. van rendier-, kamelen- en schapenwol, sieraden en beeldjes uit steen en hout.
Iets achter de wigwam staat een toeristenbusje met ernaast een trekkerstentje. Dat moet van een argeloze toerist zijn die een toer heeft geboekt met 'Stay at the local rendeer-people'.

De rest van de dag wandelen we bij het meer en genieten van al het moois dat we zien. We zien een prachtige hop en een soort grote lijster blijft voor ons poseren in een boom. Ook in het meer zien we aardig wat vogels.

Beroerd

Na twee dagen bij het meer rijden we weer terug richting Moron om daarna naar het westen richting Russische grens te rijden. Op donderdag (9 augustus) vertrekken we bij Hovsgol Lake en op woensdag hopen we de grens over te gaan. De eerste dag is een korte rijdag naar Ervil Lake, een stukje voor Moron. Het wordt geen echte genietdag voor mij. Na de lunch voel ik me steeds beroerder worden, en als we bijna bij de overnachtingsplek zijn, maakt Tony een noodstop voor me. Overgeven, diarree, alles (in mijn gevoel van weken) komt er uit. Gelukkig zijn we bijna op de kampeerplek, waar ik me met moeite de bult op sleep om achter wat stenen verstopt te doen wat ik moet doen. Zodra de temperatuur het toelaat kruip ik de tent in. Eigenlijk heb ik kookbeurt, maar ik ben vrijgesteld. Rik kijkt me aan en zegt: 'Was je maar thuis, he'. Beter had het niet verwoord kunnen worden. 's Nachts hoef ik er niet uit en lig ik wel lekker warm. De volgende dag ben ik al een stuk beter te spreken en is het leed weer geleden.

Twee dagen later is Rik aan de beurt. Hij krijgt ernstige diarhee, voelt zich zo slap als een vaatdoek en heeft (wat nooit gebeurt), absoluut geen behoefte aan eten. De hele nacht woelt hij wat in bed, heeft koorts en doet geen oog dicht. Hij houdt het langer vol dan ik en is anderhalve dag ziek. Omdat het ook nog eens bloedheet is, en er ook nog een warme wind staat, maak ik flessen water met suiker en zoutoplossing. Niet lekker, maar uitdroging moeten we zien te voorkomen. Als hij aan de beurt is om te koken, lukt het me niet om hem te overtuigen dat hij mij dat moet laten doen. Een teken dat het weer beter gaat.

Op zulke momenten is reizen niet leuk. Al zitten de kraanvogel en de grondeekhoorn gearmd voor je tent, je hebt er geen belangstelling meer voor. Maar zodra het over is, ben je het al snel weer vergeten. Zulke dingen horen er nu eenmaal bij, al sla je ze liever over.

Wederom Moron

Overdekte markt Moron.

Overdekte markt Moron.

Terug naar de reis. Van Ervil Lake rijden we terug naar Moron. In Moron moeten alle kookgroepen boodschappen doen, omdat we de komende dagen niets tegenkomen en voorlopig alleen kamperen. Wat kunnen we zoal kopen in Mongolië? Het assortiment verse groenten en fruit is beperkt: aardappelen, uien, wortelen en kool zijn overal verkrijgbaar. Tomaten, paprika, komkommers, appels en watermeloen vind je af en toe en verder is er niets aan verse spullen. Brood en eieren zijn gemakkelijk te vinden, pasta en rijst ook. Verder is alles in pot of blik: fruit, groenten en (voor de Engels sprekende naties) augurken, paprika's en kool in het zuur.
Van tevoren waren we gewaarschuwd dat er in heel Mongolië geen closetpapier te krijgen was en Almaty pas de eerste echte stad was. We hebben dus voor de zekerheid onze meegenomen voorraad van 8 rollen aangevuld met 8 Chinese rollen. Hoe klein de winkels hier soms ook zijn en hoe beperkt het assortiment ook is, er is een ding wat ze allemaal verkopen: closetpapier. Ook in de ger-kamps is altijd closetpapier op het toilet. We gaan Almaty halen met een riante hoeveelheid toiletpapier.
Wat ons verder bij alle reizen opvalt is dat meneer Kitkat en Mr. Pringle-chips een wereldwijd netwerk hebben opgezet. Net als overal ter wereld kan je die hier ook krijgen.

Builenpest verdwenen?

Opnieuw terug naar de reis. In Moron moeten we over dezelfde brug terug, waar we zo ontzettend lang voor de gezondheidsinspectie hebben gestaan. Nu gaan we de goede kant op, nl. het geïnfecteerde gebied in en dat vindt niemand erg. Tot onze verbazing is er nu bij de brug helemaal niets meer te zien, geen officials aan tafels, en geen witte tenten. Dat betekent dat of de plaag bestreden is, of iedereen dood is, of het geld op is.

Opnieuw woestijn

Richting westen zien we opnieuw het landschap veranderen. De eerste dag komen we een dorpje tegen, het valt op dat we minder vee zien dan tot nu toe. De bergen worden kaler, we zien minder bos en de bomen zijn ieler. Ook de begroeiing wordt schraler. De volgende dag verandert het kale landschap opnieuw in woestijn. In dit gebied zien we ongelofelijk veel grote adelaars. We zien meerdere soorten die voor ons onmogelijk op naam te brengen zijn. Ook komen we een vosje tegen. Verder is het landschap vooral kaal, weinig vee, weinig bewoning, en ook de overal aanwezige marmotten en grondeekhoorns laten zich nauwelijks zien. De kamelen en hagedissen zijn weer teruggekeerd. Bloemetjes zien we nauwelijks meer, hier en daar liggen de kale, witte botten van een dood beest. Af en toe zien we een opgedroogd meertje.

Zondag kamperen we aan de rand van een zoutmeer (Khyasgar Nuur). Als we ons eenmaal geïnstalleerd hebben, steekt er een enorme zandstorm op. Het dekzeil van de truck (dient als afdak tegen zon en regen) waait bijna stuk, omdat de metalen palen omgeblazen worden en kan alleen door heel snel ingrijpen gered worden. De tentjes staan krom in de storm, en koken op houtvuur is nauwelijks te doen.

Zonsondergang Khyasgar Nuur.

Zonsondergang Khyasgar Nuur.

Dezelfde avond hebben we een van de mooiste zonsondergangen die we ooit gezien hebben. Links zie je de roze-rood gekleurde wolken voor de ondergaande zon, terwijl rechts een steeds breder wordende waaier van ribbelwolken alle tinten van wit, grijs en blauw heeft en voortdurend van kleur en patroon verandert. In het midden spelen kleine wolkjes voor een lucht met verschillende kleuren blauw.

Normaal is een zandstorm redelijk snel over, maar als we naar bed gaan, stormt het nog steeds en de tent is een grote zandbak. Als we in bed liggen, voelen we de storm rukken aan het tentzeil en de stokken. Het tentje bonkt en schudt onder al het geweld. Van slapen komt deze nacht niet veel. We zijn echt heel gezonde slapers, maar het gebulder en het flappen van de tentdoek en het geschud houdt je echt wel wakker. Het tentje doorstaat de storm kranig, ondanks dat de wind twee haringen los heeft weten te wringen.

Over de verdere route tot de grens, en de reis door Siberië volgende keer meer.

naar volgende pagina:
volgende: brief 09: Öskemen