Twaalfde rondzendbrief Peking - St Petersburg 2007
[verzonden op 13-9-2007 vanuit Samara, Rusland]
Gisteren hebben we de laatste grensovergang gehad: van Kazachstan naar Rusland en nu zijn we in Samara, een stad gelegen aan de Wolga. Maar voordat ik aan Rusland toe ben, valt er nog veel te vertellen. De vorige mail had ik jullie de visum-avonturen in Almaty al verteld, maar verder nog niets over Almaty.
Almaty
Almaty (vroeger Alma Ata) was vroeger de hoofdstad van Kazachstan, maar een aantal jaren geleden is die verplaatst naar Astana. Astana ligt veel noordelijker, ver weg van de grens met Kyrgystan en Oezbekistan en ver van het aardbevingsgebied.
In Almaty logeren we ver boven onze stand in een hotel met een enorme grote, luxe lobby, een receptie met wel drie of vier man personeel in uniform en een te dure bar in de hal. Het hotel heeft 26 etages en is volgens de beschrijving aardbevingsbestendig gebouwd. Dat hopen we dan maar op onze kamer op de 18e met prachtig uitzicht. Er zijn wel liften, maar daar word je een beetje nerveus van. Soms doen ze het wel, maar soms gaan alleen de deuren dicht (en niet meer open). We eindigen een keer op de 26e in plaats van op de 1e en een andere keer weigert de lift ons lager dan de 8e te brengen. We prenten de route naar de trap maar goed in ons hoofd.
Kathedraal Almaty.
De stad is aangenaam en doet Westers aan. De bewoners vormen een mengelmoes van verschillende rassen: Chinezen, Turken, Russen, Oezbeken, Indiërs, je ziet hier van alles (behalve Afrikaanse mensen). De winkels hier zijn enorm luxe, en in de meeste winkels ontbreken de prijskaartjes. Wel zien we een kok die potentiële klanten exclusieve hapjes en drankjes presenteert om de kledingaankoop aangenaam te houden. De enige prijs die we zien is voor afgeprijsde schoenen: bijna $ 400. Er is een keur aan restaurants waar je zonder meer veilig kan gaan eten.
Er zijn ook veel dingen te zien en te doen in de stad. Zo bekijken we het grote park met prachtige Orthodoxe kathedraal, helemaal van hout gemaakt. Ook gaan we naar het muziekinstrumentenmuseum, en de grote overdekte markt waar alles te koop is. Met de kabelbaan gaan we naar het park bij de televisietoren. Van daaraf heb je uitzicht over de stad en op de bergen. En natuurlijk bezoeken we het registratiekantoor, maar daar heb ik alles al over verteld.
Aksu Dzhabag National Reserve
Na drie dagen Almaty gaan we verder op pad richting westen. In twee dagen rijden we naar het Aksu Dzhabag National Reserve waar we voor drie nachten de tent op zetten. Hat landschap onderweg is nog steeds voornamelijk steppe. De temperatuur lijkt met de dag op te lopen. Overdag klimt de thermometer tot tegen de 40 graden Celsius en de zon is onbarmhartig heet en weet van zonsopgang tot zonsondergang van geen wijken. Om 6 uur 's morgens is het heerlijk, om half 8 is het heet en pas vanaf half zeven 's avonds wordt het weer aangenaam. 's Nachts is het aangenaam en gelukkig niet heet.
Het Aksu Dzhabag NR is 850 km² en al sinds 1926 een beschermd gebied. Er zijn 1400 soorten planten, waarvan wij veel variaties als tuinplant kennen, zoals tulpen en krokussen. Omdat het al eind augustus is, missen wij dat, maar in mei en juni moet het hier prachtig zijn.
Aksu Dzhabag National Reserve.
In het park mag je alleen wandelen met een gids. Voor onze groep zijn twee gidsen. De ene gaat voor de dagwandeling, de andere voor de halve dag. Wij zijn al niet dol op wandelingen in groepsverband, maar bij 38º C in de felle zon onbeschaduwde heuvels op- en afklimmen doen we zeker niet. Onder zulke omstandigheden raak ik min of meer oververhit en ga zo langzaam dat een 90-jarige met rollator me nog inhaalt. Ook Rik met zijn hoogtevrees wil hier niet in groepsverband. We gaan dus als (bijna) de hele groep weg is met zijn tweeën een klein ommetje maken. Niemand die dat merkt en dan mag het vast wel zonder gids. Overigens komt iedereen echt uitgeput terug van de dagtocht. Natuurlijk hebben ze een goede dag gehad, maar zelfs Ron, de doorgewinterde brandweerman die niet terugdeinst voor een bergje, heeft het over een 'hard day'. Alhoewel de gidsen alleen Russisch spreken en onderweg niets vertellen, is er toch wel een reden voor een gids. Bij de tenten zien we een slangetje en onderweg met wandelen vinden we berenpoep van een beer die erg veel besjes heeft gegeten. Helemaal ongevaarlijk is het park dus niet.Turkestan
Vanuit het park rijden we in een halve dag naar Turkestan. Turkestan is een heel andere stad dan Almaty. Je merkt er duidelijk de Turkse invloed; zo is de Turks-Kazachstaanse universiteit hier gevestigd. De stad is een bedevaartsoord voor moslims vanwege de grafmoskee van Hozda Achmed Yassani. Voor degenen die niet meteen weten wie dat is een toelichting. Hozda Achmed Yassani is in 1094 geboren in Yassi, de vroegere naam van Turkestan. Hij was een profeet, poëet en mysticus en rechtmatig opvolger van de profeet Mohammed. Omdat hij veel talen sprak en in gewone woorden moeilijke dingen uit kon leggen en ook nog eens eenvoudig leefde was hij bij iedereen zeer geliefd. Op 63-jarige leeftijd (leeftijd waarop Mohammed stierf) trok hij zich terug en leefde verder als kluizenaar. Toen al werd hij druk bezocht. Na zijn overlijden in 1166 werd hij met veel pracht in Yassi begraven.
Grafmoskee van Hozda Achmed Yassani.
Zijn grafmoskee raakte in verval, maar dankzij de goedgeefsheid en zorg van Tamerlane werd eind 14e eeuw een enorme grafmoskee ter ere van hem gebouwd. Tamerlane was dankbaar vanwege een overwinning en zijn aanstaande huwelijk. Het einde van de bouw van de grafmoskee heeft Tamerlane niet meer meegemaakt. Ook na Tamerlane zijn er nog restauraties geweest. Als wij er zijn staat de grote koepel in de steigers. Ook binnenin wordt volop gewerkt. In de centrale gebedsruimte staat een duizelingwekkend hoge steiger, waarop mannen op behoorlijk smalle plankjes bezig zijn om het plafond van de koepel weer netjes te maken.Ook vandaag de dag is Hozda nog erg populair. jaarlijks komen er vele bedevaartgangers. Drie keer een bedevaart naar Turkestan telt evenveel als een keer naar Mekka. Wat ons vooral opvalt zijn de vele bruidsparen (alle bruiden in traditioneel wit) die bij Hozda langs gaan. De grafmoskee staat inmiddels ook op de Unesco lijst van cultuurhistorische monumenten.
Na twee dagen vertrekken wij uit Turkestan voor vier rijdagen naar het Aralmeer. Het ontbijt in het hotel missen we de laatste dag bijna. Vanaf 8 uur kan je voor het ontbijt terecht, maar het restaurant blijkt dan nog gesloten. Wat blijkt: de sleutel is zoek en niemand kan hem vinden. Na een half uur wachten, komt er iemand op een snugger idee en loodst ons via de keuken naar het restaurant. Na het ontbijt is de sleutel weer terecht en mogen we via de gewone deur weer naar buiten.
Verdwalen is een kunst
We rijden nu naar het noord-westen. Onze eerste stop is bij Sauran, een ruïnestad. Sauran wordt al in de 10e eeuw genoemd als handelsstad. De stad is omgeven door zeven wallen en heeft een ondergronds systeem van waterkanalen, wat bij deze temperaturen bepaald slim is. Vanwege de ommuring hebben de Mongolen een maandenlang beleg nodig gehad, voordat ze de intussen uitgehongerde stad in konden nemen. De stad was een belangrijke handelsplaats op de zijderoute. Vanwege de gunstige ligging had ook Tamerlane er belangstelling voor. Hij maakte er zijn belangrijkste militaire post van. Vanaf de 18e eeuw is Sauran in verval geraakt door de opkomst van de zeeroutes naar India. Dankzij het droge klimaat zijn nu nog delen van de lemen ommuring te zien. Van de rest is weinig over. Er lijken wel restauraties uitgevoerd te worden, maar hoe actief dat gebeurt, weten we niet.
Het landschap is na Turkestan ook veranderd. De eerste dag denken we eerst in meer woestijnachtig gebied te komen, maar al snel wordt het groen. We rijden door een landschap dat gedomineerd wordt door hoge (ong. 2 meter) roze bloeiende struiken die nog het meest aan reuze-hei doen denken en enorme hoeveelheden wit vruchtpluis van de Clematis.
Ik was van plan om tot het Aralmeer niet meer zoveel te schrijven, jullie hebben waarschijnlijk toch geen tijd om te lezen. Maar het verhaal van Nel (in werkelijkheid is dit een Amerikaanse vrouw van een jaar of 60) moet ik jullie vertellen. Woensdag (5 september) hebben we opnieuw (na Joost) ernstige vertraging die volledig aan EEN groepslid te wijten is. Dit keer is niet iemand iets verloren, we hebben een compleet groepslid verloren.
Nel houdt van wandelen. Vaak vertrekt ze een half uurtje voordat Gisele vertrekt, die haar dan later weer oppikt. Ik heb diepe bewondering voor Nel, want meestal weet ik als ik uit de truck gestapt ben al niet meer waar ik vandaan kom. Laat staan dat ik het pad tot aan de hoofdweg en de goede kant (links, rechts) op de hoofdweg zou weten. Vandaag blijkt dat mijn bewondering voor Nel volledig onterecht is. Claire en Tony hebben aangewezen in welke richting het kanaal is waar we vandaan gekomen zijn. Bij het kanaal staat een grote elektriciteitsmast die je vanaf het kamp kan zien en vanaf het kanaal kan je de truck weer zien. Ze moet het rechte pad langs het kanaal volgen en daarbij het kanaal aan haar rechterhand houden. Bij aankomst bij de brug en de asfaltweg moet ze stoppen, omdat nog niet duidelijk is of we links of rechts gaan.
Ondanks mijn volledig afwezige richtingsgevoel had ik deze opdracht correct kunnen uitvoeren.
Het punt waar het mis ging.
Wij vertrekken met de truck en rijden naar de asfaltweg. Onderweg zien we Nel niet, en ook bij de brug is er geen Nel. We wachten even en rijden dan maar terug langs het kanaal. Bij de enige vertakking stapt brandweerman Ron uit om te voorkomen dat we haar mislopen. Bij de elektriciteitsmast en de afslag naar de kampeerplek stoppen we. Sacha gaat rondvragen, mensen zwermen in groepjes uit om Nel te zoeken en zo gaat de hele ochtend voorbij. Van Nel geen spoor. Bij de lunch van oude crackers (er zijn nu geen boodschappen gedaan) is iedereen toch behoorlijk ongerust. Nel is nu al 5 uur echt zoek. Na de lunch gaat de truck het pad waar een groep spoorzoekers een spoor heeft gevonden dat erg goed past bij Nel's schoenen. Een paar mensen blijft achter voor als Nel de truck gezien heeft of mensen haar erheen gewezen hebben. Als we op het pad rijden, vind ik het verloren tijd. Dit kan Nel niet gedaan hebben, want
ten eerste: het pad loopt van het kanaal af en niet erlangs
ten tweede: er zijn heel veel scherpe bochten die er gisteren niet waren
ten derde: er staan een paar boerderijen die er gisteren ook niet waren.
Zelfs zonder richtingsgevoel weet je dan dat je iets fout doet. Sacha heeft twee keer succes als hij gaat informeren. Bij de boerderij hebben ze haar gezien en mensen die in het veld bezig zijn ook. Allebei om ongeveer 10 uur. We halen de achterblijvers op, nog steeds geen Nel en het is al tegen half vier. Met een taxi als gids gaan we naar de politie in het vlakbij gelegen Kyzylorda. Politie inschakelen doe je niet meteen in Kazachstan, maar we weten nu niets beters meer. Bij de politie weten ze van Nel. Nel zit op de luchthaven. De taxi gidst ons nu naar het kantoor van Air Astana. Daar is Nel niet. Van dat kantoor is ze naar de immigratiedienst dichtbij gebracht. Om kwart voor vijf zien we Nel met links Sacha en rechts Claire aankomen. Nel is terecht!
Wat er gebeurd is? Nel heeft inderdaad het pad genomen met de bochten en boerderijen, is uiteindelijk te paard en per auto naar de stad gebracht en daar naar de politie gegaan. Ze is zelfs met een taxi naar een verlaten plek gereden met het verhaal dat ze ons gevonden hadden en wij van haar zouden weten. Ook zij is behoorlijk ongerust geweest.
Zou Nel hiervan geleerd hebben? We denken van niet. Wie wil er de volgende dag wandelen? Inderdaad: Nel, maar nu gaat Claire met haar mee. Soms lijkt het net het kamp met de verstandelijk gehandicapten: je mag best wandelen, maar de leiding gaat wel met je mee.
Volgende keer meer over onze verrassende avonturen bij het Aralmeer. Voor nu zijn jullie weer een beetje bij.