[4-9-2007, Sauran]
Na twee dagen vertrekken wij uit Turkestan voor vier rijdagen naar het Aralmeer. Het ontbijt in het hotel missen we bijna. Vanaf 8 uur kan je voor het ontbijt terecht, maar het restaurant blijkt dan nog gesloten. Wat blijkt: de sleutel is zoek en niemand kan hem vinden. Na een half uur wachten, komt er iemand op een snugger idee en loodst ons via de keuken naar het restaurant. Na het ontbijt is de sleutel weer terecht en mogen we via de gewone deur weer naar buiten.
We rijden nu naar het noordwesten. Onze eerste stop is bij Sauran, een ruïnestad. Sauran wordt al in de 10e eeuw genoemd als handelsstad. De stad is omgeven door zeven wallen en heeft een ondergronds systeem van waterkanalen, wat bij deze temperaturen bepaald slim is. Vanwege de ommuring hebben de Mongolen een maandenlang beleg nodig gehad, voordat ze de intussen uitgehongerde stad in konden nemen. De stad was een belangrijke handelsplaats op de zijderoute. Vanwege de gunstige ligging had ook Tamerlane er belangstelling voor. Hij maakte er zijn belangrijkste militaire post van. Vanaf de 18e eeuw is Sauran in verval geraakt door de opkomst van de zeeroutes naar India. Dankzij het droge klimaat zijn nu nog delen van de lemen ommuring te zien. Van de rest is weinig over. Er lijken wel restauraties uitgevoerd te worden, maar hoe actief dat gebeurt, weten we niet.
[4-9-2007, richting Qyzylorda]
Het landschap is na Turkestan ook veranderd. De eerste dag denken we eerst in meer woestijnachtig gebied te komen, maar al snel wordt het groen. We rijden door een landschap dat gedomineerd wordt door hoge (ong. 2 meter) roze bloeiende struiken die nog het meest aan reuze-hei doen denken en enorme hoeveelheden wit vruchtpluis van de Clematis.
Een kampeerplek zoeken valt niet mee. Overal staat het vol met hoge struiken. Uiteindelijk vinden we een redelijk begaanbaar terrein, maar dat is ommuurd en hoort bij een huisje. Sacha gaat vragen en de man is uiterst gastvrij en we zetten allemaal ons tentje op.