Bolivia 2006 > Santa Cruz en omgeving > naar Amboro Park
Amboro Park

[30-8-2006]

Foto: de jeep aan het begin van de spectaculaire afdaling naar het diepgelegen dal.

Laatste trip vanuit Santa Cruz gaat naar Amboro Park. Amboro Park ligt op redelijke afstand van Santa Cruz, en is daardoor relatief gemakkelijk te bereiken. Het bijzondere van Amboro is dat het zowel het hogere nevelbos, de drogere laagvlakte en het Amazonebasin bevat. Het park is door inspanning van biologen en natuurbeschermers (o.a. Noel Kempff) in 1984 uitgeroepen tot Nationaal Park, en in 1990 nog uitgebreid.
Ongelukkig genoeg zijn jagers, houthakkers en boeren aan alle kanten Amboro binnengedrongen, ondanks de officiële verboden. De anti drugactie van de VS heeft daar ook behoorlijk aan bijgedragen. In 1995 zijn de conflicten hoog opgelopen, en hebben al dan niet illegale boeren en jagers, toeristen en onderzoekers de toegang tot het park onmogelijk gemaakt. Aangezien er in dat jaar ook verkiezingen waren, heeft de regering 200.000 ha (ongeveer 1/3 van het park) weggegeven aan de boeren en andere gebruikers. Als je nu hoort over de problemen die een onbereikbaar park als Noel Kempff al heeft, houd je je hart vast voor zo’n veel centraler gelegen park.

Wij bezoeken het zuidelijke en hoogste gedeelte van het park met het nevelwoud. We kiezen hiervoor omdat we dit type bos nog niet gezien hebben. Andere reden om voor deze plek (Refugio los Volcanos) te kiezen is de foto van de refugio. Het hotel ligt in een heel groen dalletje (met verder helemaal niets en niemand) rondom omgeven door prachtige beboste bergen met daarboven kale puisten

Naar de refugio

[30-8-2006]

Foto: het lichtgroene vlekje in het midden is het dalletje met de refugio

Bijna een half uur te vroeg staat Carlos met de taxi klaar om ons naar Amboro Park te brengen. We rijden weer dezelfde weg als naar Samaipata, totdat we bij de afslag naar de Refugio zijn. Daar stappen we over in een jeep voor de laatste 4 km. klimmen en 3 km. dalen naar de Refugio. Hier is echt een jeep voor nodig. We klimmen eerst steil tegen de helling op. Van boven af kijken we naar de Refugio, die helemaal beneden in een dalletje ligt, omgeven door prachtig beboste hellingen. Daarna stuiteren we de diepte in over een met de hand uitgehouwen weg.

De Refugio, met Duitse eigenaar, ligt niet alleen prachtig, maar is ook prachtig. Een mooi wit gebouw met zes kamers. De kamers zijn zeer aangenaam: licht, schoon en netjes. We hebben een eigen badkamer, en ‘s avonds is er licht van de zonnepanelen of de generator.

Het paradijsje heeft één klein schoonheidsfoutje: als we op het terras bij de waterval koffie drinken zijn we voordat we het doorhebben volledig lek geprikt door gemene kleine mugjes. Ik heb 20 beten op één elleboog. Ergste is dat de bulten na één dag nog veel groter zijn geworden, en onbedaarlijk jeuken.

Tijdens de lunch komt een Engelsman met zijn (beetje) Engelstalige gids terug van zijn wandeling. Een echte vogelaar, die drie weken een birding tour met een groep Engelsen en Amerikanen heeft gedaan. De goede man heeft van Bolivia alleen de vogels gezien. Samaipata hebben ze zonder het één blik waardig te keuren overgeslagen, en het drukke marktje onderweg heeft alleen voor ergernis vanwege de vertraging gezorgd.
Ieder het zijne zullen we maar zeggen.

Na de lunch gaan wij met papa Pedro op pad. Pedro is de vader van Carlos, onze taxichauffeur, en tevens gids in het park. Benita, de zus van Carlos, en dochter van papa Pedro is kokkin, en doet de kamers. Pedro heeft goed door dat hij bij ons heuvel op, heuvel af ‘tranquilo’ moet doen, en dat we op te steile hellingen met niets er naast, niet meer verder willen met ‘subir y bajar’ (klimmen en dalen).

Het bos is prachtig, en zo heel anders dan in Noel Kempff. Allereerst zie je door het bergachtige terrein veel meer niveauverschillen in het bos. Verder zijn de bomen overdreven begroeid met epifyten, vooral orchideeën en bromelia’s. Jammer genoeg bloeien de orchideeën pas in september/oktober, maar mooi blijft het. Ook de bomen zijn anders. We zien veel boomvarens en veel varens in de ondergroei. De vogels en andere dieren lachen ons hier hoog in de boom achter dichte blaadjes uit. Ook al komen ornithologen van heinde en ver hier vogels kijken, wij zien af en toe een glimp van een wegvliegende vogel, een parkiet net voordat hij opvliegt en veel silhouetten hoog in de lucht van kleine papegaaitjes.

Het nadeel van een Spaanstalige gids en een Engelstalig vogelboek (dat eigenlijk voor het zuidelijk deel van Zuid Amerika is), is dat als je al wat ziet, je geen idee hebt wat het precies is. Zo wijst Pedro de Oekoo (fonetisch geschreven) aan. Zien we een uil, een koekoek? Hij was zo snel, echt goed hebben we hem niet gezien. Thuis wijst Pedro, op grond van de Engelse plaatjes een uil aan, die hier volgens de Engelse ornitholoog niet voorkomt. Maar ook al heten alle kleine papegaaiachtigen hier Lorito, en alle vlinders vlinder, het is er niet minder prachtig om.

Bijna een half uur te vroeg staat Carlos met de taxi klaar om ons naar Amboro Park te brengen. We rijden weer dezelfde weg als naar Samaipata, totdat we bij de afslag naar de Refugio zijn. Daar stappen we over in een jeep voor de laatste 4 km. klimmen en 3 km. dalen naar de Refugio. Hier is echt een jeep voor nodig. We klimmen eerst steil tegen de helling op. Van boven af kijken we naar de Refugio, die helemaal beneden in een dalletje ligt, omgeven door prachtig beboste hellingen. Daarna stuiteren we de diepte in over een met de hand uitgehouwen weg.

De Refugio, met Duitse eigenaar, ligt niet alleen prachtig, maar is ook prachtig. Een mooi wit gebouw met zes kamers. De kamers zijn zeer aangenaam: licht, schoon en netjes. We hebben een eigen badkamer, en ‘s avonds is er licht van de zonnepanelen of de generator.

Het paradijsje heeft één klein schoonheidsfoutje: als we op het terras bij de waterval koffie drinken zijn we voordat we het doorhebben volledig lek geprikt door gemene kleine mugjes. Ik heb 20 beten op één elleboog. Ergste is dat de bulten na één dag nog veel groter zijn geworden, en onbedaarlijk jeuken.

Tijdens de lunch komt een Engelsman met zijn (beetje) Engelstalige gids terug van zijn wandeling. Een echte vogelaar, die drie weken een birding tour met een groep Engelsen en Amerikanen heeft gedaan. De goede man heeft van Bolivia alleen de vogels gezien. Samaipata hebben ze zonder het één blik waardig te keuren overgeslagen, en het drukke marktje onderweg heeft alleen voor ergernis vanwege de vertraging gezorgd.
Ieder het zijne zullen we maar zeggen.

Na de lunch gaan wij met papa Pedro op pad. Pedro is de vader van Carlos, onze taxichauffeur, en tevens gids in het park. Benita, de zus van Carlos, en dochter van papa Pedro is kokkin, en doet de kamers. Pedro heeft goed door dat hij bij ons heuvel op, heuvel af ‘tranquilo’ moet doen, en dat we op te steile hellingen met niets er naast, niet meer verder willen met ‘subir y bajar’ (klimmen en dalen).

Het bos is prachtig, en zo heel anders dan in Noel Kempff. Allereerst zie je door het bergachtige terrein veel meer niveauverschillen in het bos. Verder zijn de bomen overdreven begroeid met epifyten, vooral orchideeën en bromelia’s. Jammer genoeg bloeien de orchideeën pas in september/oktober, maar mooi blijft het. Ook de bomen zijn anders. We zien veel boomvarens en veel varens in de ondergroei. De vogels en andere dieren lachen ons hier hoog in de boom achter dichte blaadjes uit. Ook al komen ornithologen van heinde en ver hier vogels kijken, wij zien af en toe een glimp van een wegvliegende vogel, een parkiet net voordat hij opvliegt en veel silhouetten hoog in de lucht van kleine papegaaitjes.

Het nadeel van een Spaanstalige gids en een Engelstalig vogelboek (dat eigenlijk voor het zuidelijk deel van Zuid Amerika is), is dat als je al wat ziet, je geen idee hebt wat het precies is. Zo wijst Pedro de Oekoo (fonetisch geschreven) aan. Zien we een uil, een koekoek? Hij was zo snel, echt goed hebben we hem niet gezien. Thuis wijst Pedro, op grond van de Engelse plaatjes een uil aan, die hier volgens de Engelse ornitholoog niet voorkomt. Maar ook al heten alle kleine papegaaiachtigen hier Lorito, en alle vlinders vlinder, het is er niet minder prachtig om.

we komen dichterbij
we zijn er
uitzicht vanuit refugio
bloeiende bromelia
wandeling bij refugio
steungevende wortels
vlinder
boom met epifyten
watervalletjes
rechtsonder de refugio