Rondzendbrieven Zuid-Oost Azië 2015-2016 > Rondzendbrieven > brief 5: Cambodja 3 - Laos 1
Vijfde rondzendbrief Zuid-oost Azië 2015-2016

Vijfde rondzendbrief Zuid-oost Azië 2015-2016

[Verzonden op 25-11-2015 vanuit Vientiane]

Jubileum

We hebben een heus jubileum te vieren! Dit wordt de 100e rondzendbrief sinds de eerste brief in 1996 bij de start van onze wereldreis! Rik is bezig om een website te bouwen en heeft onze reizen als onderwerp genomen. Hij heeft dus alle brieven geïnventariseerd en voordat we weggingen, bleken er 95 brieven uitgestuurd te zijn. De eerste tijd nog handgeschreven en in Nederland gekopieerd en doorgestuurd per post, daarna vanuit internetcafé's waar Rik de handgeschreven brieven dicteerde terwijl ik als een razende zat te typen. Inmiddels hebben we het kleine laptopje met tekstverwerkingsprogramma, zodat de brief alleen nog gekopieerd hoeft te worden naar de mail als er internet beschikbaar is. Nummer 100 begin ik op Don Khone eiland in Laos.

Stung Treng

Met de reis loop ik inmiddels een aardig eindje achter, dus tijd om de brief bij te werken. In de 99e brief heb ik verteld over ons verblijf in Banlung en de trekking daar. Vanuit Banlung rijden we in twee uur naar Stung Treng, ons laatste overnachtingsadres in Cambodja.

De laatste dagen in Cambodja zijn vol verrassingen. Natuurlijk hebben we een mooi programma van thuis, maar elke keer blijkt alles toch weer net anders. Het begint al met het vertrek uit Banlung. We hebben 13.00 uur 's middags na de lunch als vertrektijd door gekregen, maar na het ontbijt staat Kakada, onze chauffeur ons al op te wachten. We proberen af te stemmen hoe het zit. Kakada is reuze vriendelijk, maar organisatorisch en communicatief niet heel vaardig. Bovendien krijgen we de indruk dat hij het erg onbeleefd vindt om aan oudere mensen zoals wij, te vertellen hoe laat we iets gaan doen en wat er gepland staat, dus hij blijft voortdurend afwachten en ontwijkende antwoorden geven. Maar goed, we begrijpen dat het vanwege het programma van vanmiddag (tempelbezoek en boottocht) beter is om vroeger te vertrekken. Vinden wij ook goed, dus we vertrekken om half negen naar Stung Treng, waar we al ruim voor elf uur zijn. We vragen Kakada hoe het zit met de rest van het programma en begrijpen dat om 1 uur een gids komt. Met de gids gaan we dan eerst lunchen en daarna aan het programma beginnen.

Om 1 uur komt inderdaad de gids, die niets weet van een boottocht of een lunch. Hij heeft alleen de tempel op zijn lijstje staan. De boottocht is voor morgen. We vergelijken de programma's voor morgen en ook die stemmen niet overeen. Gelukkig spreekt deze gids goed Engels en na enig overleg zijn we er uit. In zijn programma staat een trip naar een waterval, het spotten van dolfijnen en een korte kajaktocht, terwijl wij voor dezelfde dag een hele dag kajakken hadden staan. Als je mij een dolfijn aanbiedt, ben ik natuurlijk al om en gezien onze vaardigheden op kajakgebied, lijkt een uur kajakken ruim voldoende. We gaan dus volmondig mee in het programma van de gids.

De gids – we noemen hem Tirvah, zo heet hij niet echt, maar wel ongeveer en we zijn zijn echte naam vergeten – neemt ons mee naar de ruïne van de Prasat Preah Ko, een tempel uit de 9e eeuw. Ruïne is een goed woord, want er staat alleen nog een klein stukje van een rode bakstenen toren met twee ruimtes overeind en de rest is, op een gehavende stier onder een afdakje na, verdwenen. Een prachtige blauwe gekko met bruine stippen vindt de ruïne geweldig om in te wonen en heeft zich diep in een spleet tussen de stenen verstopt. Tirvah neemt ons ook mee naar een nieuwere en een in aanbouw zijnde tempel. Daar horen we waarom boeddhistische tempels doorgaans zoveel pilaren hebben.

Er was eens een koning en die had een mooie, jonge dochter die goed bevriend was met de krokodil. Op zekere dag besloot de koning dat zijn dochter zou gaan trouwen, maar die wilde dat helemaal niet. Ze ging de krokodil om raad vragen en de goede krokodil bedacht een oplossing. Hij zou haar inslikken en in zijn maag vervoeren naar een veilige plek. Zo gezegd, zo gedaan. Helaas zagen de soldaten van de koning wat de krokodil deed en dachten dat de krokodil de prinses opgegeten had. De jacht op de krokodil werd ingezet, maar de krokodil was niet te vinden. De volgende dag baden de soldaten voor bamboeboten die de krokodil zouden kunnen vinden. De derde dag verschenen uit het niets de gevraagde boten, die de soldaten rechtstreeks naar de schuilplaats van de krokodil brachten. De jacht werd ingezet en uiteindelijk werd de brave krokodil gedood. Omdat de krokodil steeds had moeten vluchten voor de soldaten, had de prinses geen mogelijkheid gehad om weer uit de krokodil te kruipen en toen de buik van de dode krokodil werd opengemaakt, bleek de dochter niet opgegeten, maar door de te lange opsluiting wel overleden te zijn. De koning was diep bedroefd toen hij het nieuws hoorde en besloot een tempel te bouwen met 100 pilaren. Voor elke pilaar doodde hij een schone maagd van 18 lentes die onder de pilaar moest. Op het graf van zijn dochter werd de huid met vijf punten (vier poten en een staart) van de krokodil gespannen. En zo komt het dat tempels nog steeds veel pilaren hebben en dat boven een overledene een krokodillenvel hoort. Bij gebrek aan krokodillen gebruiken ze daar nu lappen stof voor. In de huidige praktijk wordt er nu vaak een witte vlag uitgehangen ten teken dat er iemand overleden is. De nieuwe tempel die gebouwd wordt, heeft 120 pilaren. De pilaren horen eigenlijk van hardhout te zijn, maar omdat het hardhout net als de krokodillen vrijwel onvindbaar is geworden en onbetaalbaar is, zijn de pilaren nu van beton. Enkele pilaren zijn wel van hardhout, die zijn geschonken door rijke families. Hun naam en het gedoneerde bedrag voor de pilaren (zo'n 350 dollar per hardhout stam) staan op de pilaar vermeld. Het doden van schone maagden is ook uit het programma geschrapt, niet omdat die ook uitgestorven zijn, maar vooral uit ethische overwegingen.

We praten met Tirvah nog over de bossen, de natuurparken en de houtkap in Cambodja. Alles verdwijnt in een hoog tempo naar Vietnam en via Vietnam voornamelijk naar China. In nationale parken is de houtkap illegaal, maar illegaal betekent alleen maar dat je de juiste persoon het juiste bedrag dient te geven en dan kan je ongestoord je gang gaan.

Ou Svay

Irrawaddy dolfijn

Irrawaddy dolfijn

Ons laatste dagje Cambodja is fantastisch. We rijden naar Ou Svay dat al redelijk dicht bij de Laotiaanse grens ligt. De weg ernaartoe is behoorlijk slecht. In het regenseizoen is het gebied vrijwel onbegaanbaar en wordt de weg kapot gereden door de grote trucks. In de droge tijd blijft dan een rode stoffige weg vol kuilen, diepe sleuven en hoge bergen zand en stenen over waar nauwelijks over te rijden valt. In Ou Svay stappen we aan boord van de boot om naar de diepe plek te gaan waar we – als we geluk hebben – de Irrawaddy dolfijnen kunnen zien. De Irrawaddy dolfijnen kunnen een grote variatie in zoutgehalte van het water aan en kunnen dus ook in brak en zoet water leven. De motor gaat uit om de dolfijnen niet te verstoren en we gaan liggen wachten. De eerste 20 minuten gebeurt er niets en we rekenen er al op dat we vandaag niets gaan zien, maar dan zegt Tirvah dat hij iets ziet. De volgende tien minuten blijft het stil en we verdenken Tirvah er al van dat hij maar wat geroepen heeft, maar dan zien we opeens ver weg iets opduiken en geleidelijk aan zien we er meer. Deze dolfijnen springen niet uit het water, maar komen steeds maar een beetje boven. Je ziet dus nooit een hele dolfijn tegelijk, maar steeds alleen maar stukjes die samen een dolfijn opleveren. Ze duiken steeds op verschillende plaatsen op. Je moet echt goed op blijven letten want ze zijn alweer weg voordat je we er erg in hebt.

Na de dolfijnen varen we door tot de Khonephapheng watervallen. Voor de watervallen gaan we aan land en wandelen we een stukje, eerst door het dichte bos op de oever en later over de weg. We leggen aan bij de 'woning' van een vissersfamilie. Het 'huis' bestaat uit een tafel met een zeil erboven. Ze wonen, slapen, eten en koken op de tafel aan de rivier. In de natte tijd verhuizen ze de tafel naar een hogere plek en leven ze daar. De vrouw is bezig visnetten te knopen en ze lijken totaal geen last te hebben van hun in onze ogen vrij beperkte woonvoorziening. De Khonephapheng watervallen strekken zich uit over een breedte van 1 km in de Mekong rivier en ze bereiken een hoogte van 15 m. Omdat ze zo breed zijn, kan je nooit de watervallen in zijn geheel zien en nu doen we een stukje dat nog in Cambodja ligt.

Terug in Ou Svay is het tijd voor onze kajaktocht. Voor mensen zoals wij die niet zo dapper zijn, een spannende onderneming. Allereerst zijn de kajaks erg plat en zit je er min of meer bovenop, waardoor je het gevoel hebt, dat je er zo vanaf kan vallen. Ten tweede is de stroming voor ons – er staat geen gevaarlijke stroming, maar wij zijn niets gewend – iets waar we erg aan moeten wennen. Door de stroming doet de boot helemaal niet altijd wat wij verwachten en willen. Als derde complicerende factor is er dan nog het drijvende bos. De waterstand van de Mekongrivier is in de regentijd meters hoger dan in de droge tijd en in de regentijd verdwijnen complete eilanden met bomen onder water. Nu in de droge tijd is het water al flink gezakt, maar hele stuken bos staan in het water. Het is verstandig om de kajak om in plaats van tegen de boom te sturen en dat vraagt stuurmanskunst. We zitten samen in een kajak – ik voor, Rik achter – en hoewel onze samenwerking doorgaans perfect is, valt er op het gebied van het kajakken nog veel te stroomlijnen. In het begin doen we ook maar wat en belanden we in bosjes en dreigen we tegen bomen op te varen en ik vind het in het begin eigenlijk maar doodeng. Na een poosje lukt het beter om koers te houden en de meeste bomen te omzeilen. Hoe krijgen we dat voor elkaar? De oplossing is simpel. Rik, een stuk handiger met dit soort dingen dan ik, gebruikt de peddel en ik doe waar ik goed ik ben: helemaal niets. Ik zit doodstil met een overbodige peddel in mijn handen om me heen te kijken. Als we uit het bos zijn op de brede rivier zonder iets om tegenop te varen, doe ik weer even mee. Heel bijzondere tocht zo met de kajak tussen de bomen door. Met de kajak gaan we alleen met de stroom mee, terug naar het uitgangspunt tegen de stroom in, brengt de motorboot ons weer.

Cambodja en Vietnam

Ook Cambodja zit er nu bijna op en ook hier hebben we weer veel gezien en opgestoken. Als we Vietnam en Cambodja vergelijken, valt er een aantal dingen op. Allereerst valt al het afval dat overal in Cambodja ligt op als je het land binnenkomt. In Vietnam zag je ook wel wat, maar hier ligt echt overal troep. Verder is Cambodja veel en veel armer dan Vietnam. De Rode Khmer heeft het land in 1979 totaal verwoest achtergelaten en door de enorme corruptie is het land daar nog steeds niet van hersteld. Ook de mensen zijn anders. Niet alleen qua uiterlijk – in Cambodja zijn de mensen donkerder van kleur en veel mensen hebben een steviger en breder postuur dan de tengere Vietnamezen – maar ook qua instelling. In Vietnam lijkt iedereen bezig met zijn handeltje, hoe klein dan ook. In Cambodja lijkt uitstellen tot morgen altijd een betere optie. We zien vrijwel overal mensen zomaar ergens liggen slapen. In Vietnam hebben we veel gehoord over wat de regering doet voor de bevolking aan scholing, gezondheidszorg en het mogelijk maken van lokale wegen. In Cambodja horen we alleen maar over de corruptie van Hun Sen en zijn CPP die al sinds 1993 de touwtjes stevig in handen hebben. Er is geen enkele vorm van uitkering en je ziet hier dus ook veel bedelaars. In Vietnam hebben we dat niet gezien. In principe geven we geen geld aan bedelaars, maar hier krijgen oude mensen en mensen die wat ledematen missen wel geld van ons, omdat je weet dat ze echt niets hebben. Kinderen krijgen nog steeds helemaal niets, want ook in Cambodja heb je 'kinderpooiers' die kinderen exploiteren om te bedelen. Wat in beide landen hetzelfde is, is de opgewektheid en vriendelijkheid van de mensen. We hebben in al die dagen nog niemand ontmoet die niet aardig was.

Eigenlijk moet ik nog een verhaal over Cambodja vertellen. Tijdens een van onze transfers hebben we een chauffeur die vloeiend Engels spreekt en waarvan we heel veel horen over het land en hoe het land georganiseerd is. Echt een leerzame rit. De man is ook vol lof over de voormalige koning, Norodom Sihanouk, die in 2012 tot groot verdriet van de hele natie overleden is. Hij vertelt dat er na het overlijden van de koning vanuit China gebeld was vanwege een zeer bijzonder fenomeen. Die nacht was in de maan het gezicht van Norodom Sihanouk te zien. Hij wilde het eerst niet geloven, maar een goede vriend overtuigde hem toch ook goed te kijken. En inderdaad, hij neemt ons niet kwalijk als we hem niet geloven, maar in de maan was werkelijk het echte gelaat van de koning te zien. Kijk, zo'n verhaal verbaast je dan weer.

Probleem bij grens Cambodja-Laos

Na een dagje Stung Treng met dolfijnen en kajaktocht, rijden we weer over de slechte weg, maar nu gaan we richting grens Laos. Bij de grens stappen we met bagage uit en zwaaien Kakada gedag. Aan de Cambodjaanse kant krijgen we onze uitstempels waar we twee dollar p.p. voor moeten betalen. Laos in is duurder, want ook voor Laos moeten we bij de grens een visum kopen. De grenspost is uitgestorven dus we zijn gelijk aan de beurt en het visum krijgen we snel. Maar aan een visum alleen heb je niets, je moet ook veel stempels krijgen. Opnieuw willen ze daar geld voor zien. Bij het visumloket hangt een keurige lijst met de prijs van de visa per land en er hangt een papiertje dat bovenop de visumkosten nog 1 dollar fee betaald dient te worden. Heb je je visum, schuif je een loketje door voor de stempels. Daar hangt geen briefje, maar opnieuw willen ze twee dollar p.p. hebben. We weten zeker dat we opgelicht worden, want zowel ons geld als het wisselgeld verdwijnt in en komt uit de portemonnee in de broekzak van de douaneman. We weten heus veel trucs tegen dit soort praktijken (naam vragen en opschrijven, bon vragen, omdat jouw regering dan bij hun regering kan checken of het klopt, naar de baas vragen enz. enz.), maar we zien daar voor dit bedrag vanaf. Ze kunnen het je, nu we hier met z'n tweeën staan, zonder gids of fixer, knap lastig maken met fout ingevulde briefjes, doorzoeken van bagage, foute pasfoto's en verzin het maar. We doen maar even mee met het smeergeldsysteem.

De grenspost is rustig. Er is niemand. Ook niemand om ons op te halen. We hebben Laos nu gehaald en staan met alle bagage bij een verlaten grenspost zonder een cent lokaal geld op zak. Er is wel iemand geweest die bij ons navraag kwam doen, maar die had volstrekt andere namen op zijn papier en een andere bestemming voor ogen. Aangezien die man er nog steeds is en een beetje Engels spreekt, besluiten we dat hij onze hulplijn wordt. We zoeken het telefoonnummer van de lokale agent en vragen of hij die wil bellen om te zeggen dat we bij de grens staan. Hij krijgt ze niet te pakken en snapt ook niets van het telefoonnummer. Zulke nummers hebben ze in Laos niet. Na wat vergeefse pogingen, zoeken we het telefoonnummer van het hotel erbij en vragen of hij dat dan wil bellen en het hotel wil vragen de agent te bellen. Nu hebben we meer succes. Hulpverlener krijgt het hotel aan de lijn en brengt – denken we, verstaan kunnen we niets – ons probleem over. Hij deelt ons mee dat er met tien minuten iemand komt. We wachten rustig af. Na een half uurtje komt een soort regelaar die bij de grens lijkt te horen, vragen of alles wel in orde is. We leggen hem uit wat er aan de hand is. Hij zegt ons nog 20-30 minuten te wachten en als er dan nog niemand is, gaat hij iets voor ons regelen. Dat is in ieder geval prettig. We snappen nu ook waarom we de lokale agent niet konden bereiken. Die doet zowel Laos als Thailand en – vertelt regelaar – het telefoonnummer dat we hebben is een Thais nummer.

Na in totaal een klein uur wachten, stopt er een busje en de chauffeur noemt de naam van ons hotel. Dat klinkt al beter, maar we hebben een heel excursie programma voor we naar het hotel gaan (ander punt van de Khonephapheng watervallen), dus we willen niet rechtstreeks naar het hotel. De chauffeur spreekt geen woord Engels, maar na herhaald 'waterfall', knikt hij en herhaalt 'waterfall'. Omdat we toch niet bij de grens kunnen blijven staan, bedanken we hulpverlener en regelaar en stappen we in. We rijden nu inderdaad naar de waterval waar de chauffeur wijst op het loket en zegt 'pay ticket'. Nee dus, want de waterval zit gewoon in het pakket. Als we drie keer nee hebben gezegd, mogen we zonder betalen naar binnen. Dit stuk van de watervallen is nog indrukwekkender dan wat we gisteren gezien hebben en er loopt een lang wandelpad langs. Als we er lopen horen we opeens 'Hi Hendrik'. Onze gids, Sang, is er. Hij spreekt Engels, legt uit dat er een misverstand was tussen beide lokale agenten en dat hij er daarom niet op tijd was. Ter compensatie krijgen we vanmiddag een sunset tour aangeboden. Niet echt nodig, maar altijd leuk.

Bij de watervallen is een tempel met veel bloemen ervoor. We zien een lange glazen kist waar iets in ligt en denken met een liggende Boeddha van doen te hebben, maar als we goed kijken, zien we dat er een dode boom (met ventilator) in de vitrine ligt. Sang legt later uit, dat de boom jarenlang middenin de waterval heeft gestaan en nu een heilige boom is vanwege zijn kracht en daarom vereerd wordt. Zo zie je maar, het maakt niet uit wat je aanbidt, als je er zelf maar in gelooft, helpt het vast altijd. Na een heerlijk kopje echte koffie bij de watervallen rijden we naar Ban Nakasang waar we de ferry nemen naar Don Khone eiland waar we de twee eerste nachten in Laos verblijven.

Over Laos

Maar voordat ik verder ga met mijn verhaal eerst wat feiten over Laos.

Laos is het enige land in Pacifisch Azië dat geen kustlijn heeft. Het land heeft een oppervlakte van 236.800 km² en is daarmee bijna 6 keer zo groot als Nederland. Het dicht beboste landschap bestaat grotendeels uit erg ruw bergachtig terrein – waaronder het Annamitisch gebergte – met hier en daar wat vlakke gebieden, voornamelijk rondom de rivier de Mekong. Het klimaat is tropisch en het land kent twee seizoenen, een nat en een droog. Wij zitten nu in het droge seizoen.

In de 14e eeuw ontstond het Laokoninkrijk Lan Xang (of Lan Xang Hom Khao), het rijk van de miljoen olifanten en de witte parasol, gesticht door de legendarische Fa Ngum. Hij won het vertrouwen van vorstendommen langs de Mekong en breidde het koninkrijk flink uit. Om onduidelijke redenen is hij afgezet door zijn zoon Samsenthai, ook wel Un Heuan genoemd. Die consolideerde de macht met een sterk leger en door zich in te trouwen in andere koninklijke families. Samsenthai regeerde 43 jaar en maakte het land tot een belangrijk handelscentrum. Na zijn dood verviel het land in met elkaar strijdende partijen en dat duurde zo’n 100 jaar voort. In 1505 kwam Photisarath aan de macht en hij verplaatste de hoofdstad van Luang Prabang naar Vientiane om invallen vanuit Birma te voorkomen. Nadat zijn vader vermoord was, werd in 1548 Setthathirat koning. Hij gaf opdracht voor de constructie van That Luang, dat het symbool van Laos zou worden. Op de terugweg van een militaire expeditie naar Cambodja, verdween Setthathirat ergens in de bergen en Lan Xang raakte snel in verval.

Pas in 1637, onder Sourigna Vongsa lukte het om Lan Xang opnieuw uit te breiden en zijn regeerperiode wordt vaak beschouwd als de gouden eeuw van Laos. Hij overleed zonder opvolger en het rijk viel uiteen in drie koninkrijken: Luang Prabang, Vientiane en Champassak. Tussen 1763 en 1769 annexeerde het Birmese leger Luang Prabang, terwijl Champassak in Siamese handen kwam. Chao Anouvong werd door de Siamezen als vazal-koning geïnstalleerd in Vientiane. Hij stimuleerde de kunst en de literatuur en verbeterde de betrekkingen met Luang Prabang. Onder druk van Vietnam kwam hij in opstand tegen de Siamezen. Dat mislukte jammerlijk; Vientiane werd geplunderd en Anouvong werd gevangen gezet in Bangkok, waar hij overleed. De rest van de eeuw had het Siamese hof het zuiden van Laos aan weerszijden van de Mekong in handen, terwijl de pas aan de macht gekomen Nguyendynastie het noorden van Laos overnam.

In de late 19e eeuw werd Luang Prabang geplunderd door het Chinese Zwarte Vlag Leger. Frankrijk bevrijdde koning Oun Kham en voegde Luang Prabang toe aan zijn Protectoraat Frans Indochina, kort daarna gevolgd door de koninkrijken Champassak en Vientiane. Koning Sisavang Vong werd leider van het verenigd Laos en Vientiane werd opnieuw de hoofdstad. Laos was voor Frankrijk vooral van belang als bufferstaat tussen het onder Engelse invloed staande Thailand en de economische belangrijke Franse protectoraten Annam en Tonkin in Vietnam. De Fransen introduceerden het ‘corvée’ in Laos, waarbij iedere man tien dagen per jaar ten dienste van het protectoraat moest werken. Laos produceerde tin, rubber en koffie, maar heeft nooit meer dan 1% aan de Franse export uit Indochina bijgedragen.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog bezetten groepen uit Thailand, Japan, China en Franse vrijheidsstrijders Laos. Op 9 maart 1945 riep een nationalistische groepering de onafhankelijkheid uit met Luang Prabang als hoofdstad. Op 7 april bezetten Japanse troepen de stad en probeerden Sisavang Vong de onafhankelijkheid uit te laten roepen. In plaats daarvan kondigde hij het einde van het Franse protectoraat af. Na de capitulatie van Japan riepen nationalisten de onafhankelijkheid van Laos uit, maar begin 1946 hadden Franse troepen het land weer onder controle en stonden Laos beperkte autonomie toe. Tijdens de Eerste Indochinese Oorlog vormde de Indochinese Communistische Partij de Pathet Lao weerstandsbeweging, die met hulp van de Vietnamese onafhankelijkheidsbeweging (Viet Minh) een oorlog begon tegen de Fransen. In 1950 erkende Frankrijk Laos als een geassocieerde staat binnen de Franse Unie en op 22 oktober 1953 verkreeg Laos zijn volledige onafhankelijkheid als constitutionele monarchie. In 1954 werd tijdens de Genève conferentie de vrede getekend.

In het Koninkrijk Laos bestond een fragiel evenwicht tussen drie prinsen: een linkse, een neutralistische en een rechtse. Doorgaans was de neutralistische prins premier minister. In 1960 braken, tijdens opstanden in het Koninkrijk Laos, gevechten uit tussen het Laotiaanse leger en de door het communistische Noord-Vietnam en de Sovjet Unie gesteunde Pathet Lao guerrilla’s. De rechtse regering werd door een militaire staatsgreep onder leiding van de jonge officier Kong Le omvergeworpen. De rechtse generaal, Phoumi Novasan lanceerde een tegenaanval om een einde te maken aan de communistische guerrilla. Hij kreeg militaire steun van de Verenigde Staten. Zo begon de Tweede Indochinese Oorlog, de Vietnamoorlog. Laos vervulde een sleutelrol in de Vietnamoorlog; een deel van Laos was bezet door Noord-Vietnam als aanleveringsroute in de oorlog tegen Zuid-Vietnam. In reactie daarop voerde de VS bombardementen uit, steunde (on)georganiseerde anticommunistische groeperingen in Laos en steunde Zuid-Vietnamese invallen in Laos.

In 1968 voerde het Noord-Vietnamese leger op meerdere fronten een aanval uit om de Pathet Lao te helpen in hun strijd tegen het Laotiaanse leger. Het leger raakte daardoor grotendeels gedemobiliseerd en er bleven strijdende etnische groepen over die het conflict probeerden te beslechten. De VS voerde massieve luchtbombardementen uit tegen de Pathet Lao en het oprukkende Volksleger van Vietnam om de ondergang van Laos te voorkomen en om te voorkomen dat de vijand de Ho Chi Minh Trail (bevoorradingsroute van het leger) zou gebruiken. De bommenregen van de VS maakte Laos tot het meest gebombardeerde land ter aarde. Boven Laos werden meer bommen afgeworpen dan in de Tweede Wereldoorlog op Duitsland en Japan samen.

Kort na de Tweede Indochinese Oorlog grepen de communistische en neutrale groeperingen (de Pathet Lao samen met het Volksleger van Vietnam gesteund door de Sovjet Unie) in het jaar 1975 de macht en riepen op 2 december 1975 de Democratische Volksrepubliek Laos uit. Koning Savang Vatthana en koningin Khamphoui traden af. Ze werden samen met kroonprins Vong Savang opgesloten in een interneringskamp. De koning stierf er op 13 mei 1978. Ook de koningin en de kroonprins overleden in gevangenschap. De jongste zoon van de koning, prins Sauryavong Savang, levend in ballingschap, treedt op als hoofd van de familie in naam van de in 1963 geboren kroonprins Soulivong Savang, zoon van de overleden kroonprins. De rest van de koninklijke familie is waarschijnlijk vermoord of overleden door de slechte behandeling in gevangenschap. Tussen de 20.000 en 70.000 Laotianen kwamen om tijdens de oorlog.

Op 14 augustus 1991 nam de volksassemblee van Laos voor het eerst sinds het overnemen van de macht door de communisten een motie aan. Op basis van zware economische problemen en de ineenstorting van de Sovjet Unie ging Laos een openings- en hervormingsbeleid voeren met als doel de planeconomie te vervangen door een gemengde economie.

Laos is samen met Noord-Korea, China, Cuba en Vietnam een van vijf overgebleven communistische staten met de Revolutionaire Laotiaanse Volkspartij (LPRP) als enige legale partij. President Choummaly Sayasone is tevens secretaris generaal van de LPRP. Belangrijke beslissingen worden genomen door de Raad van Ministers. Vietnam heeft nog steeds veel invloed op het politbureau van Laos. De eerste grondwet stamt uit 1947 waarin Laos omschreven stond als onafhankelijke staat binnen de Franse Unie. In 1991, toen de communistische Republiek uitgeroepen werd, werd een nieuwe grondwet van kracht waarin aan de partij een ‘leidende rol’ wordt toegekend. De meest recente verkiezingen voor de Nationale Assemblee met inmiddels 132 leden heeft in 2011 plaats gevonden.

Laos kent grote milieuproblemen, met bovenaan ontbossing door houtkap en daarnaast enorme plannen voor waterkrachtcentrales, buitenlandse vraag naar wilde dieren, traditionele medicijnen en een groeiende populatie. Laos is de bouw van de omstreden Xayaburi Dam in de Mekong rivier begonnen zonder de formele goedkeuring. De nadelige effecten van deze dam gaan 60 miljoen mensen in Vietnam, Cambodja en Laos treffen. Geschat wordt dat het Volksleger van Vietnam samen met het Volksleger van Laos jaarlijks 500.000 m3 hout kappen dat al dan niet verwerkt via Vietnam wordt geëxporteerd. In 1993 heeft Laos 21% van het land gereserveerd voor instandhouding van habitats en natuurbehoud. In hoeverre ze zich daar werkelijk aan houden, valt voor ons niet te controleren, maar ook hier is voor geld vast veel te regelen.

Don Khone

Zonsondergang bij Don Khone

Zonsondergang bij Don Khone

Terug naar Don Khone eiland waar ik deze brief begon. Don Khone eiland is een van de vele eilandjes in de Mekong rivier behorend tot Si Phan Don, ofwel de 4000 eilanden. Het is een mooi en rustig eiland waar ondanks het gebrek aan strand veel toeristen een paar daagjes komen relaxen. Vanaf het eiland kan je uitstapjes maken naar de dolfijnenplek, wat we opnieuw doen. Ook deze keer zien we – ook weer na een lange tijd geduldig wachten – de dolfijnen. De 1 km lange Khonephapheng watervallen maken de Mekong rivier onbevaarbaar en de Fransen zochten naar een uitweg om dat te omzeilen. Weliswaar is de Mekong rivier veel breder (12-15 km) dan de watervallen, maar waar geen watervallen zijn, is de doorgang of te smal of te ondiep. De Fransen besloten om een treinverbinding aan te leggen van de punt van Don Khone naar de punt van Don Det, een traject van in totaal 12 km lang, om zo de watervallen te omzeilen. Van het spoortraject is nu weinig meer over. Je kan aan beide kanten nog het eindstation en de kade naar het water zien en er zijn nog twee verroeste locomotieven op Don Khone. De rails zijn verdwenen, maar de spoordijk doet nog steeds dienst als weg. Tussen Don Det en Don Khone hebben de Franen een stevige stenen spoorbrug aangelegd en ook die doet nu nog dienst als verbinding tussen de twee eilanden.

Een favoriet vervoermiddel op het eiland is de fiets en overal kan je dan ook voor weinig geld (1,25 dollar) fietsen huren. Na de ochtendexcursie met de gids, huren wij voor 's middags ook een fiets. De kwaliteit van de fietsen laat erg te wensen over en zijn ze voor mij al aan de lage kant, Riks knieën zitten zo ongeveer ter hoogte van zijn oren. Maar ze hebben nog een ander model dat groter is. Nadeel is wel dat die fiets geen remmen heef, maar uiteindelijk vinden ze er een met remmen en op de hoogste stand is die nog te doen voor Rik. Het is leuk om zo vanaf de fiets het landelijke leven op het eiland te bekijken en via de oude spoorbrug ook Don Det te verkennen. Erg hard gaan we niet, want mijn fiets is niet vooruit te branden en loopt vreselijk aan en de zanderige wegen zitten vol stukken steen die met hun scherpe, uitstekende punten elke voortgang belemmeren, maar goed we hebben ook geen haast vandaag.

Na de tocht achterop de motor en de kajaktocht denken we veilig op een fiets het gevaar achter ons te hebben gelaten, maar dat blijkt een misvatting. Als we bijna terug zijn bij de fietsverhuur, blokkeert plotsklaps mijn voorwiel. Mijn achterwiel wil graag door, kan niet vooruit en gaat de lucht in, mijn rugzakje vliegt uit het voormandje en ik sta met fiets en al dwars op de weg. Met zo'n manoeuvre had Rik ook geen rekening gehouden, dus die knalt tegen mijn fiets op, maar valt gelukkig ook niet. Wat is er aan de hand? De bouten van mijn voormandje zijn eruitgevallen en mijn voormandje dat gescheurd is, is voorover geslagen, vol op het voorwiel dat daardoor niet meer kan bewegen. Gelukkig zijn zowel de fietsen als de weg van een dusdanig slechte kwaliteit dat we wel langzaam moeten rijden en we met de schrik vrij komen. Bij een normale snelheid had dit heel wat slechter af kunnen lopen. Van fietsen is vanwege het mandje geen sprake meer, dus we lopen het kleine stukje door naar de fietsverhuur, waarbij ik steeds met een hand het mandje vast moet houden. De mevrouw van de fietsverhuur is absoluut niet onder de indruk van ons verhaal. Ze lacht wat en haalt haar schouders op als we uitleggen wat er gebeurd is. Ach ja, zulke dingen gebeuren nu eenmaal. Ze komt niet op het idee om zich te verontschuldigen voor de kwaliteit van de spullen of iets van dien aard. Waarschijnlijk vindt ze het al zonde genoeg dat de fiets gerepareerd moet worden. We vermoeden eerlijk gezegd dat de bouten er gewoon weer ingeduwd worden en er volgende keer weer opnieuw uitvallen.

Wat Phu en Bolaven Plateau

We zeggen het eiland vaarwel, varen met de ferry weer naar Ban Nakasang en stappen daar in de auto voor de tocht naar de Wat Phu tempel en het Bolaven plateau.

De Wat Phu tempel, die sinds 2001 op de werelderfgoedlijst staat en de grootste archeologische site van Laos is, ligt op de berg die vroeger Lingaparvati en nu Phu Kao heet. De berg werd als heilig beschouwd vanwege de linga-vormige uitstulping op de top. De linga – een soort fallussymbool – is het belangrijkste symbool van Shiva en de berg werd daarom gezien als het huis van Shiva. Al in de vijfde eeuw was er op de plaats van de huidige Wat Phu tempel een tempel, maar de restanten die er nu zijn stammen uit de 11e – 13e eeuw toen het gebied deel uitmaakte van het Khmerrijk. Omdat tijdens het Khmerrijk het geloof van Hindoeïsme overging naar Boeddhisme, zijn net als bij de andere Khmertempels, beide invloeden goed terug te vinden. Net als Preah Vihear is het complex in de lengterichting gebouwd. Je begint beneden met twee restanten van paleizen – de naam paleis is misleidend, want niemand weet wat precies de functie van de gebouwen was – en loopt dan via een serie steile trappen naar het heiligdom helemaal bovenaan de klif. Op een deel van het traject zijn de stenen als een soort schubben over elkaar gelegd. Die stellen zo de heilige slang, bewaker van de oceaan, voor. In het heiligdom is een nog in gebruik zijnde boeddha tempel. Achter het heiligdom zie je hoe het water uit de berg in een goot druppelt en via een kanaal in een yoni stroomt. De yoni ziet eruit als een vierkanten bak met een randje met op één plaats een tuitje en symboliseert het vrouwelijk geslachtsorgaan. Het water van de berg is heilig water en als je je daarmee wast of ervan drinkt werkt dat heilzaam en voel je je sterk en gezond. Wij hebben het heilige water niet uitgeprobeerd. Steenhouwers zijn hier ook flink bezig geweest en in de grote stenen zien we de driekoppige olifant (Ganesha), een slang en de krokodil uitgehouwen.

De site is veel georganiseerder dan de sites in Cambodja. Er zijn duidelijke folders in verschillende talen, er is een restaurant, keurige toiletten en een elektrisch wagentje om je over de lange weg naar het begin van de site te rijden. Ook is er een museum waar veel beelden van de site nu veilig ondergebracht zijn met erg goede informatie in drie talen.

Vanaf Wat Phu rijden we via Pakse richting Paksong. Onderweg stoppen we nog bij twee watervallen en een koffie- en theeplantage om te kijken wat ze daar allemaal doen. Zo'n 15 km voor Paksong stoppen we bij ons resort met eigen waterval op het Bolavenplateau. Het Bolavenplateau is een hoogvlakte in het zuiden van Laos. Vanwege de ligging op 1000 m is het klimaat er een stuk aangenamer (minder heet) dan in de lagere delen. Het Bolavenplateau is beroemd om zijn vele, prachtige watervallen, zijn overal groene natuur en zijn door de Fransen geïntroduceerde koffie en thee.

Het verblijf is er dan ook uiterst aangenaam. Op ons resort heerst Mr. Scott. Deze Mr. Scott is een jongeman van een jaar of 20 die ons bij de receptie ontvangt en ons naar de kamer begeleidt. We gaan met het jeepje naar ons eigen huisje met terras en onderweg vertelt Mr. Scott ons alle regels van het huis. We moeten erg aan zijn Engels wennen, want hij heeft het over – denken wij – een buffet, maar het blijkt te gaan over het ontbijt (breakfast). Op het activiteiten programma van het hotel staat een trekking met 'bird watching, flora and fauna and local villages'. We gaan terug naar Mr. Scott en vragen naar de bird watching tour. Hij begrijpt ons niet. We proberen tour, trip, excursion, maar bij Mr. Scott blijft het vraagteken hangen. We pakken het formulier erbij. Ah, nu hebben we contact, we bedoelen de trakkun (trekking). Maar nee, bird watching. Mocht je een vogel tegenkomen kan je ernaar kijken, maar nee als er al voor morgen een gids is, weet die niet echt iets van vogels. Zo'n eerlijk antwoord is fijn. We gaan gewoon saampjes op stap.

Als we later in het restaurant komen, heeft Mr. Scott een boodschap voor ons, De lokale agent heeft gebeld. Mr. Scott belt voor ons terug, zodat wij de agent kunnen spreken. Als we toe zijn aan eten bestellen, bemiddelt Mr. Scott tussen ons en de meisjes van de bediening die geen woord Engels spreken of begrijpen. De volgende ochtend bij het ontbijt bakt Mr. Scott de pannenkoeken en serveert die uit en vraagt voortdurend of we nog dingen bij willen hebben. Ook nu instrueert hij de meisjes wat ze moeten doen. Als we weggaan voor de wandeling en de sleutel bij Mr. Scott inleveren, raadt hij ons een wandeling aan en verzekert ons ongevraagd dat de kamer schoongemaakt wordt. Zo jong als hij is, Mr. Scott houdt alles in de gaten en zorgt dat het zijn gasten aan niets ontbreekt.

Geen fabrieksauto

Geen fabrieksauto

's Ochtends maken we een wandeling in de buurt. Heerlijk om zo samen rustig rond te kijken en te genieten van alle plantjes en vlinders die we onderweg zien. Vogels laten zich weinig zien. Wandelend langs de weg kunnen we ook alle bedrijvigheid bij de huizen – veel mensen zijn al bezig met het drogen van de eerste koffieoogst – en langs de weg zien en fotograferen. 's Middags is de temperatuur buiten zo aangenaam dat we een heuse vrije middag op het terras vieren. Even tijd voor de rondzendbrief.

Morgen nemen we afscheid van Mr. Scott en vliegen we als het goed is naar Vientiane. Daar ga ik proberen de brief versturen. Voordat ik af ga sluiten nog even een bedankje aan iedereen voor de reacties en mails die we krijgen. Door de beperkte tijd en het af en toe moeizame internet, lukt het meestal niet om op de mails te reageren, maar we vinden het wel erg leuk om ze te ontvangen en te lezen.

naar volgende pagina:
volgende: brief 6: Laos 2