[12-9-1998]
Monkey Mia is bepaald de moeite waard om langs te gaan. Van te voren hadden we erg veel negatieve verhalen gehoord over Monkey Mia. Iedereen had ons gewaarschuwd dat het er erg toeristisch was, en volledig verpest. Wij vinden dat erg meevallen. Natuurlijk is er een informatiehal, een souvenirwinkel en een restaurant, maar het geheel komt veel minder commercieel over dan bijvoorbeeld de zonsondergang bij Ayers Rock: tientallen bussen, allemaal met wijn uit kartonnen bekertjes (goedkopere tours) of glazen champagne (duurdere tours), of bij de pinguïns op Phillip Island. En de dolfijnen komen echt tot vlakbij de kust.
Niet alleen de dolfijnen zijn het bekijken waard, ook het gedrag van de rangers is het observeren waard. De rangers gedragen zich bepaald neurotisch, één dame die zonder megafoon de gehele groep toeschouwers kan beschreeuwen, blijft roepen dat we achter haar moeten blijven. De dolfijnen, zo schreeuwt ze, hebben het op dit moment erg druk. Waarom? Ze zoeken eten, en wij mogen ze daarbij ABSOLUUT niet storen. Volgens mij is al de vis door het geschreeuw op de vlucht geslagen, en zijn de dolfijnen toe aan oordopjes. Iedereen is erg gehoorzaam en niemand komt te dichtbij. Dat de rangers hier zo opgefokt reageren is wel een beetje te begrijpen. In het hoogseizoen is de mensenhaag wel 100 meter lang en 20 mensen dik. In het verleden zijn ook genoeg vervelende dingen gebeurd. Mensen die messen in dolfijnen hebben gestoken, of hun vingers in het ademgat hebben gestoken. Je snapt toch niet hoe mensen op zulke gemene, idiote ideeën komen.
Overigens: commerciële boten mogen wel tussen de dolfijnen door varen (want geld moet binnen blijven komen), maar mensen moeten op een afstand blijven. De ranger lijkt qua gedrag erg op Lenie 't Hart: per definitie mag het niet goed gaan met deze dieren, want dan zou het bestaansrecht van de organisatie in het geding komen.
[12-9-1998]
Foto: stenen met (niet zichtbare) blauwwieren.
Vanuit Monkey Mia gaan we door naar Hamelin Pool. Daar is een kolonie blauwwieren van 5000 jaar oud, maar de soort is al 3,5 miljard jaar oud en een van de eerste zuurstofproducerende organismen op aarde.
De bordjes met uitleg zijn van een grote kneuterigheid: de klompjes rots zijn van een gezichtje voorzien en worden sprekend opgevoerd.
Veel informatie over de stromatolieten op de Engelse Wikipedia.
[12-9-1998]
Vanaf Hamelin Pool rijden we naar Kalbarri aan de Murchison River, waar we de laatste kampeernacht doorbrengen. Onderweg naar Murchison stoppen we omdat Steve een beest ziet. Het beest luistert naar de onheilspellende naam Thorny Devil (Nederlands: bergduivel). In feite is het een schattige hagedis, waarvan de huid bestaat uit harde schubben die eindigen in een stevige stekel. Zijn hele geelgroene lijf is bedekt met die schubbige stekels. Bovenop zijn kop zitten twee extra dikke bruine bulten. Dat lijken net twee ogen, en zo zijn ze ook bedoeld. Iedereen die erover denkt om onze stekelige vriend op te eten wordt ontmoedigd door de stekels en misleid door de valse ogen die je recht aan lijken te kijken. Zijn echte oogjes zijn maar klein en zitten opzij. Echt een heel leuk beest.
[13-9-1998]
Foto: klifkust in Kalbarri NP.
Vanuit Murchinson vertrekken we voor het laatste stuk richting Perth. Eerste stop is vlak buiten het dorp en speciaal voor de Nederlanders. Een gedenkteken waar de eerste blanken aan land zijn gekomen, nadat hun schip schipbreuk had geleden. Hun schip was de Batavia. De Batavia is in 1629 stuk gelopen voor de Australische kust, met als gevolg dat twee opvarenden, Wouter Loos en zijn maat, voet aan wal hebben gezet. Eindelijk weten we dan waarom Meisje Loos moest gaan varen. Meisje Loos moest natuurlijk haar broertje zoeken. Jammer genoeg vermeldt de gedenksteen niet of Meisje en Wouter elkaar gevonden hebben.
[13-9-1998]
Een van de laatste stops voordat we in Perth komen, is bij de Pinnacles in het Nambung NP. Een grote kale zandwoestijn die bezaaid is met stenen pilaren. De stenen zuilen staan willekeurig verspreid in het kale landschap en de meeste zijn tussen de 2 en 4 meter hoog. De pilaren zijn restanten overgebleven kalksteen, terwijl het omringende kalksteen in de loop van de tijd weggeërodeerd is door regen, wind en de inwerking van vegetatie. De pilaren zijn bewaard gebleven omdat ze afgedekt waren met een door plantenresten en mineralen gevormde ondoordringbare laag.
[13-9-1998]
Het laatste stuk naar Perth zien we velden vol prachtige bloemen. West Australië, en dan vooral het gebied rondom Perth, is bekend vanwege zijn bloemenrijkdom in het voorjaar. Precies de tijd dat wij er zijn.
In Perth wordt iedereen bij zijn hostel afgezet en valt de groep uit elkaar. We hebben het ook dit keer best met de groep getroffen. In de groep (van 14) zitten wel relatief veel Nederlanders: vijf in totaal.