[14 en 15-10-1998]
Terug van Cape Reinga worden we woensdagavond de 14e afgezet in Kirikiri, vanwaar we verder reizen naar Aroha Island. Aroha Island is één van de twee (!) plaatsen in Nieuw Zeeland waar je een redelijke kans hebt om de kiwi (de vogel) te zien. Het gaat niet goed met de kiwi. Kiwi’s zijn absoluut niet aangepast aan de moderne tijd. Ze kunnen niet vliegen, en maken hun nesten op de grond, gemakkelijk toegankelijk voor rovers. Ze leggen enorme eieren waar ze heel lang op broeden. Af en toe laten ze het nest alleen, om eten te gaan zoeken. De jongen zijn dan een gemakkelijke prooi voor iedereen die wel een hapje lust. Toen de kiwi uitgevonden werd, waren er geen echte serieuze predatoren. Door de Europeanen zijn ratten, wezels en hermelijnen geïntroduceerd. Vanuit Australië zijn possums geïntroduceerd. Verder vormen loslopende honden, huiskatten en wilde katten een ernstige bedreiging voor de kiwi. Kortom de kiwi is niet gebouwd op de gevaren die hij nu wel onder ogen moet zien. Net als bij veel bedreigde diersoorten vormt de aantasting en het verdwijnen van zijn woongebied nog een extra moeilijkheid. Ondanks alle beschermende maatregelen gaat de populatie nog achteruit. Van de jongen overleeft maar 2%, terwijl ongeveer 20% zou moeten overleven om de groep (nu geschat op 30.000) stabiel te houden.
Aroha Island is een piepklein eiland. Op en rondom het eiland zit een kleine groep kiwi’s, en één daarvan willen wij graag zien. Kiwi’s zijn nachtvogels, die uitermate schuw zijn, en wegrennen als ze licht van een zaklantaarn zien. Kiwi’s zien valt dus helemaal niet mee. Als we om 8 uur ’s avonds aankomen, gaan we gelijk met Greg, de beheerder van het eiland op zoek. We horen ze ontzettend vaak roepen, vooral mannetjes, maar ook een vrouwtje dat veel moeilijker te horen is. Zien doen we ze niet, en na twee uur zoeken, geven we op. Morgen gaan we het opnieuw proberen, we hebben hier expres twee nachten gepland.
De tweede avond is volgens Greg een betere avond. Het is droog en helder, en we hebben nu meer kans om de kiwi te horen als hij naar voedsel schraapt. Ondanks dat herhaalt het patroon van de dag daarvoor zich. We horen ze wel, maar zien, ho maar. Greg wijst ons wel op kersverse kiwipoep, maar dat is toch heel wat anders dan een echte kiwi.
Wat we wel zien, is een possum. Greg is dan net het bos in om de kiwi te zoeken. Possums worden niet gewaardeerd in Nieuw Zeeland. In Australië zijn ze beschermd, maar hier, waar ze van nature niet voorkwamen, zijn ze een plaag. Ze eten bomen kaal, zodat ze doodgaan en verdwijnen (de bomen), en ze eten het voedsel dat de Nieuw Zeelandse inheemse beesten nodig hebben, op. Ze doen het te goed in Nieuw Zeeland. Wij vinden de possums wel leuk. Als je die leuke nachtdieroogjes met die lieve oortjes ziet, sluit je zo’n beest gelijk in je hart. Wat ze ook verkeerd doen, ze blijven zulke vertederende knuffelbeesten dat je ze niets kwalijk kan nemen. Bovendien kunnen ze er zelf natuurlijk niets aan doen dat ze het hier zo naar hun zin hebben. Als Greg weer terugkomt op het pad, verraden wij onze possum niet. We zijn veel te bang dat Greg een val voor hem gaat zetten. Possums worden hier bij voorkeur in de val gelokt of vergiftigd. Terecht of niet, wij kiezen partij voor onze possumvriend, wij willen hem niet in de val.
Nieuw Zeeland’s natuurbeheer is trouwens erg fel op alles wat geïntroduceerd is, en niet van nature thuis hoort in het land. Veel uitheemse planten en dieren worden aangemerkt als pest, en op alle mogelijke manieren bestreden. Nieuw Zeeland, dat natuurlijk heel lang als geïsoleerd eiland heeft bestaan, is bijzonder gevoelig voor geïntroduceerde soorten, die met gemak de bestaande soorten wegconcurreren. Ze vragen of wij in Nederland ook van dat soort soorten hebben die een plaag vormen. Wij kunnen zo snel niets bedenken. Wij hebben geen planten of dieren nodig om de natuur te verpesten, dat kunnen we zelf heel goed.
[15-10-1998]
Foto: The Stone Store en Mission House, Kerikeri.
Omdat we alleen 's avonds kiwi's zoeken, hebben we overdag de tijd om Kerikeri en omgeving te bekijken. We lopen langs de rivier door een jong bos en gaan via de Wharepoke Falls (laag) naar de Rainbow Falls (hoog).
[16-10-1998]
Foto: drie orka's.
Vanmorgen zijn we vertrokken van Aroha Island. Terug naar Paihia, om daar een boottocht door de Bay of Islands te maken op zoek naar de dolfijnen. De boot vertrekt al om 8 uur, zo vroeg gaat onze bus nog niet. Gelukkig wil Greg ons brengen. Onderweg zien we helaas eindelijk onze kiwi: doodgereden op de weg. Weer een kiwi minder. Kiwi’s hebben hele aparte veren. Ze voelen heel zacht aan, net als beesten met zacht haar.
Met de boot hebben we meer geluk dan met de zoektocht naar de kiwi’s. Al na ongeveer tien minuten zien we de dolfijnen. Ze zijn erg nieuwsgierig en komen op de boot af, en zwemmen vlakbij langs. Ariane, onze gids, vertelt over de bottlenose dolfijnen, en wijst ze op de foto’s aan. Op de foto zie je de dolfijnen hoog springen, maar waarschuwt Ariane, dat gebeurt maar zo zelden, dat zullen we niet zien. Maar vandaag hebben ze daar niet naar geluisterd. We zien eerst wat kleine sprongetjes, en dan opeens twee, drie stuks die een echte metershoge dolfinariumsprong maken. Zo maar recht voor de boot, een paar meter van ons af. Je mag ook (soms) zwemmen waar de dolfijnen zijn, maar dan moet je goed kunnen zwemmen. De dolfijnen komen echt nieuwsgierig op de zwemmers af. Echt heel leuk.
Na ons eerste snorkelavontuur durven we de diepe zee niet in. Het water is ook erg koud, met alle kleren en jas aan is het al niet warm, en alle zwemmers komen klappertandend (ondanks de wet-suit) aan boord. Maar het moet natuurlijk fantastisch zijn om op minder dan een halve meter afstand van een dolfijn te zwemmen. De hele ochtend blijven we dolfijnen zien. Verder zien we ook nog hamerhaaien. Vanaf de baai gaan we de zee een stukje op, om nog te kijken of we andere dolfijnen, en misschien walvissen kunnen vinden. En dan als volslagen verrassing zien we de orka’s. Echt een cadeautje. Het is zo jammer dat je niet echt in een brief kan schrijven hoe geweldig zo iets is. Vooral als je het helemaal niet verwacht en ze dan zo boven verwachting goed en uitgebreid ziet. Echt fantastisch. Dat je niet altijd zoveel geluk hebt, blijkt uit het feit dat mensen al voor de tweede of derde keer mee zijn. Als je geen (bottlenose) dolfijnen ziet, mag je op hetzelfde kaartje nog een keer mee. Gisteren hebben ze de hele ochtend niets, maar dan ook niets gezien.
[16-10-1998]
Foto: uitzicht vanaf Mt Eden, Auckland.
Na de boottocht in Paihia maken we daar 's middags nog een wandeling naar de Opua Forest Lookout voor een schitterend uitzicht over de baai.
Daarna gaan we met de Kiwi-bus via Kowa en Wellsford naar Auckland voor één nacht