[13-10-1998]
Foto: zicht op Rangitoto vanuit Auckland.
Vanuit Auckland reizen we eerst naar het noorden. We gaan langs de westkust omhoog. Eerst rijden we door voornamelijk landbouwgebied met veel weidegrond, later komen we door prachtige stukken bewaard gebleven Kauribos.
[13-10-1998]
Bij de grootste kauriboom van Nieuw Zeeland stoppen we. Een immense boom van in totaal meer dan 50 m hoog, een omtrek van bijna 14 m en een kaarsrechte stam zonder zijtakken of knoesten van zowat 18 m. Het Kauribos is bijna geheel verdwenen. In het verleden is er door de blanke kolonisten veel te veel hout gekapt, zodat er nu nog maar 3% van het oorspronkelijk bosgebied over is. Als je die mooie dikke rechte stam ziet, die een hele goede kwaliteit hout oplevert, kan je je wel voorstellen dat houthakkers daar niet vanaf konden blijven. Inmiddels is het Kauribos beschermd, en proberen ze stukken bos te herstellen.
[13-10-1998]
Aan het eind van de dag stoppen we in Paihia, waar we overnachten. We doen dit traject met de reguliere bus, omdat de Kiwibus zowel heen als terug naar het noorden langs de oostkust rijdt. Dat is zonde, want de westkust is te mooi om over te slaan.
Route vandaag: Auckland-Brynderwyn-Dargaville-Waipoua Forest-Omapere-Rawene-Kaikohe-Paihia.
[14-10-1998]
Vanaf Paihia reizen we verder naar het noorden, voor 90 Mile Beach en Cape Reinga. Cape Reinga is niet de meest noordelijke punt, maar wel het punt waar de Tasman Zee en de Stille Oceaan elkaar ontmoeten. Waar de stromen samenkomen, zie je wit schuim. De golven en het schuim kunnen veel woester zijn, dan wat wij zien, omdat wij er zijn met uitermate vriendelijk, helder weer.
[14-10-1998]
Op weg naar Cape Reinga stoppen we bij de duinen. Mooie hoge zandduinen. We reizen nu met de Kiwibus, en moeten dus avontuurlijk zijn. We stoppen om met een plank (soort kort surfboard) van hoge duinen te glijden. Wij nemen heel flink samen één plankje mee. We stoppen eerst bij een oefenduin en Wallis legt uit hoe je met het plankje veilig moet glijden. Daarna mag de groep het proberen (Wallis is de buschauffeur). Het oefenduin is ons veel te steil, daar durven we niet vanaf. Wij lopen terug naar een kinderduin, daar gaan wij wel af, en dat vinden we al flink genoeg. Terwijl wij fijn met ons sleetje op ons duin spelen, is de rest door voor het serieuze werk. Een flink hoog duin waar je hard van de steile helling gaat. Maar eerlijk is eerlijk, echt gevaarlijk of onverantwoord is het niet, voor ons gaat het alleen te steil en te hard.