[29-9-1998]
Na een dag in Hobart zelf, maken we nog twee daguitstapjes. De eerste dag naar Mount Field NP missen we bijna onze tocht. In Hobart hebben we geregeld dat het busje ons dichterbij huis oppikt dan vanaf het busstation. We worden nu bij een heel groot en heel duur hotel (Grand Chancellor) opgepikt. We kunnen niet voor ons eigen hotel opgepikt worden, zo vertelt de man van de busmaatschappij, omdat vanwege al het verkeer de bus daar onmogelijk kan stoppen. Levensgevaarlijk!
Eerst geloven we de man, we hebben de straat alleen op zondagmorgen om half 8 nog maar gezien.
We zorgen dat we om 8 uur bij het Grand Chancellor hotel staan, 10 minuten voordat we opgepikt worden voor het Mount Field uitje. Er komt heel veel verkeer langs, maar niet onze bus. Om 10 voor half 9 gaan we bellen, want we weten dat de bus om half 9 van het busstation vertrekt. We zijn erg achterdochtig, want onze wijziging van oppikplaats is alleen maar op een klein stukje papier gekrabbeld. Van Peter, de officiële portier van het Grand Chancellor, compleet met groene pandjesjas en hoge hoed, hoort Rik dat we naast Peter voor de ingang horen te wachten. Waar wij stonden waren ook grote deuren, een tuin en bankjes, leek voor ons erg op een ingang
.
Het meisje op het busstation weet van niets, maar belooft het uit te zoeken. Wij stellen ons naast Peter de Portier op, zien veel zakenmensen op kosten van de baas naar dure seminars vertrekken, elk in hun eigen, door de baas betaalde, taxi. Verder gebeurt er niets. Rik gaat maar weer bellen, en het is nu duidelijk. Wij werden verwacht op het busstation, waren daar zoek, maar de bus komt ons halen. Zo komt alles toch nog goed.
Om kwart voor 9 is de bus er, en gaan we naar Mount Field. Mount Field is een prachtig natuurpark met beekjes, watervallen en bergen. De planten die er zijn, zijn grotendeels de natuurlijke flora van Tasmanië. Vanwege het hoogteverschil (ong. 150 m hoog beneden tot ong. 1400 m op de berg) kom je de berg opreizend door heel verschillende soorten begroeiing. We gaan met een klein busje de berg op, om bovenaan een wandeling rond het meer te maken en naar de alpiene planten te kijken. Alhoewel we beneden met prima weer vertrekken, zitten we onderweg in de regen en de wolken. Als we boven zijn, is het echt takkenweer. Stromende regen met natte sneeuw, en een gure harde storm. De thermometer staat op -2º C! Toch gaat (een deel van) de groep mee met de gids voor de wandeling. Ontzettend leuk om zomaar opeens in zulk bar winterweer te lopen. Onze broeken zijn binnen de kortste keren doorweekt, maar leuk blijft het. Prachtige en bijzondere planten gezien.
[29-9-1998]
Foto: Russell Falls in Mount Field NP.
’s Middags gaan we naar de watervallen wandelen. Heel mooie wandeling, waar we een beetje opgedroogd aan beginnen. Het lijkt even droog te worden, maar dat is inderdaad even. De rest van de middag giet het weer, maar nat zijn we toch al en het is veel te mooi om niet te wandelen. Op de terugweg worden we door de chauffeur afgezet voor ons eigen hotel. Als ik vertel dat we daar niet opgepikt konden worden vanwege de niet aflatende verkeersstroom, moet hij ernstig fronsen. Terecht, meer dan één auto per kwartier komt er niet door de straat.
Thuis doen we eerst droge kleren aan, en gaan dan op zoek naar de wasserette. We lopen naar de dichtstbijzijnde. Die heeft meer dan genoeg wasmachines, maar wil onze smerige kleren helemaal niet hebben. Hier verkopen ze alleen maar wasmachines. Waarom ze dan bij ‘wasserette’ in de Gouden Gids staan, weten wij ook niet. De tweede is niet veel verder, en een echte wasserette. Terug van de wasserette regent het weer, en dat vinden we vals.
[30-9-1998]
Met het uitstapje naar Port Arthur hebben we het mooiste weer dat je je voor kan stellen. Port Arthur is in de 19e eeuw een Engelse strafkolonie geweest. Nu is het een soort openluchtmuseum. De ruïnes van de penitentiaire (moeilijk woord hoor) inrichting bevatten nog een gedeelte van één van de meest macabere gebouwen: de Separate. In de Separate werden gevangenen in absolute geïsoleerdheid gehouden. Spreken met elkaar of met de bewakers was verboden. Geluid van buiten kwam niet door de dikke stenen muren heen, de bewakers droegen slofjes over hun schoenen en spraken met elkaar in gebarentaal. De gevangenen zaten 23 uur per dag in hun cel en werden 1 uur gelucht. Ze moesten van hun cel tot aan de binnenplaats een kap over hun gezicht dragen, om vooral niemand te kunnen zien. Bij de Separate is een kerk. Zelfs daar zaten de gevangenen elk apart in hun eigen hokje. Ze konden niemand, behalve de dominee/kapelaan zien. Van en naar de kerk moest de kap weer op. Idee achter dit alles was dat door deze isolatie de geest van de misdadiger veranderd zou worden. Dat zal vast gelukt zijn, want naast de Separate staat het restant van het gekkenhuis! Je hoefde trouwens geen crimineel te zijn om in het gekkenhuis te mogen. Gewoon goed gek was al voldoende. Aangezien het één van de weinige van dat soort inrichtingen was, werden mensen vanuit alle windrichtingen daarheen gestuurd.
Misdadiger is trouwens een groot woord. Ten tijde van de strafkolonies was de misdaad in Engeland erg hoog vanwege de uitermate slechte economische situatie. Met gewoon werken (als je al zo gelukkig was om dat te hebben) kon je je gezin niet onderhouden, en de criminaliteit was dus erg hoog. De relatie tussen vergrijp en straf was vaak ver te zoeken. Als je pech had, kon je voor het stelen van een brood of wat fruit (hoort natuurlijk niet) veroordeeld worden tot deportatie naar een strafkolonie in Australië. Je kan hier beter nu als toerist lopen, dan er destijds als gevangene hebben gezeten.
De hogere militaire staf: de generaal of gouverneur, de medische officieren en andere officiële staf waren aanzienlijk beter af. Sommige van hun huizen zijn gerestaureerd en weer in oorspronkelijke stijl ingericht. Stuk voor stuk rijk ingerichte en mooie grote huizen.
Onderweg naar Port Arthur maken we een paar korte stops bij de kust met o.a. Tasman's Arch en de Devil's Kitchen met spectaculaire steile wanden.
In Port Arthur staat ook nog een gedenkteken van een veel recentere, onbegrijpelijke misdaad. De man die in 1996 35 mensen zomaar zonder enige reden en zonder ze te kennen doodgeschoten heeft. Het restaurant waar het gebeurd is, is nu afgebroken, er is nu een tijdelijk restaurant.