[6 en 7-11-1998]
Vrijdag de 6e gaan we vanuit Picton door naar Nelson. De kiwibuschauffeur hebben we al op een eerder traject gehad. Toen was hij nogal nerveus, omdat het zijn allereerste dag was. Nu is Scottie (zo heet hij) meer op zijn gemak, en we maken eerst een ommetje in Picton waar Scottie geboren is. Waar gaan we heen in Picton? We gaan bij Scottie’s 86-jarige oma langs. Scottie moet zijn mooie nieuwe grote bus toch even aan oma laten zien. En oma glimt van trots dat kleinzoon zo’n mooie bus heeft. Ze klimt de bus in, zegt ons gedag, geeft Scottie een knuffel, en dan gaan we. Uitgezwaaid door oma, en we zwaaien allemaal terug.
Vanuit Nelson gaan we naar Abel Tasman National Park. Daar is een 50 km lange wandelroute, die erg bekend is, veel bekender dan de Queen Charlotte Track bij Picton. Wij gaan hier één dag wandelen. Een lange dag. Om 7 uur vertrekken we uit Nelson, om 9 uur stappen we op de boot, en om half 11 worden we afgezet bij Bark Bay voor de wandeling via Torrent Bay naar Marahua, zo’n 6,5 uur lopen. Om half 6 pikt de bus ons daarna weer op, en om half 8 zijn we ‘thuis’ in Nelson.
Abel Tasman is heel anders dan de Marlborough Sound. De kust heeft hier ook baaien, maar de kustlijn is veel overzichtelijker, en daarachter zie je de zee met soms een eilandjes. Hier zie je bovendien meer strandjes langs de kust. Het bos is ook anders. Hier is het bos wat ouder en meer soortenrijk. De heuvels zijn vandaag lager. Je moet wel steeds stukjes klimmen en dalen, maar lang niet zo veel als bij de Marlborough Sound. Met lopen komen we hier ook geregeld mensen tegen. Het is hier beroemder, en dus drukker (druk is niet het goede woord, je komt andere wandelaars tegen). Waarom dit pad beroemder is? Geen idee, allebei de gebieden zijn erg mooi. Wij hebben juist daarom twee dagen bij Picton en één dag hier gekozen. Rustig is meer waard dan beroemd.
[8-11-1998]
Vandaag gaan we naar Farewell Spit. Farewell Spit is een heel lange dunne strook land aan de noordkant van het Zuid eiland. De stroming langs de westkust van het Zuid eiland voert veel zand aan, dat daar gedumpt wordt door rivieren die in zee uitmonden. Door de Cookstreet stroomt een oost-westelijke stroming. De twee stromingen botsen bij Farewell Spit tegen elkaar op, en de westelijke stroming laat het zand dat hij meevoert door de botsing vallen. Resultaat: Farewell Spit.
Farewell Spit groeit zowel in de breedte als in de hoogte en een klein beetje in de lengte. Het gebied is nu een voor publiek gesloten natuurreservaat, en alleen twee organisaties in Collingwood hebben een vergunning om het gebied in te gaan. Met één van die twee gaan wij mee. We moeten daarvoor eerst nog van Nelson (7 uur ’s morgens) naar Collingwood reizen (4 uur met de bus). Daarna gaan we ’s middags om 4 uur met de jeep naar de Spit. We gaan zo laat, omdat je alleen bij laag water over het strand kan rijden. Heel bijzonder gebied: veel strand en duinen en in het midden wat lage duinbegroeiing.
[8-11-1998]
We zien veel vogels, pelsrobben en als extraatje helemaal aan het eind van de Farewell Spit de Jan van Genten kolonie. De Jan van Genten zitten nog voorbij de vuurtoren aan het eind van het land. We gaan niet tot dichtbij de kolonie, maar in plaats daarvan komen de vogels op ons af. Zeker zes Jan van Genten cirkelen om ons heen, hangen recht boven ons stil, kijken wat we doen, en vliegen dan weer even weg. Geweldig.
[8-11-1998]
Verder zien we nog dikke lagen met schelpdierfossielen in de kalksteenrotsen en Cape Farewell, waar de Spit naar genoemd is. Cape Farewell is zo genoemd, omdat Kapitein Cook dat stukje Zuid eiland als laatste zag, voordat hij wegzeilde.
[8-11-1998]
Collingwood is de uitvalsbasis voor Farewell Spit en in de plaats zelf is niet heel veel te doen. Het Collingwood Museum is aandoenlijk; het is een allegaartje van dingen die het eigenlijk niet waard zijn om tentoongesteld te worden, zoals een verschoten opgezette kiwi en een fluitketel die blijkens het opschrift van 1922 tot 1982 in gebruik is geweest.
[9-11-1998]
Foto: de natuur rond Collingwood.
Vandaag gaan we vanuit Collingwood weer terug naar Nelson (overstappen in Takake en Motukea). 's Ochtends zijn we nog in Collingwood; we zien een foldertje van het Kowhai Nature Park. De wandeling daarheen is vergeefs, want het blijkt een soort kinderboerderij te zijn.