[10-11-12 juli 1998]
Vrijdagavond (het is dan 10 juli) komen we aan in Sydney. De eerste indruk van de stad krijgen we in het donker, met veel enorm grote verlichte torenflats, de Harbour Bridge en het Operahouse. Het is een aparte sensatie om de heel bekende gebouwen die je alleen maar van een plaatje kent, nu zomaar opeens in het echt te zien.
Zaterdag starten we echt in Sydney, maar wel met een ‘werk’dag. We verzamelen niet alleen informatie over dingen die we in Sydney willen doen, maar ook over de rest van de route zoals Alice Springs (met o.a. Ayers Rock) en Darwin met Kakadu park. Zo langzamerhand zullen we een beetje moeten gaan plannen, en kiezen wat we willen zien en doen, en wat we overslaan. Overal is zoveel te doen, en we willen wel alles, maar dat kan niet in vier maanden.
Zondag gaan we echt de stad bekijken. Eerst van bovenaf vanaf de 305 meter hoge Centre Point toren. Prachtig 360˚ uitzicht over de gigantisch grote stad (3,5 miljoen mensen). Ook het in aanbouw zijnde olympisch stadion kan je zien. Later maken we nog een cruise door de haven, dat mag je niet missen als je in Sydney bent.
[12 juli 1998]
Zondagavond willen we naar een pianorecital dat in een kunstgalerij gegeven wordt. De kunstgalerij staat op onze kaart en we lopen tot aardig dichtbij, maar stuiten dan op een probleem. Tussen ons en onze bestemming liggen ongeveer vijf parallel lopende autosnelwegen. Via een trap komen we tot aan de rand van de eerste, maar dan houdt het op. Oversteken is onmogelijk, onder-, boven- of andere doorgangen vinden we niet, en alles wat we proberen leidt tot niets. Uiteindelijk nemen we omdat de tijd gaat dringen voor het laatste piepstukje een taxi. Die mag vast wel snelwegen oversteken. De chauffeur rijdt al zeven jaar met zijn taxi door de stad, maar heeft geen idee waar de kunstgalerij is. Op de kaart staat alleen een sterretje, zodat je alleen weet waar het ongeveer is. Gelukkig vinden we het toch nog op tijd, en blijkt het op een bekend punt (Observatory Hill) te zijn, maar ja dat stond nergens. Het concert is erg mooi, heerlijk om weer eens echte muziek te horen (in de Oz-bus draaien ze altijd de rommel die andere passagiers muziek schijnen te noemen, maar die voor ons hinderlijke ruis is).
In de pauze bestuderen we de kaart, om uit te vinden hoe we met de vijf-snelwegen handicap weer terug bij de bus naar huis kunnen komen. Onze buurman mengt zich erin, en na wat gepuzzel zijn we eruit hoe we het beste kunnen lopen. De buurman weet nog een betere oplossing: na het concert bij hem en zijn vrouw blijven, dan zet hij ons af bij de bushalte. Dat is natuurlijk helemaal gemakkelijk.
Het is zo opmerkelijk hoe vaak we hier van die aardige mensen tegen komen. Waarschijnlijk is het voor hen helemaal niet zo ver om ons af te zetten, maar het feit dat je ziet dat mensen zoeken en het dan spontaan aanbieden is zo ontzettend aardig. Ze wonen zelf in Noord-Sydney en hebben een reistijd van 1 uur van en naar de stad. Ze wonen 35 km van het centrum, Sydney is echt groot. Grappig is trouwens dat zijn vrouw vertelt dat ze op de heenweg zich al af had gevraagd hoe je ooit bij de galerij moest komen als je geen auto had. Goede vraag!